‘God still has a plan for me’

Antropologe Judith van de Kamp heeft net een nieuwe oppas voor haar eenjarige dochter. Dat men in Kameroen anders met baby’s omgaat dan in Nederland, leidt soms tot hilarische situaties.

Christine is een mooie vrouw van begin 40. Ze heeft een diepe warme stem, guitige wangen en ze barst van de energie. Je zou niet zeggen dat ze al vijf kinderen heeft gebaard en grootgebracht, maar toch is het zo. Christine heeft haar basisschool nooit kunnen afmaken; haar ouders hadden haar nodig op het land. Sindsdien heeft ze duizend-en-één baantjes gehad. Meestal werkt ze op het land, onder de hete zon. Haar man werkt op het plaatselijke busstation. Het krappe inkomen gaat in de eerste plaats naar de educatie van de kids. Christine was blij verrast toen ze via via werd gevraagd om voor ‘twee witten met een baby’ te werken.

Uitgevouwen bloem

Die witten, ja dat zijn wij dus; Rolf en ik. De eerste keer dat ik Christine zag, was ze een soort ineengevouwen bloem. Ze keek naar de grond en maakte een buiging voor ons. Ik wist me geen houding te geven, en dat was insgelijks. Inmiddels is Christine een uítgevouwen bloem waar ik elke dag van leer, en die ik elke dag meer bewonder. Ze is dikke vrienden met Enna (onze dochter van één) en voelt zich vrij in ons huis. Het heeft wel een tijdje geduurd voordat we ons op ons gemak voelden samen.

Stilletjes bestudeerde ik haar manieren in huis, en dacht dingen als: Maakt ze nu de toilet schoon met afwasmiddel? Als ze Enna op haar schoot (náást onze commode!) verschoonde, keek ik bezorgd naar Enna die dan half op haar kop hing en het toeliet alsof ze nooit anders gewend was. Ook moest ik wennen aan het feit dat Christine gedurende de hele dag niet eet. Ik dacht dat het beleefdheid was, en bleef maar vragen of ze iets wilde eten. ‘Eating makes me lazy’, zei ze dan, en inmiddels weet ik dat lunch hier niet zo’n gebruikelijke gang is.

De verwondering was wederzijds. ‘Rijke mensen die theezakjes hérgebruiken?’ Ook keek Christine gebiologeerd toe als ik heet water over een gevulde koffiefilter schonk. ‘What are you doing?’ Ik keek háár dan weer verbaasd aan; nog nooit gemalen koffie gezien? De koffiebomen groeien notabene achter ons huis – blijkbaar niet voor de lokale markt. Als ik Enna in bad deed, vroeg ze niet-begrijpend waarom we babies niet volledig insmeren met vaseline, waarop ik haar weer verbaasd aankeek: ‘Why would I do that?’ Christine: ‘It’s normal!’

Lokale vraagbaak

Christine is ook mijn grote vraagbaak over de lokale taal, lokale gebruiken en gewoonten. En ze zegt waar het op staat. ‘Christine, komt malaria hier veel voor?’ ‘Oja, dagelijks gaan er mensen aan dood’. ‘Christine, die kleine spinnen op de muren, die doen toch niks?’ ‘Jawel, als ze bijten krijg je kringen op je huid die langer jeuken dan muggenbulten’.

Ook wat betreft eetgewoonten is het leren wederzijds. Christine kijkt schuchter en met grote ogen toe als ik een salade maak met groenten die ze niet kent, zoals broccoli (veel te duur). Ik kijk met veel grotere ogen toe als ik maden (!) ontdek in de gedroogde vis, en Christine zegt: ‘That’s normal. Just put the fish in the sun, and they will disappear’. Als ik uitleg dat wij in Nederland voedsel weggooien als we maden zien, zegt ze verontwaardigd: ‘How can you throw away good food!’.

Wie helpt wie?

Ondanks de lol word ik door de verschillen met mijn neus op de feiten gedrukt. Christine is arm en ik ben rijk. Ik zal nooit vergeten dat Rolf en ik haar het zorgvuldig samengestelde kerstpakket gaven met olie, maggiblokjes, verse kruiden en toffees. Christine zei geëmotioneerd dat ze nog nooit zo’n cadeau ontvangen had, zelfs niet van haar man. ‘I thought God had given up on me, but apparently he still has a plan for me.’ En Christine kan door haar baan bij ons een beetje sparen en haar oudste zoon naar de lerarenopleiding sturen. Maar in plaats van dat het me een goed gevoel geeft, word ik er soms een beetje triest van. De verschillen zijn gewoon té groot, en dit is slechts een uitvergroting van de verschillen wereldwijd. En wie helpt nu wie? Het argument dat onze aanwezigheid hier in Kumbo werkgelegenheid verschaft vind ik nog steeds een rare. Ook geloof ik niet dat dit iets met armoedebestrijding te maken heeft; dat zie ik als iets groots, iets op macroniveau. Ik laat het liever over aan beleidsmakers die pleiten voor eerlijke handel en meer van dat soort zaken die mijn pet te boven gaan.

Christine helpt óns en ik ben haar dankbaar voor haar harde werk. Dat het werkt haar ook wat oplevert zie ik als een gevolg hiervan. Tot die tijd leer ik het dagelijks leven in Kameroen steeds beter kennen, mede dankzij Christine.

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
27 maart 2013
Categorieën: