
Oppositie mist visie achter beleid Ploumen
Vanavond gaan de Kamerleden moties indienen over de nota van Ploumen. Vice Versa blikt alvast vooruit. Uit de voorgestelde moties blijkt dat de oppositie nog niet overtuigd is geraakt van de plannen van de minister. ‘Als de minister haar beleid niet concreet uitwerkt, dan doen wij het wel’, aldus woordvoerder Sjoerd Sjoerdsma (D66).
Afgelopen weken waren de Kamerleden druk in beraad welke moties ze zullen indienen en welke moties ze willen steunen. Met name de ChristenUnie, SP, D66 en GroenLinks trekken gezamenlijk op. Zij hebben onderling afgestemd wie welke motie in gaat dienen . De afzonderlijke Kamerleden hebben immers slechts twee minuten spreektijd en ze willen voorkomen dat ze dubbele moties indienen.
De Kamerdebatten van afgelopen weken lieten zien dat de oppositie zeer kritisch is op de nieuwe plannen van de minister. Hoewel Ploumen haar beleid met hand en tand verdedigt, heeft zij de oppositie niet kunnen overtuigen van haar plannen. Daarom zal de voltallige oppositie, met uitzondering van de PVV, vanavond een gezamenlijke motie indienen. Daarin wordt Ploumen verzocht concreet te maken hoe de door de regering gestelde doelstellingen realiseerbaar zijn met de nieuwe agenda van hulp, handel en investeringen. Nog voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van 2014 dient de minister de Kamer in een brief te informeren, aldus de oppositie.
Volgens de oppositie heeft de nota ‘Wat de wereld verdient’ op alle essentiële onderdelen nadere uitwerkingen nodig. De partijen vinden het onvoldoende duidelijk hoe de nieuwe agenda van handel, hulp en investeringen bijdraagt aan het bereiken van de doelen die in de nota worden gesteld, namelijk het uitbannen van extreme armoede in één generatie, duurzame en inclusieve groei overal ter wereld en succes voor Nederlandse bedrijven in het buitenland.
Huiswerk overdoen
Nog een brief bovenop de al 20 brieven die de minister wil versturen? ‘Tsja, dat moet dan maar’, vindt Bram van Ojik (GroenLinks), die deze motie namens de oppositie in zal dienen. ‘Wij hebben 9 uur gedebatteerd, maar wij weten nog steeds niet de ratio achter de koerswijziging. Wat is nu de evidence-based beweegreden achter het beleid? Hoe is de minister tot deze conclusie gekomen? De minister moet haar huiswerk over doen.’
‘De ambities sluiten niet aan bij haar plannen’, zegt ook Sjoerd Sjoerdsma van D66. ‘Zoals de plannen er nu liggen zal de minister haar ambities niet waar kunnen maken. Ieder essentieel onderdeel van haar beleid moet nog worden uitgewerkt: we kunnen nog 25 brieven tegemoet zien. Ze heeft geen samenhangende visie.’
De motie velt een algemeen oordeel over het beleid van de minister, waar de oppositie nog allerminst tevreden mee is. Jasper van Dijk (SP) wil zelfs zover gaan dat hij het een ‘motie van afwijzing’ noemt. ‘We zijn niet blij met deze nota. De nadruk ligt teveel op handel en te weinig op hulp’, aldus Van Dijk.
Op steun van de PvdA voor deze motie hoeft de oppositie niet te rekenen. ‘Ik denk dat de minister een paar hele goede keuzes heeft gemaakt in haar beleid’ zegt Marit Maij (PvdA) tegen Vice Versa. ‘Ze heeft mij er in elk geval van overtuigd dat ze een goede koers vaart.’
Draagvlak
Hoewel de motie zonder steun van de Partij van de Arbeid niet kan rekenen op een meerderheid in de Tweede Kamer, heeft de motie toch betekenis omdat er vanuit de oppositie een belangrijk signaal komt richting de minister dat het draagvlak voor haar beleid in de Kamer vooralsnog niet stevig is. Minister Ploumen doet er dan ook verstandig aan acht te slaan op deze motie, adviseert Van Ojik.
Wat de minister zal doen met de motie, hangt van haar interpretatie af. Ze zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat ze haar beleid best nog eens wil leggen, waarmee ze de motie niet te zwaar op zal vatten. Maar ze kan ook zeggen dat ze het fundamenteel oneens is met de motie en deze naast zich neerleggen.
Bedrijfslevenfonds
De oppositie heeft nog meer gezamenlijke moties in petto. Zo is de ChristenUnie van plan een motie worden in te dienen waarin de regering wordt opgeroepen om het budget van het Dutch Good Growth Fund (DGGF) te faseren door het bedrag over meerdere jaren te verspreiden. Wanneer niet al het geld uit het fonds uitgegeven kan worden, moet dat geld bovendien terugvloeien naar de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Deze motie zal in ieder geval gesteund worden door GroenLinks en SP en naar alle waarschijnlijkheid ook door D66. Of het CDA de motie ondersteunt is nog niet duidelijk.
Sowieso ligt het Dutch Good Growth Fund zwaar onder vuur, hetgeen ook al te verwachten was naar aanleiding van de Kamerdebatten. In een andere motie van de ChristenUnie, stelt woordvoerder Joël Voordewind voor om exportfinanciering uit het fonds te schrappen. Naar zijn idee past exportfinanciering niet bij het doel om MKB in ontwikkelingslanden te steunen, maar dient het slechts ter bevordering van de Nederlandse export. In ieder geval zullen de SP en GroenLinks deze motie steunen.
