
Vrijdagmiddagborrel; Ploumen geeft niet thuis op belangrijke coherentiedossiers
Liliane Ploumen liet de afgelopen weken grote kansen liggen om haar belofte voor een coherent ontwikkelingsbeleid na te komen, schrijft Marc Broere. Vooralsnog lijkt ze vooral de minister van keiharde bezuinigingen en de handelsbelangen van Nederland te zijn. Hoe dit tij te keren?
Ze wilde de koningin van de coherentie zijn, Liliane Ploumen. Weet u nog, haar speech tijdens de Afrika Dag van de toenmalige Evert Vermeer Stichting, nu bijna twee jaar geleden. Het waren woorden waarbij Ploumen de lat voor haarzelf erg hoog legde. Ze ging ‘met minder geld meer resultaten boeken’, ze was de eerste minister die ‘alles in samenhang’ ging bekijken, de eerste die echt werk van coherentie zou gaan maken.
Weinig terecht komen
De afgelopen weken bleek dat er van dit voornemen van Ploumen vooralsnog helaas weinig terechtkomt. Afgelopen dinsdag opende NRC Handelsblad met een opvallend artikel waaruit bleek dat het Kabinet de Tweede Kamer negeert bij het klimaatbeleid. Het klimaatbeleid is bij uitstek een coherentiedossier omdat ons klimaatbeleid grote invloed heeft op de positie van de meest kwetsbaren groepen op deze aarde. Het zijn de armsten die immers het meest te lijden hebben van door het klimaat veroorzaakte natuurrampen als overstromingen, ontbossing, vermindering van biodiversiteit en noem maar op.
Uit het stuk in NRC bleek dat de PvdA zich neerlegt bij een minder ambitieuze inzet van het kabinet bij de Europese afspraken over milieu. Het kabinet negeert de wens van de Tweede Kamer voor een ambitieuzer klimaatbeleid in Europa en accepteert bij onderhandelingen over de EU-klimaatambities dat de doelstellingen op het gebied van duurzame energie voor 2030 ‘niet-bindend’ worden. Ook zal het kabinet niet aandringen op het verdergaand terugdringen van broeikasgassen.
Eind deze maand moeten EU-milieuministers en energieministers besluiten over de EU-klimaatafspraken voor 2030. Basis van die onderhandelingen is een plan van de Europese Commissie. Kern van dit voorstel is ’40-30-27′: reductie van broeikasgassen met 40 procent, 30 procent minder energieverbruik en een aandeel van 27 procent duurzame energie in de EU-energiemix. Die 27 procent is niet bindend. Een meerderheid in de Tweede Kamer, waaronder de PvdA, riep het kabinet vorige week op zich wél in te zetten voor een bindend klimaatakkoord. Dit lijkt nu echter niet meer de inzet van dit kabinet te zijn, concludeert NRC Handelsblad.
Ook op het gebied van broeikasgassen wil de Tweede Kamer dat het kabinet verder gaat dan de Europese Commissie: de inzet zou tenminste 40 procent moeten zijn. Maar ook die wens legt het kabinet naast zich neer, schrijft NRC, omdat de huidige doelstelling van 40 procent minder CO2 in 2030 volgens de ministerraad – waarin ook minister Ploumen zitting heeft – ‘al ambitieus genoeg’ is.
Niet thuis geven
Dit was nu bij uitstek een punt waar Ploumen zich had kunnen profileren als minister van coherentie. Ze had nota bene zelfs haar eigen fractie in de Tweede Kamer achter zich.
Maar heeft u de minister de afgelopen week over dit onderwerp gehoord? Heeft u haar horen zeggen dat dit kabinetsbesluit de belangen van de armsten en meest kwetsbaren op deze wereld schaadt? Heeft ze deze week ergens tijdens haar meerdere publieke optredens haar ongenoegen kenbaar gemaakt over dit kabinetsvoornemen en verteld en dat ze er alles aan gedaan heeft om deze koerswijziging van het kabinet tegen te gaan?
Neen! Ik heb de minister niet gehoord; Liliane Ploumen geeft vooralsnog niet thuis op dit dossier.
Energieakkoord en handelsverdragen
Een ander recent voorbeeld is het energiebeleid. In september 2013 sloot het kabinet een Nationaal Energieakkoord. Met ruim veertig partijen werd afgesproken om in 2020 te komen tot een aandeel van 14 procent duurzaam opgewekte energie. Ook werd afgesproken om forse energiebesparingen door te voeren. Ook ons energiebeleid heeft grote gevolgen voor ontwikkelingslanden.
Dit energieakkoord kun je gerust een mooi voorbeeld van het streven naar meer coherent beleid noemen. Het akkoord werd ondertekend door werkgevers, werknemers, politiek en milieuorganisaties.
De afspraken zijn noodzakelijk om minimaal te voldoen aan de eisen die de EU stelt. En er was ook wel iets nodig. Op dit moment wekt Nederland namelijk maar 4,5 procent van zijn energie op duurzame wijze op. Daarmee is het een van de slechtst presterende landen in Europa. Maar volgens de Nationale Energie Verkenning zijn de vastgestelde doelen nu al onhaalbaar. PvdA-leider Diederik Samsom noemde het ‘zeer zorgelijk’ en ‘onverteerbaar’. Maar waar was de minister die zegt dat ze coherentie hoog in het vaandel heeft staan? Heeft u Liliane Ploumen er iets over horen zeggen? Waarom sprong ze niet meteen op de barricade om erop te wijzen hoe belangrijk het is voor ontwikkelingslanden dat wij ons energieakkoord naleven?
Wederom was dit een unieke kans geweest voor de minister om zich te profileren als voorvechtster van coherentie. In Denemarken, dat jarenlang vergeleken is met Nederland als het om het ontwikkelingsbeleid en mondiale betrokkenheid gaat, heeft het kabinet zelfstandig de ambities veel hoger gelegd dan de Europese richtlijnen en streeft men zelfs naar 35 procent duurzame energie. Daar staat coherentie kennelijk wél hoog op de agenda.
Klimaat en energie hebben kennelijk nog niet de aandacht van Ploumen als belangrijke coherentiedossiers. De minister mengde zich de afgelopen weken wél in het debat over het handelsverdrag tussen de VS en Europa, de zogeheten TTIP. ‘Ik ben ervan overtuigd dat op termijn de hele wereld meeprofiteert van TTIP’, schreef de minister in De Volkskrant. Het leidde tot een weerwoord van Lokaalmondiaal-directeur en handelsexpert Stefan Verwer die op de Vice Versa website schreef dat Ploumen conclusies uit rapporten negeert die erop wijzen dat ontwikkelingslanden de rekening gepresenteerd krijgen van de onderhandelingen tussen beide economische blokken. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat landen in West-Afrika zeven procent van hun handel met Europa en de VS zullen mislopen.
Gemiste kansen
De conclusie van de afgelopen weken is in ieder geval dat we Ploumen helaas niet horen op coherentiedossiers die volop in de actualiteit staan en waar ze aandacht kan vragen voor belangen van ontwikkelingslanden en de meest kwetsbaren mensen op deze wereld. En daar waar ze wel in actie komt, lijkt ze vooral op te komen voor de handelsbelangen van Nederland.
Van ‘meer met minder doen’, en van coherentie is na twee jaar Ploumen nog geen sprake. Ze lijkt vooralsnog vooral de minister van keiharde bezuinigingen en van de handelsbelangen van Nederland te zijn. Het is vijf voor twaalf als het gaat om het coherentiedossier. Als Ploumen haar naam echt waar wil maken, zal ze nu echt werk moeten maken van coherentie. Anders zal ze door het stof moeten gaan en toe moeten geven dat er niks van terecht is gekomen. Het zou Ploumen sieren om op de volgende Afrika dag, die op 1 november plaatsvindt, uit te leggen waarom er vooralsnog zo weinig van het coherentiedossier terecht komt en wat haar plannen zijn om dit tij te keren.