Meer geld naar Nederlandse ngo’s voor humanitaire hulp

Freedom House

Afgelopen vrijdag presenteerde minister Ploumen de verdeling van het noodhulpbudget van 570 miljoen euro.  Een aanzienlijk deel daarvan zal naar Nederlandse particuliere organisaties gaan. Hiervoor wordt 120 miljoen uitgetrokken voor de periode 2015-2017. Daarnaast kunnen de VN-organisaties en het Rode Kruis Nederlands geld tegemoet zien voor hun slinkende budgetten.

Nederlandse particuliere organisaties die in aanmerking komen voor het fonds zijn: Cordaid, Care, Dorcas, ICCO, NRK, Oxfam Novib, Save the Children, Terre des Hommes, War Child, World Vision en ZOA. Een aanzienlijk deel van deze ngo faciliteit zal worden bestemd voor nieuwe crises. Behalve dat ngo’s beschikken over lokale netwerken, zijn zij ook belangrijk voor het draagvlag in Nederland, zo lichtte de minister afgelopen zaterdag toe in dagblad Trouw.

Voor Artsen zonder Grenzen wordt daarnaast 15 miljoen uitgetrokken voor de periode 2015-2017. Ook het Nederlandse Rode Kruis kan een apart bedrag tegemoet zien van 15 miljoen per jaar, een verhoging van tien miljoen per jaar. ‘Het Rode Kruis heeft een wereldwijd netwerk en is meestal als eerste ter plaatse’, zo schrijft de minister in haar brief. De bijdrage aan het International Committee of the Red Cross van 25 miljoen per jaar wordt opgehoogd met 15 miljoen.

Daarnaast zijn de VN-organisaties grote ontvangers van de Nederlandse noodhulp. Het noodhulpfonds van de VN (Central Emergency Response Fund, CERF), dat is gericht op tijdige en flexibele financiering via VN-organisaties bij wereldwijde acute noodsituaties en ‘vergeten crises’, krijgt vanwege ‘bewezen effectiviteit’ 15 miljoen euro per jaar meer. Eerst was dat 40 miljoen.

Armslag

UNICEF krijgt er 10 miljoen euro bij en voor verbeterde regionale opvang van vluchtelingen stelt het kabinet een bedrag van 30 miljoen euro beschikbaar. Dat gaat onder meer naar UNHCR. Eenzelfde bedrag gaat naar rampenparaatheid. Omdat het kabinet de veiligheid van hulpverleners erg belangrijk vindt, gaat een extra bijdrage naar het verstrekken van veiligheidsrelevante informatie aan hulpverleners in het veld middels de International Safety Organisation (INSO).

Al deze organisaties moeten bijdragen aan de drie hoofddoelen van het Relief Fund: meer acute noodhulp voor slachtoffers van geweld en natuurrampen, verbeterde regionale opvang van vluchtelingen en de preventie van natuurrampen.

Het Relief Fund komt bovenop de humanitaire hulp die al was gebudgetteerd, zo’n 215 miljoen euro. Vanwege de vele humanitaire crises was de bodem van dat potje bijna in zicht. Doordat de EKI-reserveringen zijn stopgezet, kwam er 570 miljoen bij voor de periode 2014-2017 (een uitgebreide uitleg daarover vind u hier). Met het Relief Fund krijgt Nederland fors meer armslag op humanitair gebied: 46 % in 2014 en gemiddeld 76 % per jaar in de periode 2015-2017.

2014

Voor 2014 is er vanuit het Relief Fund een bedrag van 100 miljoen beschikbaar gekomen. Bijna een derde daarvan (30 miljoen) gaat naar Syrië, verreweg de grootste humanitaire crisis van het moment met 10,5 miljoen ontheemden en vluchtelingen. Het VN-hulpverzoek van 6 miljard voor Syrië is het grootste ooit en het is nog lang niet gedekt: de hulpgemeenschap komt tot 41 % van het gevraagde budget. Het geld gaat onder andere naar het World Food Program (dat vanaf oktober nog slechts over 7 % van de benodigde fondsen beschikt), UNICEF en UNHCR.

De crisis in Zuid-Soedan, met 3,8 miljoen behoeftigen, kan op 10 miljoen euro van de Nederlandse overheid rekenen dit jaar. Het Common Humanitarian Fund van de UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs bepaalt waar de fondsen het meeste nodig zijn en welke organisaties dat krijgen.

Het conflict in de Centraal Afrikaanse Republiek, dat minder aandacht krijgt van de media, maar wel geld van de Nederlandse overheid, zal eveneens 10 miljoen euro ontvangen. Noord-Irak krijgt 5 miljoen euro via ngo’s en 5 miljoen via VN-organisaties. Het is de enige crisis dat overgefinancierd is met 183 %. Dit vanwege een Saoedische bijdrage van een half miljard. De verwachting is dat de VN eind september haar verzoek aanzienlijk zal ophogen.

Voor de ebola-crisis is daarnaast 15 miljoen euro uitgetrokken, waarbij wordt aangesloten bij een gezamenlijke EU-inzet. Als de kosten voor ebola hoger uitvallen, zal een deel van de vrije ruimte van dit jaar (7 miljoen euro), worden gebruikt.

Accenten

Naast de verdeling van de middelen licht de minister in haar brief ook enkele accenten toe. Ze hamert op samenwerking en goede coördinatie en er moeten goede afspraken worden gemaakt over de kwaliteit van de hulpverlening. Meer aandacht daarbij is nodig voor de kwetsbaarheid van vrouwen en kinderen, preventie, de transitie tussen noodhulp en ontwikkelingshulp en de samenwerking tussen VN organisaties, ngo’s en de private sector.

Er moet daarnaast meer aandacht en ruimte komen voor zelfredzaamheid van vluchtelingen zodat ze in hun eigen bestaan kunnen voorzien. Het is ook belangrijk dat de steun aan vluchtelingen meer in balans wordt gebracht met steun aan gemeenschappen in landen van opvang. Zij lijden vaak onder de gevolgen van de stroom van grote aantallen vluchtelingen die gebruik moeten maken van dezelfde voorzieningen en dat kan conflict en irritatie tot gevolg hebben.

Innovatie

Het kabinet gaat verder extra inzetten op rampenparaatheid, zoals het opzetten van waarschuwingssystemen, sheltervoorzieningen en het opzetten en trainen van hulpteams.

Bij noodhulp past ook de nodige innovatie. Hippe toepassingen als crowdmapping en het gebruik van big data kunnen de effectiviteit van noodhulp vergroten, aldus de minister. Het bedrijfsleven speelt eveneens een rol. Partnerschappen tussen bedrijven en noodhulporganisaties worden daarom gestimuleerd.

De verdeling van het Relief Fund 2014-2017

 

 

 

 

 

 

 

 

Relief Fund 2014

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
22 september 2014
Categorieën: