
Ontwikkeling en migratie: daar blijven of terugkeren!
Op de kop af twee dagen voorafgaand aan het Algemeen Overleg van 2 december presenteerden minister Ploumen en staatssecretaris Teeven nog snel even een actualisering van het Nederlandse beleid voor migratie en ontwikkeling uit 2008. Een ‘actualisering’ die eerder lijkt op een aanscherping. Aanleiding is de ‘verdrievoudiging van migratie naar Europa en de verdubbeling van het aantal asielzoekers in Nederland’. En de toenemende mensensmokkel, die ook steeds grotere groepen mensen onze kant opbrengt. Daarom willen beide bewindslieden zich beperken tot die terreinen waar de ‘behoeften het grootst zijn’ en waar in het verleden de beste resultaten zijn geboekt. Bob van Dillen (Cordaid, tevens voorzitter van de CONCORD werkgroep Migratie en Ontwikkeling) annuleerde een maandagochtend vergadering om de Kamerbrief door te nemen en van een aantal kanttekeningen te voorzien.
Ploumen en Teeven hebben de verwachting dat met het nieuwe beleid de toestroom naar Nederland kan worden ingeperkt en hebben daarom de opvang in de regio tot eerste prioriteit gemaakt. Wereldwijd zijn er 232 miljoen internationale migranten, waaronder 17 miljoen vluchtelingen, maar ook nog eens 750 miljoen ontheemden in eigen land. Dan praten we dus over bijna 1 op elke 7 wereldburgers die op drift is geraakt! Het percentage vluchtelingen dat in de regio verblijft, is volgens de bewindslieden de afgelopen twee jaar gegroeid van 75% naar 86%. Dat percentage kan volgens hen nog veel verder omhoog. Daarom zal het nieuwe beleid zich richten op het bevorderen van lokale integratie en zelfredzaamheid van vluchtelingen. De meeste doelmatige projecten in landen zoals Jordanië zullen worden voortgezet.
Vorige week sprak ik een vertegenwoordiger van Caritas Jordanië, die vertelde hoe zijn land worstelt met de grote aantallen Syriërs (1,2 miljoen), Palestijnen (2 miljoen) en Irakezen (0,5 miljoen). Hij is het grondig eens met de door Ploumen en Teeven gesignaleerde ’druk op bestaande voorzieningen’, en pleit daarnaast voor steun aan arme groepen Jordaniërs die tussen alle hulp aan vluchtelingen uit de buurlanden het kind van de rekening dreigen te worden. Hij was het echter volstrekt oneens met de visie van de Nederlandse regering, die vindt dat met wat taallessen, een training in het omgaan met conflicten, en ook wat hulp bij het opzetten van een bedrijfje, de lokale opvang best nog verder uitgebreid kon worden. En hij geloofde zijn oren niet toen ik hem vertelde over de politieke storm in mei j.l. toen er sprake was van een tijdelijke toename van vooral Eritrese en Syrische vluchtelingen, en Teeven bang was voor ‘een toestroom van wel 65.000 mensen’. In werkelijkheid zijn het er volgens cijfers van Vluchtelingenwerk 16.518, tot aan september!
Migratiemanagement
Een tweede prioriteit van het Nederlandse beleid sluit naadloos aan bij het eerste, namelijk het helpen van ontwikkelingslanden bij het reguleren (lees: beperken) van migratie en het behandelen van asielaanvragen. Met een mooi woord heet dit ‘migratiemanagement’. De IND en de marechaussee zullen daarbij hun expertise beschikbaar stellen. Als positief nieuw element worden het bevorderen van de rechten van migranten (!) en het tegengaan van uitbuiting van migranten genoemd, waaronder de aanpak van malafide recruteringsbureaus. Ook wordt een hardere aanpak van bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel aangekondigd.
Het is inderdaad belangrijk om te voorkomen dat de Middellandse Zee het graf wordt van de duizenden immigranten die dagelijks hun leven riskeren om Europa te bereiken. Maar zou een extra harde aanpak van mensensmokkelaars helpen? Zoals hoogleraar Hein de Haas onlangs benadrukte leiden juist striktere controles aan de Europese grenzen ertoe dat steeds meer smokkelaars via de meest gevaarlijke routes steeds grotere aantallen mensen onze kant op zullen brengen.
Vorige week sprak paus Franciscus in het Europees Parlement in Straatsburg de Europese leiders toe. Hij riep op tot een eenduidig en eerlijk immigratiebeleid. ‘De vluchtelingen hebben acceptatie, bescherming en hulp nodig, geen egoïstisch politiek beleid.’ Een onder Europese lidstaten eerlijk verdeelde opvang (met minimaal bed, bad, brood en begeleiding) is eveneens hoog nodig, en Nederland is zeker geen koploper op dit terrein!
Achter de oren krabben
De nadere uitwerking van het nieuwe beleidskader volgt nog door beide ministeries, in overleg met de – in dit stadium niet geconsulteerde – diaspora in Nederland, (inter)nationale NGO’s, internationale organisaties, partnerlanden en academici. Vooral de Nederlandse migranten organisaties zullen zich achter de oren krabben over de intentie van de regering om voortaan samen te werken met overheden van herkomstlanden. Zonder toegang tot het budget van € 9 miljoen per jaar voor hun projectvoorstellen zullen zij het in de toekomst moeten doen met ‘twee consultatie bijeenkomsten per jaar’ en een database van migranten en diaspora die graag willen werken voor bedrijven, NGO’s of overheidsinstanties in hun herkomstland. Dit is daarmee direct de belangrijkste invulling van de derde beleidsprioriteit, namelijk het betrekken van diaspora bij ontwikkeling van hun herkomstland.
De keuze voor samenwerking met overheden van herkomstlanden heeft een specifiek doel, namelijk het bevorderen van ‘brain gain’ door migratie. Dat sluit weer naadloos aan bij de vierde beleidsprioriteit, namelijk het bevorderen van vrijwillige terugkeer en duurzame herintegratie. Een verplicht monitoringskader zal worden gebruikt om meer informatie te verkrijgen over de effectiviteit van de geboden herintegratieondersteuning. Of vrijwillige terugkeer überhaupt leidt tot positieve ontwikkelingseffecten wordt door velen sterk betwijfeld. Verder zal er in de toekomst meer werk gemaakt worden van terugkeer vanuit Noord Afrika. Inderdaad, nog voordat de immigranten een voet op Europese bodem hebben gezet.
Geen prioriteit
Tenslotte refereert de nota aan de sterke lobby om de kosten voor geldovermakingen te verlagen – voortaan geen beleidsprioriteit meer. Minister Ploumen heeft vorig jaar onderzoek laten doen naar de situatie in Nederland, maar wil zich in de onderhandelingen voor de post-2015 ontwikkelingsagenda niet hard maken voor het verlagen van transactiekosten tot maximaal 3%. De minister wil vanwege ‘andere prioriteiten’ het hele vraagstuk migratie en ontwikkeling niet inbrengen in die onderhandelingen. Terwijl er nog een wereld te winnen valt, bijvoorbeeld door het mogelijk maken van circulaire migratie met behoud van opgebouwde sociale rechten. Circulaire migratie was overigens ook een van de 6 beleidsprioriteiten van het beleid van haar voorgangers en PvdA politici Koenders en Albayrak. Voor hun partijgenoot Ploumen lijkt aandacht voor migratie in het ontwikkelingsbeleid geen prioriteit. Maar wellicht denkt haar fractie, en de ‘geliefde’ oppositie van D’66, CU en SGP, hier morgen in het AO heel anders over.