
Religie en ontwikkelingssamenwerking – van debat naar dialoog
Is religie een bron voor conflicten of speelt religie in ontwikkelingssamenwerking juist een belangrijke sleutelrol voor ontwikkeling en sociale verandering? Die vraag stond centraal op de conferentie ‘De antenne op scherp’ die afgelopen dinsdag in Den Haag werd gehouden. Hoofdsprekers tijdens de conferentie waren Prins Jaime de Bourbon de Parme, Nederlands ambassadeur in Vaticaanstad, en Musimbi Kanyoro, voorzitter van het Global Fund for Women.
Het doel van de conferentie was, zoals de naam al aanduidde, om de antenne voor religie scherp te stellen en te laten zien op welke manier religie kan bijdragen aan positieve en duurzame sociale verandering. De dag werd georganiseerd door Kerk in Actie, ICCO, Prisma, Kenniscentrum Religie en Ontwikkeling en Edukans en trok een scala aan voornamelijk christelijke ontwikkelingsorganisaties.
Relevant
Waar we in het Westen behoorlijk seculair zijn, heeft zo’n 86 procent van de wereld wel iets met religie, benadrukte Prins Jaime de Bourbon de Parme in zijn lezing. Na jarenlang te hebben gewerkt in conflict- en oorlogsgebieden als Irak en Afghanistan, is De Bourbon sinds een half jaar werkzaam als ambassadeur van Nederland bij de Heilige Stoel in Vaticaanstad. ‘Op het gebied van ontwikkeling heb ik gewerkt met overheden, hulporganisaties, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Het enige wat nog ontbrak op dat lijstje waren de religieuze instellingen.’ Die kans krijgt hij nu volop in zijn nieuwe functie: ‘Mensen vragen mij wel eens of religie relevant is voor diplomatie. Als 86 procent van de wereld religie belangrijk vindt, is het zeker relevant. Vrijheid van geloof is niet alleen van betekenis voor vrede, maar ook voor economische groei, humanitaire hulp en maatschappelijke ontwikkeling. Dat zijn de hoofdzaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dus ja, religie is een relevante factor in ontwikkeling.’
Op de vraag of religie niet juist veel conflicten heeft veroorzaakt, reageerde hij: ‘Religie op zichzelf is geen bron van geweld, het gaat om het gebruik ervan. Als het gebruikt wordt als middel om anderen uit te sluiten, dan lokt het geweld uit. Maar religie kan juist ook bevrijdend werken. Mijn opa heeft in een concentratiekamp gezeten en gaf altijd mee dat het goed was dat mensen daar hun religieuze waarden behielden. Zolang er over geloof en over de zin van het leven werd gesproken, bleven mensen in leven.’ De Bourbon gaf aan dat het in conflicten juist belangrijk is dat religieuze waarden blijven bestaan: ‘Als alle christenen uit het Midden-Oosten zouden vertrekken, zou dat een groot gevaar vormen. Christenen vormen daar nu vaak een buffer in de conflicten met waarden als hoop en vergeving.’
De katholieke kerk blijft volgens De Bourbon in veel situaties kijken of ze een rol kan spelen in het stimuleren van vrede: ‘Het Vaticaan is een doe-netwerk van kerken en gerelateerde organisaties. Wanneer hulporganisaties of correspondenten in oorlogssituaties vertrekken vanwege de onveiligheid, blijven er altijd priesters en nonnen achter die ten dienst blijven staan van de bevolking. Bovendien is de paus een vredesbemiddelaar. Niet alleen heeft hij tussen Cuba en de VS bemiddeld, ook is hij achter de schermen bezig wat katholieke kerken kunnen betekenen in de situaties van bijvoorbeeld Syrië en Burundi.’
Frisse kijk
Samenwerking tussen het Vaticaan en de ontwikkelingssector moedigt hij zeker aan vanwege de frisse kijk van de paus: ‘De paus heeft de ‘Evangelii gaudium’ gepubliceerd, waarin hij een aantal concrete passages weidt over ontwikkelingssamenwerking. Hij uit daar kritiek op het kapitalistische systeem, waarbij mensen tussen wal en schip vallen omdat kapitaal als waardevoller dan de mens wordt gezien. In de ontwikkelingssector worden er technologische en praktische oplossingen geboden voor de ideeën waar hij het over heeft. Bijvoorbeeld als het gaat om microfinanciering, waarbij mensen financieel geholpen worden die daarvoor buiten het financiële systeem stonden.’
Ook onderstreept de paus het belang van eerlijke handel, zei De Bourbon: ‘Hij keurt af hoe het bedrijfsleven om kan gaan met de allerzwaksten in de samenleving. Bijvoorbeeld boeren in Ghana, die door bedrijven onder druk worden gezet om zo veel mogelijk te produceren voor zo weinig mogelijk geld. Daardoor doen ze slechte investeringen in grond, met als gevolg dat de aarde feitelijk over een jaar of tien niet meer produceert. Je ziet nu dat bedrijven als Unilever een start maken met eerlijke handel. Ze investeren in betere lonen, waardoor er beter met grondstoffen wordt omgegaan.’ Volgens De Bourbon zijn dat manieren van handel en ontwikkelingssamenwerking die goed passen bij de kijk van de paus op het bedrijfsleven en de wereldeconomie. ‘Dus zelfs al werken hulporganisaties of bedrijven vanuit een ander perspectief dan het Vaticaan, toch linken de visies aan elkaar. Daar liggen de mogelijkheden voor samenwerking.’
Meetlat
Kennis van elkaars standpunten is daarbij noodzakelijk, verklaarde hij: ‘De katholieke kerk werkt niet hetzelfde als een bedrijf of als de politiek. Er bestaat geen links of rechts. Wel is er een spanningsveld tussen de puristen en de pastoralen. De puristen staan voor de pure waarden van de kerk: als die waarden verwateren, wie zijn wij dan nog? Maar de pastoralen zijn pragmatischer: natuurlijk streven we naar die waarden, maar wij zijn zelf ook niet perfect, dus laten we de kerk openstellen voor iedereen. De huidige paus past beter bij de pastoralen.’ Zelf gebruikt De Bourbon ‘een meetlat’ om te kijken waar iemand staat in dit spanningsveld: ‘Op die manier probeer ik iemand te benaderen zonder te veroordelen.’ Die aanpak is nodig om Nederland en het Vaticaan verder te laten komen in de samenwerking: ‘Het debat tussen Nederland en de Heilige Stoel gaat meestal over misbruik in de kerk, abortus, euthanasie en het homohuwelijk. Ik wil niet vastzitten op dat debat, maar juist ook kijken waar we kunnen samenwerken. Dan gaat het over thema’s als vrede, armoedebestrijding, klimaat en mensenrechten.’
Zijn adviezen en conclusies: ‘Zet je antenne op scherp. Maak gebruik van kerken, het zijn waarde-organisatie die beschikken over een grote achterban, kennis en actie. Wees wel een antropoloog: bestudeer eerst de structuren en veroordeel niet. Bouw positieve relaties en zoek kansen voor samenwerking. Dat gaat misschien best wat tijd kosten. Maar deze paus is nergens bang voor en gaat de dialoog aan. Dat moet ook de houding van Nederland zijn: als wij het vertrouwen kunnen opbouwen om met elkaar te praten, dan kunnen we dingen bereiken.’
Kwaad daglicht
Ook de Keniaanse Musimbi Kanyoro is van mening dat verandering pas tot stand kan komen als iedereen samenwerkt. Kanyoro is theoloog en voorzitter van het Global Fund for Women, een organisatie die wereldwijd vrouwenbewegingen ondersteunt en opkomt voor vrouwenrechten. Tijdens ‘De Antenne op scherp’ vertelde zij dat religie bevrijdend kan werken, maar ook dat religie een onderbelicht aspect vormt van sociale verandering en ontwikkeling. Daarnaast staat religie vaak in een kwaad daglicht.
Dat komt grotendeels door de berichtgeving hierover, zei zij: ‘Religie noemen we tegenwoordig vaak fundamentalisme of extremisme. Regelmatig wordt een eenzijdig beeld gecreëerd en hoor je het tegengeluid niet. In verhalen ligt de focus op wat er is gebeurd en niet op de impact van de gebeurtenis op de slachtoffers.’ Dat ligt niet alleen aan de media, verklaarde Kanyoro, maar ook aan de religieuze gemeenschappen zelf: ‘In Nigeria werden in 2014 ruim tweehonderd meisjes, voornamelijk christenen, gekidnapt door Boko Haram. Wat opviel was dat we niet de stemmen van de christelijke gemeenschap hoorden. In een wereld van mogelijkheden op technologisch gebied bleven zij stil. De rest van de wereld was verontwaardigd: waarom hoorden we zo weinig protest? Omdat ze handelden uit angst. Daarom bleven ze op de achtergrond. Angst kan ervoor zorgen dat mensen het geloof opgeven. Dat is geen goede reclame, religie verloor hier echt aan geloofwaardigheid.’
