
Mobiele telefonie draagt bij aan nationaal bewustzijn onder jeugd grensgebied Vietnam en Laos
Jeugd en mobiele telefonie zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Bellen, Whatsappen, muziek luisteren, spelletjes spelen, filmpjes bekijken, selfies maken en om dit vervolgens te delen met al je vrienden behoren nu tot de dagelijkse bezigheden van de jeugd. Mobiele telefonie en nationalisme is niet het eerste waar mensen aan zullen denken, maar deze link bestaat wel degelijk zoals Dr. Roy Huijsmans en Trần Thị Hà Lan in hun onderzoek hebben aangetoond.
Dr. Roy Huijsmans (Institute of Social Studies, Den Haag) deed samen met zijn voormalige studente Trần Thị Hà Lan (MSc International Development Studies, UvA) onderzoek naar de invloed van mobiele telefonie op de jeugd die woonachtig is in het grensgebied tussen Laos en Vietnam. Huijsmans heeft daarbij vooral gekeken naar hoe mobiele telefonie het nationaal bewustzijn beïnvloedt.
Hà Lan begon haar onderzoek met de vraag waar jongeren uit etnische minderheidsgroepen woonachtig in de grensstreek tussen Vietnam en Laos zichzelf mee identificeren. Ze ging na of dit vooral voortkwam uit etniciteit, nationalisme of toch jeugdcultuur. Mobiele telefonie was in eerste instantie geen onderdeel van het onderzoeksplan, maar het diende zichzelf aan. Veel jongeren zijn bezig met mobiele telefonie en het merendeel is in het bezit van een mobieltje. Het vormt een belangrijk onderdeel van hun dagelijkse leven.
De jeugd als targetgroep
De keuze om op de jeugd te richten was voor Huijsmans gemakkelijk. ‘De jeugd gebruikt mobiele telefoons op een andere manier dan volwassenen. Met hun telefoon geven ze uiting aan “jeugd-zijn”’, legt Huijsmans uit. De keuze voor het onderzoeksgebied was niet alleen ingegeven doordat zijn masterstudente daar al werkzaam was, maar ook doordat deze gebieden analytisch interessant zijn. De vraag van ‘waar hoor ik bij’ is in dit soort grensgebieden niet op voorhand duidelijk en politiek geladen.
Het onderzoek werd uitgevoerd in vier dorpen in de provincie Savannakhet (Laos) en de provincie Quang Tri (Vietnam). Deze dorpen worden bewoond door etnische minderheden die cultureel sterk verschillen van de politiek en economisch dominante bevolkingsgroep. Een belangrijk verschil is dat er binnen deze dorpen een andere taal wordt gesproken dan de nationale taal. Daarnaast heerst er een grote mate van mobiliteit tussen de twee provincies waardoor er veel uitwisseling is van goederen, ideeën en vaardigheden.
Nationalistisch tintje
Uit de literatuur over de creatie van nationaal bewustzijn wordt duidelijk dat deze bewustwording vaak gerelateerd is aan de staat, zoals te zien is bij scholen, gezondheidszorg en andere overheidsinstanties. ‘Wat ik suggereer in mijn artikel is dat in plekken waar de staat minder dominant aanwezig is, het kapitalisme van service aanbieders van mobiele telefonie wellicht een belangrijkere rol speelt in het vormen van een nationaal bewustzijn dan de staat in haar conventionele vorm. Mobiele telefonie verandert de omgeving, door middel van zendmasten en reclame,’ zegt Huijsmans.
‘Daarnaast zijn mobiele telefoons voor jongeren belangrijk om uiting te geven aan ‘jong zijn’. Dit doen ze onder andere door hun keuze voor ringtones, de manier waarop ze mobiele telefonie in hun leven in passen en de soort muziek die ze erop luisteren. Echter gebeurt dit in een digitale omgeving die sterk nationalistisch is in symboliek. Bovendien reikt het kapitalisme van mobiele telefoonmaatschappijen zover als de sterkte van de dichtsbijzijnde zendmast. Dit betekent in het onderzoeksgebied dat de dorpen aan de Laotiaanse grens enkel toegang hebben tot een Vietnamees netwerk,’ stelt Huijsmans.
In tegenstelling tot de plaatselijke taal die gesproken wordt in de dorpen vindt mobiele communicatie plaats in de nationale taal. ‘Op het moment dat je ongevraagde reclame krijgt op je mobiele telefoon of meldingen van nationale feestdagen, komen die allemaal in het Vietnamees binnen. Als je een andere ringtone wil selecteren, dan moet je de instellingen navigeren die veelal in het Vietnamees staan. Het component van taal en cultuur, vooral nationale cultuur, daar bewegen die jongeren zich vrijwillig in. Zij worden door niemand gedwongen, maar dit vormt een onderdeel van het jeugd-zijn. Ze bewegen hierin, buiten de statelijke instituties. Voor de jongeren in kwestie is het puur jij en je mobiel.’
De meeste studies over jeugd en telefonie zijn urbaan. Die worden in Ho Chi Minh Stad, Hanoi en Jakarta gehouden. Wat hier interessant is, is dat dit onderzoek ruraal is. Wanneer er in de context over mobiele telefonie op het platteland wordt geschreven, wordt er vaak gekeken op welke manier boeren op een efficiëntere manier hun werkzaamheden kunnen uitvoeren. Het culturele aspect wordt dikwijls niet belicht. ‘Wat ik in dit onderzoek heb gedaan, is de boel omdraaien. Dus de culture dimensie van mobiele telefonie op het platteland belichten. Het heeft hier een andere significantie, want het is op de rand van de staat en heeft met nationalisme te maken,’ onderstreept Huijsmans.
Geheim nummer, geheime liefde
Wat Huijsmans gelijk opviel, was dat het heel lastig is om contacten te onderhouden met de onderzochte jongeren. Dit komt doordat ze vaak van simkaart veranderen. ‘Dit was voor ons erg lastig, maar vanuit het perspectief van de jongeren bleek het een slimme strategie. Wanneer je namelijk een nieuwe simkaart aanschaft, krijg je gratis beltegoed. Het is goedkoper om van nummer te veranderen dan beltegoed te kopen.’
‘Wat voor jongeren ook erg belangrijk is, is dat wanneer je een tweede vriendje of vriendinnetje hebt, je vaak ook een extra simkaart aanschaft om deze relaties gescheiden te houden. Daarnaast is het soms handig om een anoniem nummer te hebben wanneer je contact wilt maken met meiden of jongens. Je kunt hiermee spelen, doordat je niet gelijk weet wie de afzender is van het sms’je.’
Goedkoper abonnement voor leger
Met dit onderzoek hoopt Huijsmans het huidige debat over jongeren en mobiele telefonie te verbreden. ‘Wat nieuw is in mijn onderzoek is dat ik mij richt tot de culturele significantie van mobiele telefonie op het platteland. Ik richt mij dus niet op armoede of andere onderwerpen die al veel besproken zijn in de literatuur’, zegt Huijsmans.
Daarnaast richt hij zich ook op de specifieke rol van bedrijven, zoals Viettel. Wat de situatie in Laos en Vietnam specifiek maakt is dat ondanks de liberalisatie van de mobiele telefonie markt, deze gedomineerd blijft door staatsbedrijven. Viettel is een van de belangrijkste service aanbieders in Vietnam en is eigendom van het Vietnamese Ministerie van Defensie. Het is niet toevallig dat Viettel in deze grensgebieden belangrijk is: dit heeft een geopolitiek tintje.
De door etnische minderheden bevolkte grensgebieden zijn politiek gevoelig. Vandaar dat het leger daar present is. Bovendien krijgen militairen Viettel abonnementen met grote korting aangeleverd. Verder is het bedrijf actief aan het kijken hoe zij hun marktaandeel kunnen vergroten. Ook dit is een reden waarom Viettel zich richt op deze afgelegen rurale gebieden. Middels het kapitalisme van een bedrijf als Viettel komen nu grote groepen van de bevolking actief in contact met nationale symboliek en dit gebeurt buiten gangbare statelijke instituties om. Dit leidt tot de overweging dat het kapitalisme van de socialistische Vietnamese staat wellicht een belangrijkere rol heeft in de verspreiding en vorming van een nationaal bewustzijn dan instituties als de bijvoorbeeld de school.
Huijsmans en Tran’s artikel ‘Enacting Nationalism through Youthful Mobilities? Youth, mobile phones and digital capitalism in a Lao-Vietnamese borderland’ wordt naar verwachting begin 2015 gepubliceerd in het tijdschrift ‘Nations & Nationalism’.