
Prinsjesdag 2014: de begroting ontwikkelingssamenwerking nader bekeken
Nederland geeft dit jaar iets meer van het BNP aan ontwikkelingshulp dan oorspronkelijk begroot. Dit jaar komt het percentage uit op 0,63%. De jaren daarna zal dat percentage echter weer dalen, terwijl het Nederlandse BNP wel stijgt. Verder zal de 570 miljoen extra aan noodhulp in een speciaal fonds worden gestopt dat over drie jaar zal worden uitgesmeerd. Dat zijn enkele hoofdpunten uit de Rijksbegroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 2014.
Bij een eerste blik op de nota van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS-nota) lijkt het er even op dat Nederland dit jaar weer op het oude vertrouwde 0,7 % van het BNP zit, zelfs daarboven. In de nota staat namelijk vermeld dat er dit jaar 4.581,2 miljard euro naar ontwikkelingssamenwerking gaat, daar waar het BNP 652.660 miljoen bedraagt (zie onder dit bericht). Het bedrag is opgetopt vanwege de extra 570 miljoen aan noodhulp en de 375 miljoen euro dat besteed wordt aan de opvang van asielzoekers. Beide mag tot officiële ontwikkelingshulp gerekend worden. Het noodhulpbudget zal echter niet in één keer worden opgemaakt: naar verwachting zal er in 2014 100 miljoen uitgegeven worden, in 2015 170 miljoen en in 2016 en 2017 150 miljoen.
Bij de berekening van de percentages heeft het ministerie wél rekening gehouden met de spreiding van het noodhulpbudget en zo komen we dit jaar op 0,63 % uit. Het extra geld voor noodhulp zal met name worden ingezet voor uitbreiding van acute noodhulp voor de noodlijdende bevolking in crisisgebieden, voor verbetering van opvang in de regio en voor de preventie van crises.
De 570 miljoen euro extra aan noodhulp is weliswaar een opsteker voor vele noodhulporganisaties, maar het zijn geen zoete broodjes die uit de lucht komen vallen. Er is eerder sprake van een kasschuif. Het geld komt namelijk vrij door de EKI-reserveringen van de begroting af te trekken.
EKI-reserveringen zijn reserveringen voor de kwijtschelding van exportkredietschulden van ontwikkelingslanden. Deze schulden komen voort uit investeringen of leveringen van Nederlandse bedrijven aan bedrijven in ontwikkelingslanden, waarvoor de Nederlandse overheid garant staat. Als de ontvangende partij niet betaalt, resulteert deze constructie in een schuld van de overheid van het ontwikkelingsland aan de Nederlandse overheid. De kwijtschelding van zo’n schuld wordt betaald uit ontwikkelingssamenwerking, een regeling die begin deze eeuw is ontstaan door een afspraak met het Ministerie van Financiën.
Hier wordt ieder jaar een bepaald bedrag voor gereserveerd, maar meestal niet geheel uitgegeven. Er is nu besloten om helemaal te stoppen met deze pot. In 2014 wordt er aldus op de begroting 150 miljoen van de EKI-reserveringen afgetrokken, in 2015 120 miljoen en de daaropvolgende twee jaar 150 miljoen: precies 570 miljoen euro dus. Mochten er in de toekomst toch nog schulden kwijtgescholden moeten worden, dan zal dat bovenop de begroting komen (het zal dus niet ten koste van iets anders gaan).
Koppeling
In 2015 wordt er netto 3,8 miljard uitgetrokken voor Ontwikkelingssamenwerking, rekening houdende met de 170 miljoen noodhulp die erboven op komt. Vanaf dat jaar zal het ontwikkelingsbudget als percentage van het BNP dalen naar 0,57 % in 2015, 0,56 % in 2016 en 0,53 % in 2017 en ook de absolute bedragen voor ontwikkelingshulp gaan naar beneden. In 2014 besteden we nog netto 4,1 miljard aan hulp, in 2015 3,807; in 2016 3,821 en in 2017 3,674.
Kijken we terug naar de HGIS nota van 2013, dan zijn de bedragen voor ontwikkelingssamenwerking als volgt: in 2015 was dat 3,802 miljard; in 2016 3,905 miljard. De percentages waren 0,6 % van het BNP in 2015 en 2016.
Er is dus in de huidige begroting sprake van een dalende trend, in zowel percentage als absoluut aantal. Dit is opmerkelijk, want het BNP stijgt juist vanwege de nieuwe Europese regels voor de berekening van het BNP. Bij een stijgend BNP is een hoger bedrag aan ODA te verwachten, vanwege de koppeling van het ontwikkelingsbudget met het Bruto Nationaal Product. Dit is sinds jaar en dag de regel in de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. Historisch gezien was dit percentage minimaal 0,7 %, maar dat percentage is door de bezuinigingsmaatregelen onder minister Ploumen en haar voorganger staatssecretaris Ben Knapen losgelaten. De bezuinigingen, 750 miljoen tot en met 2016 en 1 miljard in 2017, zijn echter zo ingericht dat ze van het ‘basisbedrag’ worden afgetrokken – en dat basisbedrag is 0,7 % van het BNP.
