‘Zet de rem op de New Alliance landroof’

IRRI Foto's

OPINIE – Wat voor rol moet het bedrijfsleven hebben in de post-2015 strijd tegen armoede en voedselonzekerheid? En hoe moeten de EU-regeringen de inbreng van het bedrijfsleven waarborgen en ervoor zorgen dat het daadwerkelijk op een verantwoorde en inclusieve manier gebeurt?  Lees het in deze opiniebijdrage van Yaekob Metena, directeur ActionAid Tanzania. ‘Het lijkt steeds duidelijker dat  we op weg zijn naar een mis-match in EU ontwikkelingsbeleid, waarin de belangen van grote multinationale agrobedrijven zwaarder wegen dan de belangen van de kleinschalige boer of boerin die zij willen helpen.’

Kleine en middelgrote bedrijven zijn verantwoordelijk voor ongeveer 9 van de 10 banen in een aantal ontwikkelingslanden. Hiermee wordt duidelijk dat er inderdaad een rol is weggelegd voor het bedrijfsleven in de strijd tegen armoede en voedselonzekerheid, mits de groei van deze sector op een verantwoorde manier plaatsvindt. Er is  bijvoorbeeld enorm potentieel in het geval van boerinnen, die in veel Afrikaanse landen de grootste groep kleine bedrijven vormen.

Mis-match

Daarom is het antwoord op de tweede vraag van cruciaal belang. Uit de Agenda for Change van de Europese Commissie blijkt – net als uit het Nederlandse beleid voor Aid & Trade – dat zij een grote rol weggelegd zien voor het bedrijfsleven in het verminderen van armoede wereldwijd. Het lijkt echter steeds duidelijker dat  we op weg zijn naar een mis-match in ontwikkelingsbeleid, waarin de belangen van grote multinationale agrobedrijvenzwaarder wegen dande belangen van de kleinschalige boer of boerin die zij willen helpen.

Een belangrijk aspect van de private sector focus van de EU is het lidmaatschap van de G8 New Alliance for Food Security and Nutrition (dat voornamelijk gefinancierd wordt door de EU, de VS en een aantal Europese landen). Deze drie jaar oude publiek-private samenwerking zal €7.57 miljard in tien Afrikaanse partnerlanden investeren in een ‘win-win-strategie’ voor landbouwontwikkeling en voedselzekerheid. Deze strategie moet ervoor zorgen dat 50 miljoen mensen in 2022 geen honger meer hebben. De EU is verantwoordelijk voor een investering van € 1,2 miljard.

Nobel streven

Dit is een nobel streven, maar verscheidene voorbeelden uit heel Afrika laten zien dat de New Alliance juist precies het tegenovergestelde effect heeft. Zo worden in Nigeria, Mozambique en Tanzania kleinschalige boeren en boerinnen van hun land verdreven om ruimte te maken voor het verbouwen van suikerriet, rijst en andere gewassen. Deze landbouwprojecten worden ondersteund met geld van de New Alliance. Uit recent onderzoek van ActionAid naar een suikerrietplantage in Bagamoyo Tanzania blijkt dat niemand zelf mocht beslissen of zij wel of niet hun land wilden verlaten: ze konden slechts kiezen tussen contant geld of nieuwe grond om zich te herhuisvesten. Dit druist in tegen het internationaal erkende principe dat gemeenschappen vrijwillig, voorafgaand en geïnformeerd toestemming moeten geven voor deze plannen. Er is daarom sprake van landroof.

Van boeren en boerinnen in Tanzania wordt ook verwacht dat ze meedoen aan contractteelt waarbij ze leningen moeten afsluiten van € 15.129 per persoon. Het minimale jaarlijkse loon in de landbouwsector in Tanzania bedraagt € 499, wat inhoudt dat de lening een schuld vertegenwoordigt van 30 keer het jaarsalaris. EcoEnergy, het betrokken bedrijf van Zweeds eigendom, schat dat het tenminste 7 jaar zal kosten om de leningen terug te betalen. Om dit in perspectief te plaatsen: in Zweden zou dit betekenen dat een boer een lening van € 2.52 miljoen zou moeten afsluiten.

Zelf met alternatieven moeten komen

Als bedrijven daadwerkelijk willen bijdragen aan een betere toekomst van kleinschalige boeren en boerinnen, moeten lokale gemeenschappen de keus hebben om de projecten en de herhuisvesting te accepteren of te weigeren, evenals verschillende vormen van compensatie. Ook moet het mogelijk zijn dat zij zelf met alternatieven voor het project kunnen komen. Informatie (ook financiële informatie) moet beschikbaar worden gesteld. Dit zou niet alleen prioriteit moeten zijn voor gemeenschappen die in de getroffen gebieden leven, maar voor alle Afrikanen die in een land wonen waar dergelijke projecten gepland worden.

Op hun beurt moeten de EU-regeringen en andere geldschieters hun woorden waar maken wat betreft beleidscoherentie voor ontwikkeling. Dit betekent dat zij veel meer moeten inzetten op een ‘hands on approach’ om ervoor te zorgen dat projecten waarbij de particuliere sector betrokken is, oprecht, eerlijk en inclusief verlopen. Het betekent ook dat er strengere voorwaarden aan de financiering gesteld moeten worden, waarbij criteria wat betreft transparantie, verantwoording en waarborging inbegrepen moeten zijn. De Voluntary Guidelines on Land Tenure bieden een belangrijke kans om landrechten te beschermen. Het toezicht op deze elementen moet – veel beter dan voorheen – worden bewaakt.

Verkeerde aanpak van hongerbestrijding

Op de langere termijn, is dit nog steeds een verkeerde aanpak van hongerbestrijding. De regeringen die deelnemen aan de New Alliance, moeten alle financiële steun en betrokkenheid stoppen en in plaats daarvan andere initiatieven ondersteunen die kleinschalige voedselproducenten en duurzame landbouw werkelijk ondersteunen. Lidstaten van de EU moeten kritisch kijken naar het huidige beleid.

De New Alliance roept niet alleen grote vragen op over het soort ontwikkeling dat de EU wil bevorderen. Het is ook een test voor EU-regeringen in het garanderen van een eerlijk en inclusief proces. Wanneer investeringen in landbouwontwikkeling door verkeerde modellen en processen mislukken, is dit niet alleen duur, maar kan er ook voor zorgen dat het tegenovergestelde bereikt wordt van wat de regeringen willen, namelijk voedselzekerheid en een betere toekomst voor miljoenen kleinschalige boeren en boerinnen in Afrika en de rest van de wereld..

Yaekob Metena, directeur ActionAid Tanzania

Auteur
Yaekob Metena

Datum:
26 maart 2015