
‘Ontwikkelingsgeld naar Defensie is creatief met kurk’
Sinds het aantreden van minister Ploumen is de combinatie hulp en handel landelijk voer voor discussie. Het debat richt zich hierbij voornamelijk op de invulling van het revolverend fonds. Maar hoe zit het eigenlijk met het budget dat wordt weggezet voor Internationale Veiligheid? Vice Versa ging op onderzoek uit.
Rutte-I bezuinigde al één miljard euro op Defensie en het huidige kabinet doet daar nog eens een bezuiniging van 250 miljoen euro bovenop. Tegelijkertijd vindt er onder kabinet Rutte-II een uitbesteding tussen ministeries plaats waarbij er vanaf januari 2014 er jaarlijks 250 miljoen euro naar het fonds voor Internationale Vrede en Veiligheid zal gaan.
Vanuit ontwikkelings- en humanitaire organisaties wordt gewaarschuwd voor de militarisering van hulp en vanuit Den Haag komt het verwijt dat het een onwelkome vervuiling van het budget is. Anderen zien juist een historische mogelijkheid coherent beleid te voeren in fragiele of conflictstaten. Is dit een noodgedwongen afspraak tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Defensie om de bezuinigingen binnen verschillende sectoren effectief op te vangen of is dit de noodzakelijk verlangde beleidscoherentie waar mensen in ontwikkelingslanden op wachten?
Commotie in Groot Brittannie
Eenzelfde debat vindt momenteel ook plaats in Groot-Brittannië waar premier David Cameron afgelopen maand uitsprak open te staan voor vermenging tussen de budgetten van ontwikkelingssamenwerking en defensie. ‘Fragiele of door conflict getroffen staten hebben geen van de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen behaald. Veiligheid garanderen en zorg dragen voor stabiliteit is het echter wel het fundament van waaruit ontwikkeling plaatsvindt. We moeten zorgvuldig nadenken hoe we daaraan kunnen bijdragen’, aldus Cameron.
Deze ontwikkelingen moeten gezien worden als een uiting van de bredere trend van de securitization of aid die al langer in het Verenigd Koningkrijk plaatsvindt. Hoewel deze uitspraken goed zijn gevallen bij voorstanders van deze benadering en zijn overwegend rechtse achterban deden ze in de Engelse ontwikkelingssector flink wat stof opwaaien.
Zo sprak Christian Aid vorige maand haar zorg uit over de lange termijn gevolgen van deze verschuiving, met name in door conflict en fragiliteit getroffen gebieden: ‘Het vervagen van de grens tussen militaire acties en het leveren van hulp betekent dat hulpverleners geassocieerd kunnen worden met militairen. Dit leidt niet alleen tot direct gevaar voor de hulpverleners ter plaatse, maar vermindert ook de mogelijkheid om in de toekomst het vertrouwen te winnen van die mensen die je juist probeert te helpen.’
Ook Oxfam staat wantrouwig tegenover de plannen van het kabinet om publiek ontwikkelingsgeld uit te geven voor defensiedoeleinden en zei daarover in de Britse media: ‘de belastingbetaler verwacht dat geld voor ontwikkelingssamenwerking naar het bouwen van ziekenhuizen gaat, niet naar de financiering van gevechtshelicopters.’
Naast deze uitingen van zorg over de veiligheid van hulpverleners en de morele implicaties zijn er ook vragen over de effectiviteit van een dergelijke benadering. Zo stelt het Overseas Development Institute (ODI) dat uit onderzoek is gebleken dat ontwikkelingssamenwerkingsfondsen besteed aan defensiedoeleinden zoals het stabiliseren van een regio één van de minst effectieve vormen van ontwikkelingssamenwerking is.
Lange termijn implicaties
In Nederland lijkt het debat priller, maar ook hier is er felle kritiek op de plannen van Ploumen die in de voetsporen van haar Britse collega lijkt te treden. Zo waarschuwde het Rode Kruis in reactie op de plannen van minister Ploumen in december al voor de risico’s van de militarisering van hulp en roept de minister dan ook op een duidelijke lijn te trekken tussen deze twee zaken. Naast de gevaren voor de hulpverleners zelf, levert dit volgens de organisatie namelijk ook gevaren voor de burgerbevolking op: ‘Vermenging van humanitaire en militaire activiteiten kan leiden tot gevaar voor de burgerbevolking die doelwit van aanvallen kan worden als ze humanitaire hulp van militairen aannemen, aldus woordvoerders van het Rode Kruis.’
Jasper van Dijk (SP) heeft ook zijn twijfels bij de vermenging van deze budgetten. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de situatie in Mali. De Verenigde Staten hebben daar jarenlang militairen opgeleid en wat gebeurt er? De opgeleide militairen hebben een coupe d’etat gepleegd. Nu wil de Europese Unie daar een trainingsmissie opzetten om militairen opleiden die onderling tot op het bot verdeeld zijn in strijdgroepen en nu al de confrontatie opzoeken. Het is vergelijkbaar met de situatie die we in Afghanistan hebben gehad.’
‘Begrijp mij niet verkeerd, ik twijfel niet aan de inzet van de Nederlandse, of Europese militairen, maar het is een hopeloos en uitzichtloos verhaal. Daarom ben ik er heel, heel terughoudend mee dat ontwikkelingsgeld gebruikt gaat worden voor militaire missies,’ aldus Van Dijk.
Lakmoesproef voor de minister
Jan Gruiters, algemeen directeur van IKV Pax Christi, erkent de complexiteit maar is minder terughoudend: ‘De inrichting van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) is een lakmoesproef voor minister Ploumen, die als eerstverantwoordelijke voor het budget garant moet staan voor de ontwikkelingsrelevantie ervan. Als zij er in slaagt het BIV te gebruiken voor de bescherming en veiligheid van burgers in fragiele staten en conflictgebieden en het realiseren van de vredesopbouwdoelen zoals die zijn geformuleerd in de New Deal for Engagement in Fragile States, dan draagt het BIV zeker bij tot coherentie van beleid. De minister zal daarvoor keihard moeten onderhandelen met haar collega-ministers.’
Gruiters ziet grote kansen voor de minister: ‘Op deze manier kan Ploumen ook het beleid van Defensie beïnvloeden zoals zij ook het beleid van ondernemingen beïnvloedt door eisen te stellen op gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo kan zij eisen dat bescherming van burgers wordt opgenomen in het toetsingskader voor de uitzending van Nederlandse militairen. Dit is in lijn met het recente advies van de AIV dat in het rapport de waarde van defensie verscheen.’
‘Kernvraag is steeds: wiens veiligheid en wiens belangen staan centraal. Als we ons willen laten leiden door de veiligheid van mensen dan moeten we ons richten op de oorzaken van onveiligheid en aan het bestrijden daarvan bijdragen, ook als daarbij onder restrictieve voorwaarden en in het uiterste geval militaire middelen voor noodzakelijk zijn’, aldus Gruiters.
Vervuiling of kans?
Ook in Nederland is een toegenomen focus op veiligheid binnen ontwikkelingssamenwerking te merken en de roep om aandacht en coherent beleid voor fragiele staten en conflictlanden is daar het resultaat van, denk in deze bijvoorbeeld aan de New Deal. Gruiters legt uit waardoor volgens hem deze kentering plaatsvindt: ‘Humanitaire drijfveren, maar ook nationale belangen op het gebied van veiligheid, economie en migratie zijn een belangrijke motivatie voor meer aandacht voor deze gebieden.’
‘De afgelopen jaren is tevens het besef gegroeid dat het doorbreken van de vicieuze cirkel van ongebreideld geweld, chronische armoede en falend bestuur een geïntegreerde benadering vergt. We moeten erkennen dat in zo’n benadering naast ontwikkelingswerkers en diplomaten soms ook militairen een rol spelen.’
De internationale spanningen zijn na 11 september, na Irak en Afghanistan eerder groter dan kleiner geworden. Juist daarom moet Minister Ploumen bij de aanwending van het BIV scherp bewaken dat human security en de bescherming van mensen zowel de doelstelling vormen als de doorslag geven. Je zou kunnen zeggen dat Ploumen een historische kans heeft om militairen in te zettenvoor ontwikkelingsdoelen en ik meen dat wij de minister moeten afrekenen op de bijdrage die BIV levert aan de bescherming van burgers in fragiele en conflictstaten.’
Creatief met kurk
Van Dijk is terughoudender en waarschuwt dat dit niet ten koste mag gaan van wat hij beschrijft als échte ontwikkelingshulp. ‘Door het schuiven met budgetten wordt de definitie van de 0,7% op deze manier nog verder uitgehold en zal ontwikkelingssamenwerking er ernstig op achteruit gaan. Ik ben daarom ook tegen dergelijke vervuiling.’
‘Nadat het vorige kabinet al één miljard euro had bezuinigd op Defensie heeft de VVD tijdens dit kabinet, waar nogmaals 250 miljoen euro werd bezuinigd, waarschijnlijk geopperd om die 250 miljoen binnen ontwikkelingssamenwerking beschikbaar te maken voor Defensie. Het is ook wel creatief met kurk.’
Binnenkort zal de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking haar plannen voor de precieze invulling van het budget Internationale Veiligheid presenteren aan de Tweede Kamer.