
Vrijdagmiddagborrel: Praatjesmaker
Vandaag in de vrijdagmiddagborrel legt hoofdredacteur Marc Broere uit waarom hij minister Ploumen maar een ‘praatjesmaker’ vindt en waarom zij hem steeds meer doet denken aan oud-minister Agnes van Ardenne.
De zomervakantie is voorbij en de ontwikkelingssector, bereidt zich voor op een drukke herfst. Zo is er in september een grote VN-top in New York, waar gesproken wordt over de post-MDG-agenda. Ook krijgen de particuliere ontwikkelingsorganisaties binnenkort duidelijkheid over wat er gaat gebeuren als het Tweede Medefinancieringsstelsel ophoudt. Bovendien bezinnen de oppositiepartijen zich over een nieuwe reeks pogingen om het beleid van minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking te beïnvloeden.
Dit alles gebeurt in een context waarin Lilianne Ploumen zowel de bestuurlijke als inhoudelijke competenties lijkt te missen die nodig zijn voor een succesvol ministerschap. ‘Ze moet nog veel leren in het politieke vak’, zegt politiek analist Paul van den Berg (Cordaid) in de nieuwe Vice Versa die volgende week verschijnt.
‘Is minister Ploumen naïef?’ vraag columnist Paul Hoebink zich in datzelfde nummer af. Ze probeert bezuinigingen te verkopen als ‘vernieuwend’ en ‘innovatief’ en komt met voorstellen voor beleid waarvan geen enkel bewijs bestaat dat het ook werkt. Dat kun je niet naïef meer noemen, vindt Hoebink, en de Nijmeegse hoogleraar is nog op zoek naar een term om Ploumen te typeren die ‘niet beledigend’ is.
Weinig succesvol
Het roept de vraag op waarom Ploumen überhaupt gevraagd is om minister te worden. Ook als voorzitter van de PvdA was ze immers weinig succesvol. Tijdens deze periode daalde de partij tot een dieptepunt in de peilingen. Pas na het opstappen van fractieleider Cohen en voorzitter Ploumen krabbelde de partij onder een nieuwe leiding razendsnel weer op.
Ploumens politieke carrière leek al voorbij toen ze gevraagd werd om zitting te nemen in dit kabinet. Zo ben je van een uitgespeelde politica ineens weer een minister die businessclass de wereld over vliegt en kan beslissen over een weliswaar slinkend maar nog altijd aanzienlijk budget. Het politieke leven is onvoorspelbaar.
Weinig bescheiden
Wel zou je met dit in je achterhoofd enige bescheidenheid verwachten. Die is bij Ploumen echter ver te zoeken. Vrijwel direct na haar aantreden verklaarde Ploumen – in strijd met de feiten – dat ze de eerste minister was die alles in samenhang ging bekijken, de eerste die echt werk van coherentie ging maken. Lilianne Ploumen ontpopte zich tot een echte praatjesmaker. En zoals een ieder weet: praatjes vullen geen gaatjes.
Een vergelijking tussen Ploumen en oud-minister Agnes van Ardenne dient zich steeds meer aan. Van Ardenne was een apothekersassistente uit Vlaardingen die via de lokale politiek in de Kamer kwam en uiteindelijk onder Jan Peter Balkenende beloond werd met het ministerschap van Ontwikkelingssamenwerking. Ook dat bleek achteraf een zeer onverstandige keuze.
Ongeloofwaardig tot op het bot
Van Ardenne miste een helikoptervisie op haar beleidsterrein, had net als Ploumen veel praatjes en verklaarde – eveneens in strijd met de feiten – dat zij de eerste minister was die het denken over effectiviteit binnen ontwikkelingssamenwerking had geïntroduceerd. Ze liet haar voorlichters turven hoe vaak haar naam in persberichten voorkwam en schoffeerde haar ambtelijke top aan de lopende band.
Na haar ministerschap werd Van Ardenne de vertegenwoordiger van Nederland bij de FAO, het VN-agentschap voor voedsel en landbouw. Hier riep ze donorlanden op om vooral meer landbouwprojecten te ondersteunen, terwijl ze zelf als minister juist fors bezuinigde op onze bilaterale landbouwprogramma’s. Ongeloofwaardig tot op het bot. Maar als je zoals Van Ardenne of Ploumen eenmaal in de juiste politieke inner circle zit, dan ben je kennelijk automatisch verzekerd van prestigieuze vervolgbaantjes, ongeacht je functioneren.