‘Structurele steun nodig naast acute noodhulp Ebola’

OPINIE – Naast acute hulp bij de ebola-crisis moet Minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking veel meer investeren in de versterking van zwakke zorgstelsels. Dat zeggen Anke Tijtsma en Linda Mans van mondiale gezondheidsorganisatie Wemos. ‘Met haar laatste voorstellen laat Ploumen het belang hiervan nog steeds achterwege.’

Vanochtend stond er een mooi stuk over de ebola-crisis in nrc.next. Vooral de twee interviews met tropenartsen spreken aan. Zij hebben als mens en vanuit hun beroep een verantwoordelijkheid zoals ze daarin schetsen: ‘Er is niet alleen geld nodig, er moeten ook mensen heen.’

Steun voor het versterken van gezondheidssystemen is cruciaal. Daarbij hoort het investeren in goed geschoolde zorgverleners en het bijdragen aan de beschikbaarheid van essentiële medicijnen en hulpmiddelen, zoals beschermende pakken. Gelukkig scherpte ook minister Ploumen haar acute steun onlangs aan.

Kamervragen

Begin september werden er reeds Kamervragen over de ebola-crisis aan minister Ploumen gesteld. Wij vonden haar antwoorden eerlijk gezegd teleurstellend. De minister zegde een aantal dingen toe, maar liet volledig achterwege dat er ook heel cruciale stappen voor de (middel)lange termijn nodig zijn om zwakke zorgstelsels te versterken. Tijdens het Algemeen Overleg in de Tweede Kamer van woensdag 8 oktober stelden Kamerleden daarom opnieuw prangende vragen aan Minister Ploumen. En de brief die ze dinsdag 14 oktober naar de Kamer stuurde is helder, maar weer laat ze het belang van investeren in sterke zorgstelsels achterwege. Er is naast acute inzet, juist ook oog voor structurele ondersteuning nodig. En daar roepen we haar graag toe op.

Minister Ploumen splitst haar inspanningen in de brief in drie delen:
–        de zorg voor slachtoffers in de getroffen landen;
–        zorg voor hulpverleners en consulaire dienstverlening;
–        en zorg voor de lokale economieën.

Bij die laatste inspanning formuleert ze dat de middellange termijn belangrijk is en stelt ze dat de bedrijfslevenprogramma’s open staan. Dat is begrijpelijk, maar naast handel is ook hulp belangrijk. En die moet niet alleen bestaan uit noodhulp. Ook aandacht voor de (middel)lange termijn is noodzakelijk.

Wemos pleit ervoor dat minister Ploumen de middellange termijn die ze voor de economie al schetst, ook toepast op de zorg voor lokale gezondheidsstelsels. Dat kan door een vierde inspanning toe te voegen: zorg voor versterking van de lokale zorgstelsels.

Verenigd Koninkrijk

Dat kan zij doen als onderdeel van noodhulp én als structureel aspect van haar speerpunt Seksuele Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR). Hier zou Ploumen het voorbeeld kunnen volgen van het Verenigd Koninkrijk. Dat land heeft al toegezegd dat zij investeert in noodhulp en ook kijkt naar maatregelen die op de langere termijn nodig zijn. Investeren in nationale zorgstelsels behoort daartoe.

Er is niet alleen steun nodig nu de nood acuut is. Er is ook structurele ondersteuning nodig. We kennen allemaal de verplichting van iedere overheid om het recht op gezondheid van haar burgers te respecteren, beschermen en implementeren. In het geval van ebola ligt er een verantwoordelijk bij de overheden van de getroffen landen, maar ook onze overheid heeft een taak. Er bestaat zoiets als de extra-territoriale verplichting van andere overheden om assistentie te verlenen aan landen waar de zorgstelsels niet goed draaien. Die verantwoordelijkheid lijkt Ploumen nog niet op te pakken.

De kranten vertellen ons hoe het gaat met nieuwe patiënten in Europa en de ene na de andere schuldbekentenis verschijnt over het falen bij het bestrijden van ebola. Terecht, als je kijkt naar de lange tijd die verstreken is tussen het eerste slachtoffer in Guinee op 6 december vorig jaar en de duizenden slachtoffers nu. Dat falen is aan diverse factoren te wijten. Ons inziens maakt de ebola-crisis op schrijnende wijze inzichtelijk wat er gebeurt als overheden wereldwijd geen verantwoordelijkheid pakken om slecht functionerende zorgstelsels gezamenlijk te versterken.

