
Ouderschap als motor voor ontwikkeling
- Adam Jones
Combineer goed ouderschap met het genereren en beheren van inkomen en je hebt een duurzaam recept voor armoedebestrijding van gezinnen. Dat was één van de inzichten van het seminar: Parenting, driver of development. Het seminar werd afgelopen donderdag 15 mei in Den Haag georganiseerd door de Together4Change alliantie, die bestaat uit bestaat uit ICS (penvoerder), Wereldkinderen, Wilde Ganzen en SOSkinderdorpen.
Gedragswetenschappen als pedagogiek en psychologie worden van oudsher niet vaak gebruikt om armoede mee te verklaren. Toch komt daar de laatste tijd steeds meer verandering in. Het eind 2011 verschenen boek “Arm en Kansrijk” van Duflo en Vinayak Banerjee, legt onder andere psychologische mechanismen bloot die ten grondslag liggen aan keuzes van mensen die arm zijn en die ervoor zorgen dat ze arm blijven.
Het in december 2013 verschenen, baanbrekende boek ‘schaarste’ van de econoom Mullaihathan en de psycholoog Shafir, sluit hier op aan. Armoede zorgt voor gebrekkige cognitieve vermogens en die leiden tot keuzen die de armoede in stand houden, aldus de auteurs. Het heeft onder andere te maken met een overbelasting van de hersenen die je constant gebruikt om het hoofd boven water te houden. Dit is een van de redenen waardoor de keuzes die je maakt (impulsief geld uitgeven, roken, kiezen voor goedkope maar slechte voeding, niet kunnen plannen, niet kunnen sparen), contraproductief zijn. Beide boeken roepen op tot nieuwe interventies om armoede te bestrijden.
Armoedespiraal doorbreken
Op het seminar ‘Parenting, driver of development’, werd dit keer psychologische en pedagogische kennis gecombineerd met de vertrouwde sociaal-economische visies op armoedebestrijding. In de IDA Zaal in hartje Den Haag kwamen onderzoeksinstellingen, ontwikkelingsorganisaties, pedagogische organisaties en enkele bedrijven bij elkaar om hierover uit te wisselen. Recente inzichten laten zien dat voor duurzame armoedebestrijding van gezinnen, stijging van het gezinsinkomen alleen niet voldoende is. Om de armoedespiraal over generaties te doorbreken is goed ouderschap minstens zo belangrijk. Als ouders de behoeften van hun kinderen aandacht geven en hen voldoende bescherming bieden verbetert hun gezondheid.
Ontwikkelingsorganisaties zoals ICS en SOSkinderdorpen proberen al enkele jaren ouderschapsondersteuning en het verhogen en budgetteren van het gezinsinkomen te combineren in hun programma’s. Geen gemakkelijke opgave. ‘Het is erg lastig om op het ene moment ouders te coachen in de interactie met de kinderen en het volgende moment hun financiën aan de orde te stellen’, aldus Valerie Jans van SOSkinderdorpen als ze een workshop over ouderschap in combinatie met inkomen leidt. De deelnemers knikken instemmend, ze lopen hier ook tegenaan.
Rolmodel
“Ouders of andere verzorgers zitten vaak niet te wachten op ouderschapsbegeleiding naast bijvoorbeeld deelname aan een dorpslening om hun inkomen een impuls te geven. Ze zijn sowieso meteen verdwenen als het inkomensgenerende deel van een project wegvalt,” zegt Willem van der Put, directeur van Healthnet TPO. Bovendien zijn ook donoren niet meteen overtuigd. Betere ouderschapsvaardigheden zijn voor hen moeilijker vast te stellen dan een hoger inkomen en betere besteding ervan.
Alsof dit alles al niet ingewikkeld genoeg is, zijn het ook nog niet de makkelijkste gezinnen waar de organisaties mee werken. Zo is er in veel sloppenwijken sprake van één-oudergezinnen, kinderen die worden opgevoed door opa of oma of door een oudere broer of zus. Soms zijn moeders, maar vaker zijn vaders afwezig. Ouders zijn zich vaak niet bewust dat zij een rolmodel en voorbeeld zijn. Mannen beseffen vaak niet dat ze waardevol zijn voor hun kinderen, ook als ze geen werk of inkomen hebben of veel in hun leven niet lukt.