Vrouwen als spil
Hierdoor gaan veel kansen verloren, zei Kanyoro: ‘Overheden, organisaties, religieuze en culturele bewegingen moeten samenwerken om veranderingen teweeg te kunnen brengen. Religieuze partijen kunnen dat alleen niet af. Maar verbindingen tussen al die groepen ontstaan alleen als men van elkaar op de hoogte is.’ Daarom is het belangrijk dat media en organisaties ondersteuning bieden aan de lokale partijen die vanuit een religieus kader werken op het gebied van vrede, armoede en mensenrechten: ‘Zij staan niet vaak in de spotlights, terwijl het goed is om deze kant van religie te laten zien in plaats van extremisme. Deze hulpverleners en activisten zijn diep geworteld in de gemeenschappen en laten daarbij hun eigen dogma’s varen. Het interreligieuze gesprek brengt ze heel ver.’
Kanyoro juicht ook het werk van christelijke vrouwen toe die in hun eigen gemeenschap aan verandering werken: ‘Overheden en organisaties zouden hen daarbij moeten ondersteunen door ze onderwijs en materialen te bieden. Vrouwen zijn in veel gevallen de spil waar het huishouden, de kerk en de gemeenschap op draait en toch is dit de minst ondersteunde groep ter wereld. Ze krijgen weinig kansen om te studeren, terwijl onderzoeken aantonen dat zowel mannen als vrouwen nodig zijn voor een goed functionerende regering. Zo werkt het ook in het bedrijfsleven en in de kerk.’
Vrouwen zouden meer bij de uitleg van religie betrokken moeten worden, zei ze: ‘Het is goed om ook het geluid van vrouwelijke theologen te horen in de kerk. Als het bijvoorbeeld gaat om seksueel misbruik, wordt er in christelijke gemeenschappen te snel gegrepen naar genade en vergeving. Maar het slachtoffer, meestal een vrouw, moet ook haar verdriet kunnen uiten. De uitleg en interpretatie van de Bijbel speelt hierbij een grote rol.’ Kanyoro gaf aan dat de Bijbel in dit soort gevallen snel veroordelend uitgelegd kan worden. ‘Maar een vrouwelijke theoloog zal zich meer focussen op de hoopvolle boodschap die uit de Bijbel spreekt. Want dat is wat religie als geen ander instrument kan bieden: hoop.’
Tafelgesprekken
Na de lezingen van beide sprekers gingen de deelnemers van de conferentie verder op het thema in door deel te nemen aan een van de workshops. Zo waren er onder meer workshops over de rol van religie in duurzaamheid, in onderwijs en in de politieke arena. Na de lunch werden de persoonlijke ontmoetingen voortgezet in tafelgesprekken, waarbij bijvoorbeeld de vraag centraal stond: hoe ga je in het werkveld om met diepgewortelde verschillen in (geloofs)opvattingen? De deelnemers werden aan de hand van stellingen uitgedaagd om conclusies en aanbevelingen te formuleren op het tafellaken.
Tot slot formuleerden drie deelnemers hun ‘antropologische’ visie op deze dag. Zo besloot Corrie van der Ven van ICCO/Kerk in Actie de dag: ‘In de workshops en de lezingen vielen mij drie dingen voornamelijk op, die ik jullie nog mee wil geven: Zelfinzicht is erg belangrijk dit werk. Wees je in de benadering naar de ander bewust van je eigen cultuur en identiteit, maar wees ook zelfkritisch. Spreek daarnaast elkaars taal, zowel de taal van religieuzen als van seculieren. En tot slot: laten we van een debat naar een dialoog gaan. Laten we vooroordelen parkeren en echt luisteren naar wat de ander te zeggen heeft, pas dan kunnen we tot verandering komen.’