Een maand geleden publiceerde Vice Versa een grondig artikel over het tekort schieten van de strijd tegen ebola. Daarin dringen onderzoeksinstituten en het maatschappelijk middenveld aan op mondiale actie in de getroffen landen Sierra Leone, Liberia en Guinee. De ebola-uitbraak laat helder zien wat ongelijke toegang tot middelen – medicijnen, beschermende pakken -, een tekort aan gezondheidswerkers, sterk wisselende kwaliteit van de gezondheidszorg en gebrek aan juiste informatie over gezondheid voor consequenties heeft. Landen die al een beperkte capaciteit bezaten om adequate gezondheidszorg voor hun burgers te leveren, kunnen het zich niet veroorloven hun gezondheidswerkers te verliezen aan het virus of om noodgedwongen faciliteiten te moeten sluiten.
Burgers kunnen worden getroffen door het virus zelf, maar ook door het wegvallen van de meeste basale zorgvoorzieningen, zoals hulp bij een bevalling of de behandeling van malaria. Het aantal slachtoffers neemt toe, maar ook het aantal mensen dat op andere wijze gedupeerd raakt.

Voorkom andere uitbraken 

Lange termijn steun voor het versterken van gezondheidssystemen is cruciaal om onder andere virusuitbraken te voorkomen, maar is natuurlijk ook zinvol om malaria te bestrijden, moedersterfte te reduceren en antibioticaresistentie een halt toe te roepen. Bij systeemversterking hoort het investeren in goed opgeleide zorgverleners en het bijdragen aan de beschikbaarheid van essentiële medicijnen en hulpmiddelen. Gelukkig leent de inzet van de minister op het speerpunt SRGR zich er prima voor om op deze beide aspecten nadruk te leggen.

Op 9 oktober legde onder meer president Ernest Bai Koroma van Sierra Leone zijn wensenlijst voor tijdens de Jaarvergadering van de Wereldbank. Hij benoemt daarin volgens Wemos een belangrijk punt, namelijk het belang van duurzaamheid van deze noodhulp. Ja, deze ebola-uitbraak heeft noodhulp nodig, maar, zo stelt hij, we weten ook dat ebola vaak opnieuw uitbreekt in landen waar al een uitbraak is geweest. Daarom zijn langdurige financiële investeringen nodig om gezondheidssystemen te versterken. Alleen met structurele investeringen in gezondheidssystemen kunnen nieuwe uitbraken worden voorkomen.

Via onze gezondheid zijn we allemaal met elkaar verbonden. Dat brengt een voortdurende verantwoordelijkheid met zich mee. Het beschermen van de mondiale volksgezondheid en het afwenden van dergelijke uitbraken is alleen haalbaar als alle landen gezamenlijk voorkomen dat er zwakke zorgstelsels bestaan. Een manier om dat te realiseren is het stelselmatig investeren, bij voorkeur via ODA, in het versterken van gezondheidssystemen overal ter wereld. Ons mondiale zorgsysteem is zo sterk als de zwakste schakel. Daarom roept Wemos de Nederlandse overheid op om structureel te investeren in het versterken van gezondheidssystemen in landen die daar zelf onvoldoende in slagen.

Dat kan nu, als onderdeel van de Nederlandse inspanningen voor ebola, en het moet ook blijvend, als (middel)lange termijn investering. Het is een investering die loont. Een gezonde samenleving is goed voor de economie. Gezondheidssysteemversterking is goed voor mensen elders, voor ons en ook nog eens handelsbevorderend.

Het is fantastisch te lezen over de verantwoordelijkheid die Nederlandse tropenartsen willen oppakken in deze noodhulpfase. We zouden nog blijer worden als we daarnaast de minister kunnen bewegen om ook voor de langere termijn bij te dragen aan versterking van zorgstelsels elders. Investeren in goed geschoold zorgpersoneel (hier en daar) vormt daar een belangrijk onderdeel van. We roepen de minister op om in haar maandelijkse ‘ebola-update’ aan de Tweede Kamer aan te kondigen dat ze op structurele wijze zal bijdragen aan gezondheidssysteemversterking in landen die dat in hun eentje niet redden. Op die manier krijgen onze noodhulp inspanningen een duurzaam karakter. Daar wordt iedereen beter van.

Anke Tijtsma is directeur van Wemos. Linda Mans is pleitbezorger Mondiale Gezondheid en projectcoördinator Zorgpersoneel van Wemos

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
17 oktober 2014