
Opinie: Milieuactivisten verdienen dezelfde bescherming als mensenrechtenactivisten
Met de mondiaal groeiende vraag naar schaarse grondstoffen stijgt ook de druk op mensen die zich inzetten voor een rechtvaardige verdeling van deze grondstoffen. Dodelijk geweld tegen natuurbeschermers is steeds vaker het gevolg. Tina Lain, projectcoördinator bij natuurorganisatie IUCN NL, vindt dat natuurbeschermers dezelfde bescherming verdienen als mensenrechtenactivisten.
Het is een duidelijke trend: steeds vaker worden milieuactivisten geconfronteerd met geweld. Ernstig geweld, niet zelden met dodelijke afloop. Tussen 2009 en 2012 steeg het aantal moorden op natuurbeschermers van 55 naar 147, zo blijkt uit het rapport Deadly Environment van de Britse organisatie Global Witness. Waarom worden deze mensen vermoord? In welke strijd zijn zij verwikkeld? Het is een strijd die ons allemaal aangaat: die om natuurlijke hulpbronnen.
Wereldwijde vraag naar grondstoffen en de schadelijke gevolgen
Als gevolg van de stijgende wereldbevolking en toenemende consumptie neemt de wereldwijde vraag naar grondstoffen zoals olie, hout en ijzererts toe. Dit raakt vooral de landen waar de bodemrijkdom groot is: de Filippijnen, DR Congo, Bolivia, om er een paar te noemen. Verleid door de belofte van economische ontwikkeling starten overheden en bedrijven in deze landen grootschalige projecten om deze grondstoffen te ontginnen.
De negatieve impact op natuur en bevolking wordt daarbij vaak onderschikt geacht. En dat terwijl de gevolgen ernstig kunnen zijn: oerwouden waar mensen voor hun levensvoorziening van afhankelijk zijn worden gekapt om mijnen aan te leggen. Rivieren en meren, die een bron van inkomsten vormen voor lokale vissers, raken vervuild door de chemische stoffen van de mijnbouwindustrie.
Strijd tussen verschillende belangengroepen
Precies voor die belangen komen IUCN NL en hun lokale partnerorganisaties op. Deze lokale clubs van bevlogen mensen roepen hun overheden op om óók oog te hebben voor land- en mensenrechten, veiligheids- en milieueisen en de effecten van ontginning op het ecosysteem en het klimaat. Bovendien bepleiten zij een rol voor de lokale bevolking in de besluitvorming over de toekomst van hun omgeving. Door de lokale gemeenschappen te informeren over de ontwikkelingen, hen te wijzen op hun rechten en hen te helpen mobiliseren strijden ze voor inclusief beheer.
En daarin worden ze tegengewerkt door de partijen die belang hebben bij de komst van bijvoorbeeld een mijnbouwbedrijf of een houtconcessie. Met hard en fysiek geweld wordt gepoogd om de lokale milieu-, mensenrechten- en burgerorganisaties, de ‘luizen in de pels’, monddood te maken. Ze ontvangen dreigende sms’jes of bezoekers die aan huis bedreigingen komen brengen. Maar ook subtielere strategieën, zoals bureaucratische tegenwerking, worden toegepast om het protest tegen de aantasting van de leefomgeving te smoren. In het ernstigste geval richt het geweld zich rechtstreeks op de burgers voor wie de organisaties opkomen.
Als de grondstoffenschaarste alleen maar toeneemt, zijn maatregelen hard nodig
Ik vrees dat dit in de komende jaren alleen maar erger zal worden. Immers: naarmate de schaarste van grondstoffen wereldwijd toeneemt, worden de belangen rond natuurlijke hulpbronnen groter. Onherroepelijk zal ook de druk op mensen die zich tegen de ontginning van deze grondstoffen uitspreken toenemen. Steeds zwaarder geschut zal worden ingezet om het protest te laten verstommen.
Maatregelen om deze mensen te beschermen zijn dan ook hard nodig. Dat begint met een groter bewustzijn van de problematiek, zowel binnen de getroffen landen als op internationaal niveau. Natuur- en milieubeschermers moeten erkend worden als groep die reëel gevaar loopt, net zoals dat bij mensenrechtenactivisten het geval is. De kromme realiteit is dat mensenrechtenactivisten nu meer bescherming krijgen dan milieu-activisten. Dat moet rechtgetrokken worden.
Organisaties als Amnesty International en VN-instellingen, die aanwezig zijn in conflictgebieden, kunnen belangrijke en noodzakelijke ondersteuning bieden. Bijvoorbeeld door hun netwerken en evacuatieroutes beschikbaar te stellen als bedreigde activisten bij hen aankloppen voor hulp, maar ook door hen te begeleiden bij het opstellen van een veiligheidsplan met daarin afspraken als nooit alleen reizen en goede wachtwoordbeveiliging van digitale bestanden. Tot slot is er een rol voor onze eigen overheid en het Nederlandse bedrijfsleven als inkopers van de grondstoffen uit deze landen. Als vragende partij kunnen zij immers harde voorwaarden te stellen aan de omstandigheden waarin deze grondstoffen gewonnen worden. Eisen dat er voldoende rekening wordt gehouden met natuur, milieu, veiligheid en de rechten van de lokale bevolking is dan ook het minste.