Of de moties betreffende het DGGF veel effect zullen hebben hangt wederom af van de instemming van de PvdA. Maij heeft laten weten geen aanleiding te zien voor dergelijke moties. ‘De minister heeft een aantal toezeggingen gedaan in het debat over de ontwikkelingsrelevantie van het DGGF en heeft beloofd onze verzoeken mee te nemen in haar brief. Ik vind het dan een beetje prematuur om nu al allerlei moties in te dienen’ zegt Maij.
Balans herstellen
Daarnaast zal er vanuit de gezamenlijke oppositie een motie worden ingediend door de SP die de regering oproept om de balans te herstellen tussen hulp en handelsprioriteiten. Het beleid moet meer richting hulp en minder richting handel, vindt Van Dijk. ‘Op ngo’s zoals Oxfam wordt zwaar gekort terwijl het geld dat beschikbaar komt voor het bedrijfsleven fors wordt verhoogd’, zegt Van Dijk.
De minister kan dus een flinke waslijst aan moties tegemoet zien. ‘Als de minister haar beleid niet concreet uitwerkt, dan doen wij het wel’, redeneert Sjoerdsma. De D66 woordvoerder zal ook op andere terreinen moties indienen, waaronder een motie over het Budget Internationale Veiligheid (BIV), waarin hij een aantal randvoorwaarden aangeeft wat er wel en niet onder zou moeten worden gefinancierd. Ook staat er een motie over klimaatfinanciering op de rol – oftewel het ‘koekoeksjong’ zoals Sjoerdsma dat eerder typeerde. Omdat de regering het budget voor internationale klimaatafspraken laat vallen onder de begroting van minister Ploumen, is de vrees dat de bezuinigingen nog veel harder uit vallen als er ook klimaatgelden uit haar budget moeten worden betaald. In de motie roept Sjoerdsma de minister op om ook op dit vlak ambitie te tonen om zo te voorkomen dat het klimaatbudget te zwaar drukt op de hulpbegroting.
Transparantie
Van Ojik is verder van plan om een motie indienen waarin hij de minister verzoekt criteria op te stellen op het gebeid van sociale omstandigheden, mensenrechten en milieu waaraan belasting-en handelsverdragen en investeringsbeschermingsovereenkomsten moeten voldoen. ‘Dergelijke verdragen hebben regelmatig negatieve gevolgen voor sociale omstandigheden, milieu en mensenrechten’, vertelt Van Ojik.
Een andere motie die in de planning staat gaat over transparantie. Van Ojik vraagt hierin de regering bedrijven die ondersteuning krijgen van de overheid via economische diplomatie, het Dutch Good Growth Fund of andere bedrijfsleveninstrumenten, te verplichten transparant te zijn over hun due dilligence proces en de resultaten daarvan. Ondanks dat de regering wel verwacht van bedrijven dat ze zich aan de OESO-richtlijnen houden, is er geen toezicht of bedrijven zich wel aan deze criteria aan houden. ‘Transparantie help om inzicht te krijgen in de inspanningen van bedrijven op dit vlak’, verduidelijkt Van Ojik.
Op onderwijs zullen er twee moties worden ingediend. Van der Staaij (SGP) roept de regering op om beroepsonderwijs te integreren binnen het speerpuntenbeleid en binnen de speerpunten budgettaire ruimte te behouden om de huidige inzet voor marktgericht beroepsonderwijs voort te zetten. De SP gaat nog een paar stappen verder en wil zelfs het hele onderwijsbudget herstellen. Van dit budget blijft in 2017 onder de huidige plannen slechts 40 miljoen over.
Kloof PvdA en oppositie
De coalitiepartijen zijn minder actief met het indienen van moties. De VVD overweegt slechts één motie van de hand van René Leegte over de European Partnership Agreements (EPA’s). Hij vindt dat ontwikkelingslanden gekort moeten worden op het moment dat ze niet meewerken aan de totstandkoming van de EPA’s.
Ook de Partij van de Arbeid ziet weinig noodzaak veel moties in te dienen. Maij overweegt samen met de SP een motie in te dienen om tuberculose onderdeel van het HIV/Aids beleid te maken en vraagt de minister daar financiële middelen voor vrij te maken. Daarnaast vraagt de motie de minister gebruik te maken van specifieke kennis die er op dit onderwerp is bij verschillende organisaties. De motie die de SGP zal indienen over de rol van onderwijs zal ze waarschijnlijk ook steunen.
Aan het patroon van de moties is te zien dat de kloof tussen PvdA en de oppositie in de Kamer groter wordt. Zoeken zij geen toenadering tot elkaar? ‘Jawel’, zegt Van Ojik, ‘maar in het debat moet daar ook aanleiding voor zijn. Als de PvdA zegt dat ze trots zijn op het beleid, dan is de opening om steun voor moties te vragen, moeilijk. Het is begrijpelijk dat ze positief zijn tegenover de nota, maar ze hadden best kunnen zeggen dat ze het ook moeilijk vinden. Nu zijn ze wel erg overdreven met hun lof en overschreeuwen ze zichzelf. We zoeken wel toenadering, maar daar zijn twee partijen voor nodig.’
Maij herkent zich niet in dat beeld. ‘We dienen moties in samen met de SP en de SGP, dus we zoeken wel degelijk toenadering. Maar de andere moties heb ik helemaal niet gezien. Ik weet dus niet wat de oppositie verder van plan is. Als ik niet gevraagd wordt, kan ik het natuurlijk ook niet steunen’, merkt zij op.
Vanavond om 20:50 zullen de Kamerleden in een plenair debat hun volledige waslijst aan moties indienen. Naar verwachting zal daar aanstaande dinsdag over worden gestemd.