Nairobi’s graffiti-revolutie

Langs de weg die de sloppenwijken van Mathare met de Keniaanse hoofdstad verbindt, duikt tussen het eindeloze bruin van de golfplaten huizen een gigantisch billboard op. Wie denkt dat het om de zoveelste campagneposter gaat, heeft het mis. Of toch niet helemaal? ‘My voice, my vote, our future’, luidt de slogan op het metershoge doek. Maar anders dan de gebruikelijke aanblik van een glimlachende presidentskandidaat siert een rij mannen met de hoofden van een aasgier het beeld.

‘Ik steel hun belastinggeld, roof hun land, maar die idioten zullen op me blijven stemmen’, staat er naast de beeltenis van een andere gier op een muur in het centrum van Nairobi. Behalve het billboard is dit een van de spaarzame getuigen van de zogenaamde graffitirevolutie die zich afgelopen zomer door Nairobi verspreidde. Door de hele stad doken in totaal vijftig spotprenten op. Steevast met politieke leiders afgebeeld als gieren, vergezeld door beschuldigingen over het wanbestuur – corruptie, landroof en tribale politiek – waarmee de Kenianen hun leiders keer op keer weg laten komen. Politici als gieren: terend op het werk dat anderen gedaan hebben.

Ma Vulture

Het graffitiproject introduceerde een grotere beweging van Keniaanse activisten, die onder de naam ‘Ma Vulture’ (gier) het land wil voorbereiden op de verkiezingen in maart 2013. Op de bijbehorende website mavulture.com houdt zij profielen bij van politici en machthebbers in het bedrijfsleven, waarin wordt gerapporteerd over corruptie en andere misstanden. Het doel: een einde maken aan het stemmen volgens tribale verhoudingen, en de Kenianen hun leiders ter verantwoording laten roepen. Betrokkenheid in drugs- en moordpraktijken, verkrachting en een breed scala aan andere schandalen worden daarvoor nauwkeurig bijgehouden. ‘Kabogo is als een ui: het afpellen van de lagen levert weinig anders op dan tranen’, kopt een artikel over het criminele verleden van een parlementslid.

Op de website zijn ook foto’s van de verschillende graffitikunstwerken te zien, sommige zijn gemaakt tijdens het spuiten zelf. Slechts één gezicht van de groep kunstenaars is herkenbaar in beeld: dat van Boniface Mwangi (29), het brein achter het project. Als fotojournalist vergaarde Mwangi nationale en internationale bekendheid met zijn beelden van het geweld na de verkiezingen in 2007. De foto’s gingen de hele wereld over, maar zijn straatexposities in Kenia zelf werden tegengehouden- ‘te confronterend’. Hij werd gearresteerd, zijn camera’s werden gebroken en zijn account werd van Facebook verbannen. Voor Mwangi betekende het een belangrijke stap in zijn werk. ‘Tot die tijd zag ik de wereld door mijn camera, maar na de gewelddadigheden moest ik iets doen. Ik voelde dat ik uit elkaar zou barsten als ik me niet uit zou spreken.’

‘Openbaarheid beste plaats’

Mwangi stortte zich op graffitikunst, want ‘een foto is nooit genoeg om alle misstanden in dit land te vangen’. Niet zonder gevaar. Graffiti zetten in Kenia is strafbaar, maar zijn kritische boodschap werd nog minder gewaardeerd. Politici bedreigden hem en probeerden hem om te kopen om zijn werk te staken. ‘De dood is de enige manier om mij te stoppen’, zegt Mwangi. ‘Mijn grootste angst is te worden vermoord.’ De weg naar veiligheid lag in bekendheid: ‘Als anonieme kunstenaar kunnen ze mij in stilte omleggen. Nu weten mensen wat ik doe. Als ik word vermoord, staat het morgen in de krant. De openbaarheid is de beste plaats om in te schuilen.’

En zo werd een van de eerste graffitiwerken publiekelijk in de stad gezet: terwijl Nairobi sliep, rukte de groep kunstenaars gewapend met spuitbussen uit, en beschermd door politiemannen die waren ingehuurd met het idee dat ze de wacht moesten houden bij een filmlocatie. Toen een paar uur later de zon opkwam en het centrum volstroomde met mensen op weg naar hun werk, werd duidelijk wat het werkelijke doel van de kunstenaars was geweest: een meterslange spotprent middenin Nairobi.

Op een klein aantal tekeningen na heeft het stadsbestuur de kunstwerken inmiddels allemaal overgeschilderd. Maar in het kantoor van Mwangi wordt hard gewerkt om dossiers van politici onuitwisbaar online vast te leggen. En achter stapels papierwerk staan de verfbussen al klaar naast een nieuw ontwerp: het bekende evolutieplaatje met vier apen die steeds rechter op gaan lopen. De eerste drie elk met het hoofd van een Keniaanse president, de aap voorop met een vraagteken in het gezicht.

Eline Huisman volgde afgelopen jaar de Masterclass Buitenlandjournalistiek van Coolpolitics. Haar reis naar Kenia is mogelijk gemaakt door het Beyond (y)our World-project van lokaalmondiaal.

 

Auteur
Jeroen Aerts

Datum:
31 december 2012
Categorieën: