
Nederlandse bijdrage aan Groen Klimaatfonds valt tegen
De VN-klimaatonderhandelingen in Lima beginnen vandaag. Het Groen Klimaatfonds is een essentieel onderwerp op de agenda. Eerder hebben ontwikkelde landen beloofd om tot een gezamenlijke bijdrage van 100 miljard dollar per jaar te komen om het fonds te financieren. Nederland heeft 100 miljoen euro toegezegd. Dit bedrag is aanzienlijk minder in verhouding tot andere Europese landen. Oxfam Novib vindt dat Nederland veel meer moet bijdragen.
De klimaatconferentie in Lima heeft twee belangrijke doelstellingen. De eerste is het schrijven van een concepttekst voor het toekomstige klimaatverdrag is het meest van belang. In 2015 zal het verdrag ondertekend worden in Parijs en in 2020 van kracht gaan, waarmee het oude Kyoto-verdrag wordt vervangen. Daarnaast heeft de conferentie tot doel om het Groen Klimaatfonds in te voeren. Dit fonds is bedoeld om ontwikkelingslanden financieel te ondersteunen in hun klimaatbeleid, zodat ze in staat zijn om de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering aan te pakken.
Toezeggingen door rijke landen komen niet overeen met de behoefte van ontwikkelingslanden
In het rapport Breaking the Standoff van Oxfam staat dat financiering een struikelblok vormt voor de voortgang aan de onderhandelingstafel. Dat terwijl ontwikkelingslanden de ondersteuning van ontwikkelde landen hard nodig hebben. Bovendien moeten de ontwikkelde landen ervan bewust zijn dat het ook gaat om hun eigen nationale belang, vindt Oxfam.
Als één van de redenen voor het achterblijven van toezeggingen van hogere bedragen noemt Oxfam het vage doel van het fonds. De details over hoe financiële stromingen gemobiliseerd zouden moeten worden zijn onvoldoende behandeld, zoals vanuit welke landen de financiering afkomstig zou moeten zijn en welke landen het geld zullen ontvangen. Het probleem is dat iedereen en tegelijkertijd niemand verantwoordelijk is.
Wat voorafging aan de Klimaatconferentie in Lima
Bij de jaarlijkse klimaatconferentie van de Verenigde Naties, komen alle partijen die deel uitmaken van het UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change), bijeen. In 1992 verenigden regeringen vanuit de hele wereld zich voor het eerst in de UNFCCC. Ze stelden een klimaatverdrag op waarin beschreven staat dat alle partijen moeten samenwerken om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen om de opwarming van de aarde tegen te gaan.
De afspraken van dit verdrag waren echter niet bindend. Drie jaar later kwamen de partijen tot de conclusie dat het verdrag niet voldeed, wat uiteindelijk leidde tot het tekenen van het Kyoto-protocol (in 1997), waarin wel bindende afspraken zijn opgenomen. In 2012, tijdens de klimaatconferentie in Doha, werd besloten om het Kyoto-protocol tot 2020 te verlengen. De besprekingen in Lima zijn belangrijk omdat ze veel invloed kunnen hebben op het nieuwe klimaatverdrag dat in 2015 ondertekend zal worden.
Oxfam: zorg dat financieringsregelingen duidelijk en eerlijk over landen verdeeld zijn
We kunnen volgens Oxfam pas spreken van een succes in Parijs als het financiële plaatje past bij de werkelijke schaal aan klimaatuitdagingen en dit erkend wordt door alle onderhandelende partijen. Volgens Oxfam zouden landen daarom moeten beslissen over een landspecifieke financieringsregeling. Dit houdt in dat ontwikkelde landen duidelijker over hun plannen moeten zijn en ontwikkelingslanden moeten laten zien hoe zij willen bijdragen om de plannen daadwerkelijk te realiseren.
Naast de invulling is meer helderheid over hoeveel elk land zou moeten bijdragen aan het gezamenlijke fonds nodig. Zoals het er nu voor staat heeft Nederland 100 miljoen euro toegezegd aan het Groen Klimaatfonds. In verhouding tot het BNP heeft Zweden meer dan zes keer zoveel toegezegd en Frankrijk 2,5 keer zoveel. Als er wordt gekeken naar het ‘fair-sharepercentage’; het eerlijke deel wat Nederland op zijn minst zou moeten bijdragen, schiet Nederland wederom tekort. Omgerekend zou dit percentage namelijk neerkomen op een bedrag van 250 tot 380 miljoen euro.
De Verenigde Staten spannen de kroon als het gaat om de ‘fair shares’. Volgens de berekeningen van Oxfam is de VS verantwoordelijk voor 56% van de internationale klimaatfinanciering. De Europese Unie volgt met 22% en daarna Japan met 10%. Nieuwe landen die zouden moeten bijdragen aan de internationale klimaatfinanciering zijn Rusland, Brazilië, de Republiek Korea en Mexico. Samen kunnen alle partijen de impasse van klimaatfinanciering doorbreken door een golf van investering en samenwerking in beweging zetten. Het succes hangt er alleen van af of de juiste keuzes worden gemaakt tijdens de Klimaattop.