“Als vaders de kans krijgen om de pijn die ze zelf opgedaan hebben in hun jeugd te verwerken in ‘mannengroepen’, veranderen hun ideeën over lichamelijk straffen als opvoedmethode,” licht Margot Klute, programmamanager bij Wereldkinderen toe. Niet alleen de ideeën van vaders veranderen, maar uiteindelijk krijgt de hele gemeenschap een andere kijk op opvoeding en ouderschap. In Ethiopië behaalt partnerorganisatie HIWOT op deze manier opmerkelijke resultaten zoals de vermindering van kindhuwelijken.
Veilige hechting
Hoewel opvattingen over ouderschap van cultuur tot cultuur verschillen, zijn de gevolgen van ‘inadequaat’ ouderschap overal hetzelfde, wordt duidelijk op het seminar. Onder goed ouderschap wordt verstaan dat ouders sensitief ouderen. Dat betekent dat ze de signalen van hun kinderen juist interpreteren en er vervolgens adequaat op reageren. Een opvoeding waarbij er met zorg en aandacht wordt gereageerd op de emoties en behoeften van het kind en er tegelijkertijd passende en realistische grenzen aan het kind worden gesteld, resulteert door de bank genomen in kinderen die ‘veilig gehecht’ zijn aan hun ouders of verzorgers. En een veilige hechting in de kindertijd vormt de basis voor alle relaties die een kind later aangaat, zoals die met vrienden, partner en met eigen kinderen.
Kinderen die veilig gehecht zijn ontwikkelen later minder externe en interne gedragsproblemen, aldus hoogleraar adoptie Femmie Juffer van de universiteit Leiden, aanwezig op de conferentie. Interne gedragsproblemen zijn bijvoorbeeld angststoornissen en depressies, externe gedragsproblemen zijn agressie of criminaliteit. Overigens, vertelt Juffer, is onveilige hechting, in tegenstelling tot wat eerder gedacht werd, geen last voor het leven. In een veilige latere relatie of met een therapeut kan alsnog in volwassenheid een moeilijke start gecompenseerd worden. Bovendien kan een onveilige hechting in de vroege kindertijd, gecompenseerd worden door een veilige hechting aan een pleeg- of adoptieouder(s).
Het ideale plaatje hoeft niet
Het hoeft dus niet volgens het plaatje, als maar door iemand aan sensitief ‘ouderschap’ wordt voldaan, ook als dat geen biologische ouder is. Juffer staaft haar beweringen over hechting met wereldwijd onderzoek, ook in ontwikkelingslanden. Hechting is bijvoorbeeld voor het eerst in Oeganda onderzocht door Mary Ainsworth. Veilige hechting vergroot niet alleen de sociale kansen van kinderen in hun latere leven, ook hun cognitieve mogelijkheden worden groter. Daarmee wordt hun perspectief op werk uiteraard ook beter.
Ook professor Interculturele Pedagogiek Mariette de Haan vult de bevindingen van Juffer aan als ze op de conferentie stelt dat dat “veranderingen in ouderschap samengaan met veranderingen in de inkomenssituatie van gezinnen en de lokale samenleving als geheel.”
Adolescenten als ouders
Het in 2008 opgerichte Parenting Africa Network is voor een aantal bezoekers aan het seminar nog onbekend. Veel Afrikaanse organisaties die ouders begeleiden, hebben zich erbij aangesloten. Doel is om kennis en ervaring rond het ondersteunen van ouders uit te wisselen en om gezamenlijk te lobbyen voor een gezinsgericht beleid. Elk jaar is er een thema, en in 2013 was dat ‘Adolescents with parenting responsibilities’, in veel landen in Afrika niet ongebruikelijk. Steeds meer landen sluiten zich bij het netwerk aan, vertelt Maaike Stolte van ICS verheugd.
Eén vraag blijft openstaan op de dag: Als ouderschap zo belangrijk is voor ontwikkeling, waarom zijn er vandaag dan vooral organisaties die zich richten op kinderen en hun rechten en wordt ouders begeleiden geen integraal onderdeel van armoedebestrijding van andere organisaties die ook met gemeenschappen werken? De vraag wordt niet helemaal beantwoord, iemand mompelt wat over ‘andere prioriteiten’, en enkele medewerkers van Cordaid roepen vanuit het publiek: er zijn niet alleen kindgerichte ontwikkelingsorganisaties, wij zijn er ook!
Misschien een goede zet. Want met het voortschrijdend inzicht dat armoede en de bestrijding daarvan mede vanuit een psychologische en pedagogische invalshoek moet worden bekeken, zullen wellicht ook methodes om armoede te bestrijden met deze visies moeten worden geïntegreerd.