Nu ODA daalt terwijl het BNP toeneemt*, heeft het er de schijn van dat die koppeling is losgelaten. De verklaring daarvoor is niet geheel duidelijk, maar zit wellicht in het volgende woord: ‘Correctie ESA 2010’, iets dat in de begroting van vorig jaar nog niet was opgenomen. De bedragen voor 2015 t/m 2017 kunnen natuurlijk, net als dit jaar het geval was, weer worden bijgesteld. Toch vrezen ontwikkelingsexperts voor extra bezuinigingen bovenop de bezuinigingen die al zijn aangekondigd door de minister.
Opvang asielzoekers
Zoals vermeld, gaat er 375 miljoen euro extra naar de opvang van asielzoekers. Dit bedrag gaat rechtstreeks naar staatssecretaris Fred Teeven en daar heeft minister Ploumen dus weinig over te zeggen. Toch is het een welkome meevaller voor de begroting. De opvang van asielzoekers drukt namelijk op de OS-begroting. Omdat er dit jaar een grote toestroom van asielzoekers was, moest er meer geld voor worden uitgetrokken. Zonder het extra geld had dat elders uit de OS-begroting moeten worden gehaald.
BIV-fonds
Het Budget Internationale Veiligheid (BIV) zal, zoals maandag al voorspeld, overgeheveld worden naar het ministerie van Defensie. In eerste instantie zou minister Ploumen deze pot van 250 miljoen euro beheren. Op deze site wordt uitgelegd hoe deze ‘boekhoudkundige truc’ in elkaar zit. Binnen het Kabinet is afgesproken dat jaarlijks een bedrag van 60 miljoen euro beschikbaar blijft voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS) en Buitenlandse Zaken op de terreinen veiligheidssectorhervormingen, vredes- en capaciteitsopbouw en beveiliging van hoog-risico posten.
Het speerpunt vrede en veiligheid komt er door deze maatregel bekaaid af vergeleken met wat er vorig jaar nog voor was begroot binnen de begroting BH&OS. Bovendien wordt er ook op het thema rechtsstaatontwikkeling, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie bezuinigd: waar daar in 2013 nog 234.554 was begroot, is daar nu 189.554 van overgebleven.
Op het thema duurzame handel en investeringen stijgen de uitgaves iets ten opzichte van de begroting van vorig jaar; dit komt met name doordat er niet 100 miljoen, maar 150 miljoen euro naar het Dutch Good Growth Fund zal gaan in 2015. Onderwijs als aparte begrotingspost is nu definitief van de begroting verdwenen.
Reacties
Ontwikkelingsorganisaties zijn blij met de 570 miljoen euro voor noodhulp, maar er klinkt ook kritiek. Want terwijl in de troonrede wordt gesproken over een actief buitenlands en vredes-en veiligheidsbeleid, wordt die aandacht niet vertaald in concreet beleid, is het commentaar. ‘Juist met het oog op deze troonrede lijkt een aantal begrotingskeuzes vreemd en onverstandig’, zegt bijvoorbeeld Cordaid directeur Simone Filippini. ‘Zo is er fors bezuinigd op het budget voor Veiligheid en Rechtsorde, bij uitstek een budget dat zich richt op het structureel oplossen van problemen in fragiele staten.’
Jan Gruiters, directeur van Pax, pleit voor een grotere inzet op burgerinitiatieven. ‘“In plaats van strategische investeringen in de Nederlandse diplomatie kiest de regering voor een symbolische verhoging van het Defensiebudget. Dat is een oude Pavlov reflex. Initiatieven voor taakspecialisatie ontbreken. Ook lijkt de regering zich aan te willen sluiten bij pogingen gewapend extremisme met militaire middelen uit te roeien terwijl de daarvoor noodzakelijke politieke strategie ontbreekt. Ze lijkt vergeten te zijn dat het meedogenloos geweld van de Islamitische Staat (IS) floreert op de puinhopen van eerdere mislukte militaire interventies en politieke nalatigheid.”
Brancheorganisaties Partos is er met name verbolgen over dat de koppeling tussen het ontwikkelingsbudget en de stijging van het BNP is afgenomen. “Om de grote actuele humanitaire crises het hoofd te kunnen bieden, is het goed dat er op korte termijn ruimte blijft voor het maatschappelijk middenveld voor de inzet van noodhulp’, meent directeur Bart Romijn. ‘Maar dit is juist ook nodig voor structurele armoedebestrijding. Dit laatste lijkt nu weg te vallen, waardoor je bij wijze van spreken pleisters blijft plakken.’
* Om de algehele verwarring groter te maken staat er een foutief BNP bedrag in de HGIS-nota (pagina 35): 638.460 in 2016 in plaats van 683.460, zoals dat later in de tabel wel weer goed staat.