
Ontwikkelingssamenwerking en religie – van frustratie naar synergie
- jbdodane
BLOG – Is in ontwikkelingssamenwerking religie een onderdeel van het probleem of van de oplossing? In het internationale debat over ontwikkelingssamenwerking is de laatste jaren meer aandacht gekomen voor religie en blijkt dat alle simpele one-liners daarover de plank misslaan. Volgens Henk Jochemsen en Evert Jan Hazeleger is het hoog tijd om serieus na te denken over de concrete rol en betekenis van religie in OS.
Hebben de (drie monotheïstische) godsdiensten een inherente neiging tot gewelddadigheid zoals enkele jaren geleden Cliteur betoogde?[1] Religies leiden vaak tot onderdrukking van vrouwen, om van homo’s nog maar niet te spreken; als we religies zouden afschaffen zou dat de wereld enorm verbeteren. Dergelijke geluiden kan men bijvoorbeeld op internetfora in allerlei toonaarden tegenkomen. Soms lijkt dat ook zo te zijn, kijk naar oorlogen uit naam van een religie of de beperkte vrijheid voor vrouwen in sommige culturen. Een in onze samenleving veel voorkomende gedachte is dan ook dat religie eerder een rem is op ‘ontwikkeling’ dan een bron ervoor.
Nu is het in het verleden wel geprobeerd religie af te schaffen, bijvoorbeeld in de Sovjetunie en in communistisch China. Of dat die samenlevingen nu zoveel verbeterd heeft…..?
Positief en langdurig effect
Hoe dat ook zij, een feit is dat de grote meerderheid van de wereldbevolking zich tot een godsdienst rekent.[2] En religie kan juist ook een positief en langdurig effect hebben op diezelfde terreinen. Als het gaat om vrede en veiligheid motiveert religie mensen bijvoorbeeld om zich te verzoenen. Denk bijvoorbeeld aan de verzoeningscommissie in Zuid-Afrika na de val van de apartheid. En aan de recente bemiddeling van de Paus in de toenadering (verzoening) tussen Cuba en de USA. Religieuze leiders kunnen ook het gesprek over de positie van vrouwen aanzwengelen en hiermee een grote groep mensen bereiken.
Een voorvechtster van vrouwenrechten op grond van haar geloofsovertuiging, Dr. Musimbi Kanyoro, merkt op: “Part of what I struggle with, as a practicing faith person, is precisely this question: how to explain why churches and faith leaders do not do more for women and particularly women who die and suffer because they are women. I believe strongly that God cares for these issues…”.[3] Deze uitspraak gaat uit van de noodzaak en mogelijkheid om religieuze leiders als positieve change agents aan te spreken.
Vermeende neutraliteit
Het is onmiskenbaar dat religies vaak mensen gemotiveerd heeft tot vormen van solidariteit die tot uiting komt in onderlinge hulpverlening in noodsituaties, in het opzetten van vormen van onderwijs en gezondheidszorg. Er zijn in de hedendaagse conflictsituaties, bijvoorbeeld in Syrië en de Centraal Afrikaanse Republiek, allerlei voorbeelden van hulp aan medemensen over grenzen van religies heen.
De kritiek op religies en op een expliciete rol voor religie in OS lijkt veelal te komen vanuit een houding van vermeende ‘neutraliteit’; religies zijn partijdig, het seculiere denken is onpartijdig zo lijkt men te veronderstellen. Terecht merkt het rapport van de UNFPA in dit verband op: “Secular organizations are erroneously considered as ‘neutral’ but they are themselves guided by values and ideologies, not always made transparent…”.[4]
De verbinding tussen ontwikkelingssamenwerking en religie gaat zowel FBO’s als seculiere organisaties aan. Strategisch gaan nadenken over ontwikkelingssamenwerking en religie vraagt van seculiere ontwikkelingsactoren een andere houding dan nu vaak wordt ingenomen. Men moet af van een veronderstelde positie van hun dominantie in projecten en programma’s en uitgaan van een situatie van complementariteit en gelijkwaardigheid tussen alle geschikte actoren, ongeacht religieuze achtergrond. Seculiere ontwikkelingsactoren doen er verstandig aan de rol van religie niet te ontkennen, maar om ook de complexiteit en ambiguïteit die vaak aan de orde zijn binnen religies en in samenwerking tussen FBO’s en andere organisaties en instanties niet over het hoofd te zien. Daarbij is het ook van belang in te zien dat binnen religies vaak aanzienlijke verschillen bestaan van visies en actoren en dat ook achter het verzamelbegrip FBO een grote diversiteit van typen organisaties schuilgaat.
Niet laten wegdrukken
Ontwikkelingswerk is altijd al het domein geweest van FBO’s. Dat men zich daar niet laat wegdrukken is terecht. Maar FBO’s moeten leren hoe ze op zinvolle manier in gesprek kunnen gaan en kunnen samenwerken met seculiere actoren die een andere taal spreken. Alle actoren in ontwikkelingswerk, zowel FBO’s als seculiere NGO’s, overheden en private sector, moeten leren te navigeren in de complexe wereld van religies en maatschappelijke organisaties in plaats van de betekenis hiervan te ontkennen of te marginaliseren. Die navigatie vraagt wel dat de antenne goed staat afgesteld.
Goede samenwerking tussen al de actoren in ontwikkelingssamenwerking, inclusief FBO’s, op basis van gelijkwaardigheid en soms ook op basis van ‘agree to disagree’ op bepaalde punten, kan naar onze overtuiging heel vruchtbaar zijn in ontwikkelingssamenwerking en doet ook meer recht aan de mensen met wie we samenwerken.
Deze overwegingen hebben ons ertoe gebracht samen met anderen een conferentie te organiseren over ontwikkelingssamenwerking en religie, onder het motto ‘De antenne op scherp’.
Belangstelling? Zie: www.aanmelder.nl/9juni.
Henk Jochemsen,
directeur Prisma, vereniging van Christelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking
Evert Jan Hazeleger,
programmamanager KerkinActie
[1]
[2] Een inventarisatie uit 2005 komt op een percentage van ongeveer 85 %, zie:
[3]
[4] UNFPA. Religion and development post 2015. New York: UNFPA, 2014, 4