Is de missie gebonden aan ‘Het Zuiden’?

Moeten ontwikkelingsorganisaties mee met de vluchtigheden van de tijd of zich vasthouden aan waar zij voor staan? En moeten zij zich in hun werk richten op ‘Het Zuiden’ of op de armoede problematiek in eigen land? In gesprek met haar omgeving overpeinst Janneke Juffermans deze vragen en stelt dat organisaties meer de connectie moeten leggen met het ‘hier’.

‘Deze tijd is een tijd waarin alles elkaar heel snel opvolgt, niet alleen de politiek, maar ook de waan van de dag, de informatiestromen etc. Mensen zijn vluchtig in hun aandacht en hetzelfde geldt voor hun betrokkenheid. Bij acties als Serious Request en Kony zijn mensen kort geboeid en betrokken, maar het volgende moment zijn ze weer bezig met een aankoop die ze graag willen hebben.’ Dat hoorde ik gister iemand zeggen. We waren met een paar mensen in gesprek over de dilemma’s waar ontwikkelingsorganisaties vandaag de dag voor staan en hoe ze daar het beste mee om kunnen gaan.

Want als aandacht tegenwoordig zo vluchtig is, hoe kun je dan blijvend zorgen voor een stevige achterban? Of moet je mee in de vluchtigheid? Maar verlies je dan niet je wortels, dat waar je voor staat? De meningen aan tafel waren verdeeld, waar de één vond dat ontwikkelingsorganisaties net zo snel moeten schakelen als ‘de waan van de dag’, dacht de ander dat juist in deze tijd er behoefte is aan mensen en organisaties die een duidelijke boodschap hebben en die blijven verkondigen. Die standvastig en helder zijn.

‘Dat is niet onze taak’

Maar dan komen we bij een nog wezenlijker dilemma. Want wat is die standvastige heldere boodschap dan? Hoe vertaal je de wortels van toen naar de tijd van nu? Het lijkt erop dat veel ontwikkelingsorganisaties opnieuw de afweging maken of ze zich niet ook moeten richten op mensen in de verdrukking hier in Nederland. Het credo: ‘Daar zijn andere organisaties voor, dus dat hoeven wij niet te doen,’ lijkt dan minder voor de hand liggend.

En terecht wat mij betreft. Niet alleen omdat de samenleving verandert en betrokkenheid vaker rond ideeën of idealen plaatsvindt – al dan niet via sociale media – en minder rond organisaties. Maar ook omdat het behouden van draagvlak in Nederland wellicht ook te maken heeft met het serieus nemen van de problemen die Nederlanders in toenemende mate ervaren. Als je de reacties op berichten over ontwikkelingssamenwerking op internet als leidraad neemt, is daar regelmatig een strekking als: ‘We hebben het hier al moeilijk genoeg, laten we eerst onze problemen hier oplossen,’ in te lezen. En zulke opmerkingen zijn volgens mij niet meer af te doen met  ‘luxeproblemen en onwetendheid’.

Kinderopvang als symptoom

Wat dat betreft denk ik dat de sector haar morele overtuigingen op twee manieren moet herijken. Niet alleen doordat onze overtuigingen over mensenrechten bijvoorbeeld niet langer de toon zetten als het gaat om ontwikkelingen in het Zuiden, aangezien bijvoorbeeld in Afrika steeds vaker voor andere ontwikkelingspartners, met een meer pragmatische en zakelijke inslag wordt gekozen. Maar ook omdat ‘onze’ ideeën over wat échte armoede en échte ellende is, namelijk niet hier, maar daar, niet altijd meer aanslaan in ons eigen land.

Er ís ook toenemende ongelijkheid in Nederland. Ik kan de voedselbanken noemen, mensen die illegaal in de schoonmaak werken, of mensen die niet van hun AOW-uitkering kunnen rondkomen. Maar er is meer aan de hand. In de Volkskrant van vorige week stond dat steeds minder mensen de kinderopvang kunnen betalen. Aangezien het hier in de meeste gevallen om tweeverdieners gaat, is dat best opmerkelijk. Het geeft aan dat ook de Nederlandse middenklasse lastiger rondkomt. Het gevolg is dat werkende vrouwen weer vaker de zorg voor hun kinderen op zich gaan nemen en minder gaan werken. De hele emancipatiebeweging ten spijt, worden we wegens het niet meer kunnen betalen van de kinderopvang weer in oude rolpatronen gedwongen. En dit lijkt me een voorbeeld van iets groters. Verworvenheden die we in Nederland hebben opgebouwd, en die te maken hebben met ons sociale stelsel en onze democratie, staan toenemend onder druk.

Onzekerheid

Dit leidt, mede door de immer wisselende politieke arena, tot onzekerheid bij een groeiende groep mensen. Als je als ontwikkelingssector deze onzekerheid, die zeker minder schrijnend is dan die van veel anderen ter wereld, maar daarom niet minder reëel voor de mensen die het betreft, niet écht serieus neemt, hoe kun je dan verwachten dat mensen jou wel blijven steunen en met je meedenken?

In hetzelfde gesprek waar ik hierboven aan refereerde zei een vrouw dat ze haar kinderen aan het voorbereiden is op een veel minder luxe leven dan we nu gewend zijn. Ze verwacht dat we over enkele jaren zélf wellicht ontwikkelingshulp nodig hebben.

Keuze voor thema’s

Of dat gebeurt weet ik niet, maar ze zou best gelijk kunnen hebben. Ongelijkheid speelt zich in ieder geval vaker binnen, dan tussen landen af. Wellicht moeten ontwikkelingsorganisaties daarom voor grote thema’s kiezen, zoals: we staan voor de bestrijding van armoede, ongeacht waar die armoede zich afspeelt. En misschien dat ze daarmee ook hun eigen wortels en daarmee de verbinding met hun achterban terugvinden. Want ergens onderweg is de koppeling tussen idealen en regio’s gemeengoed geworden in ontwikkelingsland. Maar die koppeling is niet meer zo vanzelfsprekend.

Deze en andere dilemma’s komen aan de orde in de workshop Ruimte voor je wortels op Partos Plaza op 4 oktober.www.partosplaza.nl

Auteur
Janneke Juffermans

Datum:
01 oktober 2012