
Oog en Oor voor Kostbaar Voedsel
Voedselverspilling, daar maken wij ons allemaal wel eens schuldig aan, maar hoe groot is het probleem in werkelijkheid? Wereldwijd gaat er per jaar zo’n 1,3 miljard ton voedsel verloren, dat is ruim 1/3 van de voedselproductie. Terwijl ruim 1 miljard mensen te maken hebben met voedselonzekerheid. Neline Boers, deelnemer aan de masterclass MP Watch, schrijft dat er best nog het een en ander te verbeteren valt in beleid.
In Nederland gooit de consument per jaar ongeveer 2,5 miljard euro aan voedsel weg. Dat is ruim 150 euro per persoon, of wel zo’n 50 kilo. Producenten, tussenhandelaren, horeca en supermarkten verspillen samen nog eens voor 2,5 miljard euro.
Er zijn Nederlanders die dit zonde vinden, die brood zien in dit afval. Zo is er de Woongemeenschap HUMUS,bestaande uit een huishouden van acht volwassenen en een kind, dat leeft van dit afval. Drie keer per week gaan zij in koppels de vuilnisbakken van supermarkten langs om daar de weggegooide producten een tweede leven te geven. Ook wel Dumpster Diven genoemd. Het gaat doorgaans om producten met een houdbaarheidsdatum van vandaag of gisteren en nog prima eetbaar, hoewel ze niet meer verkocht mogen worden.
Wanneer is er nu sprake van voedselverspilling? In Nederland hanteert men de definitie in de Monitor Voedselverspilling: ‘Er is sprake van voedselverspilling als voedsel dat voor menselijke consumptie bedoeld is, hier niet voor wordt gebruikt.’ Het streven is een zo hoog mogelijke verwaarding op de ladder van Moerman. Dit betekent dat wanneer voedsel voor dierenvoeding wordt gebruikt, dit geen totale verspilling is. Maar er wordt wel een lagere waarde aan toegekend, aangezien het niet door mensen wordt geconsumeerd. Dit geldt ook voor verwerking van voedsel tot compost, of verbranding voor energie.
Dit jaar heeft Nederland zich ten doel gesteld om 20% minder voedsel verspild te hebben ten opzichte van 2009. Uit de tweede update van de Monitor Voedselverspilling blijkt dat Voedselverspilling nog niet afneemt. Sterker nog, in 2011 was er zelfs sprake van een lichte stijging ten opzichte van 2009. Nederland gaat nu weer terug gaat naar het niveau van 2009. Vooruitgang is dus nog ver te zoeken.
Wat doet Staatssecretaris Dijksma hieraan? “De bal ligt wat mij betreft vooral bij het bedrijfsleven, die de urgentie onderschrijft en het jaar 2014 tot ‘Het jaar tegen de voedselverspilling’ heeft uitgeroepen.”
Het bedrijfsleven is verenigd in de Alliantie Verduurzaming Voedsel. Zij richten zich op 3 aandachtsgebieden: het verminderen van milieubelasting en afval, het vergroten van dierenwelzijn en het bevorderen van eerlijke handel. Zo kunnen zij kennis delen over verduurzaming van hun productie- en distributie methoden. Ze hebben zichzelf een fors doel gesteld: ‘Als wereldspeler op het gebied van voedsel wil Nederland ook op het terrein van de verduurzaming van voedsel een wereldvoorbeeld zijn’.
De Staatssecretaris zelf investeert in consumentenvoorlichting, het wegnemen van onduidelijkheden rondom de THT datum en monitoringsystematiek. Zo is er nu informatie bij het Voedingscentrum beschikbaar over wanneer je een product nog wel kunt eten zonder gevaar, ook al is de THT datum verstreken, maar er slechts sprake is van een verlies in kleur, geur en smaak. Dit in tegenstelling tot de TGT –te gebruiken tot- producten, die na de uiterste datum niet meer veilig zijn om te consumeren door bacteriegroei en dergelijke.
Inmiddels is het 2015, ‘het jaar van de Ontwikkelingssamenwerking’ dus Nederland kan en moet haar beleid op Voedselverspilling doorzetten, wil het haar doelstellingen halen en een coherent beleid voeren. De Post 2015 agenda biedt een goed aanknopingspunt voor een coherent beleid rond voedselzekerheid en voedselverspilling, met name het 2e en 12e doel om een einde te maken aan honger en voedselveiligheid te bereiken op een zo duurzame mogelijke manier.
Het uitvoeren van een coherent beleid wordt ook bemoeilijkt omdat men in de EU – ’s werelds grootste ontwikkelingsactor op het gebied van voedselzekerheid volgens een recent ECDPM rapport – een minder ambitieuze definitie van voedselverspilling hanteert, namelijk: ‘voedsel (inclusief oneetbare delen) die verloren gaat uit het aanbod van de voedselketen, uitgezonderd voedsel gewijd aan bio-gebaseerde producten, dierenvoedsel, of hergebruik.’ De vraag is nu hoe goed Nederland er in kan slagen EU aan haar kant te krijgen. Dit is wel een onderwerp waar Nederland in haar voorzitterschap begin 2016 op kan aansturen. En zo zorgt dat zij de EU hierin versterkt in plaats van dat de EU onze ambitie verzwakt.
Ook het verwerken en verpakken van voedsel is een essentieel onderdeel van het economisch en cultureel organiseren van voedsel. De kwaliteit en afkomst moeten zichtbaar zijn, evenals een eventueel keurmerk. Dit heeft alles te maken met de standaarden die men in Europa en ook in Nederland stelt.
Voedselverspilling in het Zuiden
Niet alleen in Nederland wordt voedsel verspild. Helaas gaat er ook in ontwikkelingslanden heel wat voedsel verloren. Heel pijnlijk als je bedenkt dat er in die landen ook mensen zijn die dagelijks voedsel te kort komen. Toen ik vorige maand Uganda bezocht, als deelnemer van de Woord en Daad masterclass MP Watch, heb ik onlangs de lekkerste ananas van mijn leven geproefd, geplukt en gesneden op de akker, geserveerd op een bananenblad. Het resultaat van passie en vakmanschap! Zo strak als de akker was, zo woest was de weg. Hierdoor gaat de kwaliteit van de ananas achteruit, terwijl de vrucht 18 maanden heeft staan groeien op de akker, voor zij geoogst kon worden.
Daarnaast is het lastig voor kleinschalige boeren om financiering te krijgen voor een betere opslag, koelsystemen en dergelijke. Ligt het zwaartepunt van voedselverspilling in Nederland bij de consumenten, in ontwikkelingslanden is dat met name in de periode direct na de oogst. Hier valt nog een enorme winst te halen.
Een coherent Nederlands beleid: vóór voedselzekerheid, tégen voedselverspilling
Nederlandse kennis op het gebied van ketenefficiency is belangrijk middel om voedselverliezen en voedselverspilling tegen te gaan en om de toegevoegde waarde in voedselketens te verhogen. Zeker in ketens waarbij het gaat om landbouwproducten die vanuit ontwikkelingslanden geëxporteerd worden naar ons land.
Een coherent Nederlands beleid ter bevordering van voedselzekerheid in ontwikkelingslanden kan niet zonder tegelijk voedselverspilling in die landen tegen te gaan. Het vraagt ook om een scherp oog voor internationale vraagstukken rond voedselzekerheid en –veiligheid. Het vereist nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstellingen, die innovaties vinden en in de praktijk brengen. En het vraagt om een luisterend oor voor nationale en internationale maatschappelijke organisaties, die de overheid en het bedrijfsleven scherp houden en nieuwe inzichten bieden.