Als ik aan de onderhandelingstafel van Addis zou zitten…

Het financiële systeem en de schuldenproblematiek zullen tijdens de Finance for Development-conferentie in Addis Abeba prominent op de agenda staan. Vice Versa vroeg Judith Sargentini, Europarlementariër voor GroenLinks, Mara Liebal van het Duitse Erlassjahr, Patricia Miranda van Latindadd en Fanwell Bokosi van Afrodad wat zij graag tijdens de onderhandelingen in Addis voor elkaar zouden willen krijgen.

 

Judith Sargentini – Europarlementariër voor Groenlinks:

‘Ik zou graag zien dat in het outcome document van Addis komt te staan dat er ruimere bereidheid is van landen om schulden kwijt te schelden. Zeker als het om odious debts gaat, dat zijn schulden in een land die zijn opgebouwd door een vorig regime, waarbij het geld vooral voor persoonlijk gewin van de machthebbers wordt gebruikt. Als dat regime wordt afgezet, blijft het land met de schulden zitten. Ik zou dus graag zien dat huidige schulden nog eens langs de meetlat worden gelegd en er grotere bereidheid is om odious debts kwijt te schelden.

‘In Europa is kwijtschelding vaak nog een verboden woord, maar het moet mogelijk zijn. Bij de schuldencrisis in Griekenland zie je nu al een verschil tussen Noord-Europese en Zuid-Europese landen. In Nederland en Duitsland is schuldenkwijtschelding bijvoorbeeld not done. Zuidelijke landen zijn hier meer toe bereid. En de Griekse problemen staan heel dichtbij ons. Als het hier dus al moeilijk is om ruimhartig over schuldenkwijtschelding te denken, kan het in het geval van ontwikkelingslanden nog veel moeilijker zijn.

‘In Europa is schuldenkwijtschelding vaak nog een verboden woord, maar het moet mogelijk zijn.’

‘Donoren zetten een kwijtgescholden schuld bij hun uitgaves voor ontwikkelingssamenwerking en komen zo een stukje dichter bij hun 0,7 procent: ontwikkelingslanden krijgen een streep door hun schuld in plaats van hulp. Het is natuurlijk fijn om die schulden niet meer te hebben, maar verder gebeurt er qua ontwikkeling dan niets en schiet het land er weinig mee op. Schuldenkwijtschelding zou dus apart van het ontwikkelingsbudget moeten worden gezien.

‘Bovendien moet je ook kijken naar hoe geld wordt uitgeleend. Nu wordt er veel gebruik gemaakt van blending: er wordt een mix gegeven van gift en lening. Je moet je dan wel goed afvragen of een land dat terug kan betalen en of het die lening eigenlijk wel wilde. Leningen worden vaak verkeerd uitgegeven en blenden is geen eerlijke praktijk. Ik zou dus willen dat er in het outcome document van Addis Abeba staat dat we terugkomen van het blenden. Als we doorgaan met deze praktijk hebben ontwikkelingslanden over 15 jaar nog steeds schuldproblemen.’

 

Mara Liebal –Erlassjahr.de – Entwicklung braucht Entschuldung:

‘In het huidige systeem is er altijd een risico dat er een schuldencrisis ontstaat, het is onmogelijk om dit volledig te voorkomen. Daarom is het belangrijk om een mechanisme te hebben dat helpt om zo’n crisis op te lossen. In september is er bij de Algemene Vergadering van de VN een resolutie aangenomen voor een schuldenafhandelingsmechanisme, het zogenaamde debt restructuring mechanism. Slechts elf landen stemden tegen deze resolutie, dit waren allemaal rijkere landen. Deze landen beargumenteerden dat er bij het IMF al een proces bezig is om een mechanisme voor het afhandelen van schulden in te stellen. Het is logisch dat zij dit proces graag bij het IMF willen hebben, omdat deze elf landen daar bijna 40 procent van de stemmen hebben. Maar het IMF heeft expliciet gezegd dat zij niet werken aan een dergelijk mechanisme.

‘Ik vind het heel goed dat ontwikkelingslanden het heft in eigen handen hebben genomen en dit schuldenafhandelingsmechanisme naar de Algemene Vergadering van de VN hebben gebracht. Ze realiseerden zich dat het lastig is om iets te veranderen binnen het IMF, door de ongelijke stemverdeling daar. Volgens mij hebben ze nu het juiste forum voor zichzelf gekozen.

‘Het is belangrijk dat het outcome document van Addis Abeba erkent dat VN de juiste plek is om buitenlandse schuldenproblemen te bespreken en dat het een sterke referentie bevat naar het proces dat nu binnen de VN bezig is om dat schuldenafhandelingsmechanisme in te stellen. Het document zou ook moeten verwelkomen dat er een vervolgproces komt op de resolutie die afgelopen september is aangenomen en zou zich aan dit proces moeten committeren.

‘Het is belangrijk dat het outcome document van Addis Abeba erkent dat VN de juiste plek is om buitenlandse schuldenproblemen te bespreken.’

‘Een ander belangrijk punt in Addis is om ervoor te zorgen dat het bereiken van de Sustainable Development Goals prioriteit heeft over schuldaflossing. Iedereen is op zoek naar nieuwe geldbronnen, maar er is wel degelijk geld. Het kan momenteel alleen niet besteed worden aan het bereiken van de internationaal vastgestelde doelen, omdat landen het geld nu moeten gebruiken om hun schulden af te lossen.’

Patricia Miranda – Jubileo de Bolivia, LATINDADD:

‘Erkenning van en steun voor het VN-proces voor het debt restructuring mechanism zou een belangrijke uitkomst van de conferentie in Addis Abeba zijn. Dit is belangrijk voor toekomstige schuldproblemen. Momenteel is de situatie in Latijns-Amerika redelijk stabiel, het enige grote probleem met schulden is in Argentinië. De economische crisis van 2008 heeft nauwelijks impact gehad op de economische situatie in Latijns-Amerika en de meeste landen in de regio hadden een bbp dat groeide of stabiel was. Die groei had te maken met de extractieve industrieën, die erg afhankelijk zijn van externe factoren zoals grondstoffenprijzen. De afgelopen jaren waren die prijzen hoog, wat bijdroeg aan de groei van deze landen. Maar op de lange termijn vormt deze afhankelijkheid geen duurzame situatie. Dit debt restructuring mechanism kan helpen in het oplossen van toekomstige schuldenproblemen.

‘Ik begrijp niet waarom sommige Europese landen tegen zo’n mechanisme zijn, vooral omdat zij vaak al grote schulden hebben. Waarom zijn het de ontwikkelingslanden die hierop aandringen bij de VN? De verhouding tussen schuld en bbp is in sommige Europese landen al meer dan 100 procent en in Japan is het zelfs 200 procent. In de meeste Latijns-Amerikaanse landen is deze verhouding 30 of 40 procent. De schuldencrisis is geen zuidelijk probleem zoals vroeger, het is een wereldwijd probleem.

‘Ik begrijp niet waarom sommige Europese landen tegen zo’n schuldenafhandelingsmechanisme zijn, vooral omdat zij vaak al grote schulden hebben. Waarom zijn het de ontwikkelingslanden die hierop aandringen bij de VN?’

‘Het is belangrijk om de schuldenproblematiek aan te pakken vanuit de kant van zowel de debiteur als de crediteur. Het is niet mogelijk om een onafhankelijk, eerlijk en transparant proces te hebben binnen het IMF, want het IMF is zelf een crediteur. We hebben een onafhankelijk lichaam nodig. De Zero Draft van de conferentie in Addis geeft nu alle macht aan het IMF om met schuldenproblemen om te gaan. Het neemt andere initiatieven, die in een democratischere arena zoals de VN plaatsvinden, niet in aanmerking.

‘Bij de analyse van schulden is het heel belangrijk om de Sustainable Development Goals te betrekken. Het debt sustainability analysis framework dat het IMF en de Wereldbank gebruiken, bekijkt momenteel alleen vanuit een economisch perspectief of een land schulden kan terugbetalen. Maar het zou ook moeten vaststellen of een land de SDG’s kan behalen. Soms helpen de schulden een land niet in het behalen van de doelen, of maken ze het zelfs moeilijk om die doelen te behalen omdat een land de schuldaflossing moet betalen. In dat geval draagt zo’n schuld niet bij aan het doel van het Finance for Development-proces, dat erop gericht is om de nieuwe doelen te financieren.’

Fanwell Boskosi – AFRODAD:

‘Op dit moment moeten landen rente betalen ten koste van ziekenhuizen bouwen. In plaats van prioriteit te geven aan schulden, moet de internationale gemeenschap prioriteit geven aan de SDG’s.

‘Het Booming Afrika verhaal had een keerzijde, omdat iedereen dacht dat landen toch niet geraakt werden door de financiële crisis. Daardoor werd er veel geld uitgeleend, maar nu groeien landen minder hard en zitten ze wel met schulden opgezadeld.

‘Veel landen die in het verleden schuldverlichting kregen, verkeren nu opnieuw in een risicosituatie. Ze lenen veel binnen de binnenlandse markt. In werkelijkheid zijn de bedrijven die deze leningen geven in westerse handen vanwege liberalisering. Als schulden worden afbetaald, gaat het geld dus naar westerse landen. Verder komen landen in de problemen omdat de grondstoffenprijzen omlaag zijn gegaan. Landen als Ghana, Zambia en Malawi leenden op basis van de verwachting dat die zouden blijven stijgen. Nu lopen ze een groot risico op een schuldencrisis. We zijn weliswaar nog niet zover, maar daarom moeten we nu in actie komen om een volgende crisis te vermijden.

‘In plaats van prioriteit te geven aan schulden, moet de internationale gemeenschap prioriteit geven aan de SDG’s.

‘Het HIPC-initiatief (voluit: Heavily Indebted Poor Country Initiative, waaronder ontwikkelingslanden schuldverlichting kregen, red.) was een eenmalige actie. We hebben altijd gezegd: dit is niet genoeg, we hebben een structurele oplossing nodig. Het mondiale financiële systeem moet veranderen. Daarom vragen we om een mechanisme om schulden af te handelen. Dat moet beoordelen of een land verantwoordelijk heeft geleend of niet. Zodat niet de volledige macht bij de schuldeiser komt, maar ook bij de schuldenaar.

‘Dat landen weer in de problemen komen, is niet volledig te wijten aan onverantwoordelijk leengedrag. Het kwam ook doordat landen minder hulp kregen en toch uitgaven voor gezondheid en onderwijs op peil moesten houden. Doordat Afrikaanse landen democratischer worden, gaan mensen ook meer eisen en staan regeringen onder grotere druk om te leveren. Daarom gaan ze lenen, zodat zij in elk geval hun beloftes waar kunnen maken. Het terugbetalen van die schulden, daar mag een volgende regering zich dan mee bezig houden. Daarom zijn checks and balances ook belangrijk, zodat we onze regeringen verantwoordelijk kunnen houden om beter te lenen. Dat toezicht wordt steeds beter.’

De komende weken zullen in ons online debat ook verschillende banken aan het woord komen over hoe zij over de schuldenproblematiek denken.

Foto onderhandelingstafel: Wonderlane (Flickr)
Foto Judith Sargentini: Martin Pluimers