23 moties voor minister Ploumen

Alsof de regering en de Kamer een wedstrijdje spelen wie er de meeste brieven of moties kan indienen. Waar minister Ploumen heeft toegezegd om de Kamer dit jaar nog 20 brieven te sturen, diende de Tweede Kamer gisteravond maar liefst 23 moties in. Aan de motie van de bijna voltallige oppositie, waarin zij minister Ploumen aanspoort om duidelijk te maken hoe zij haar ambities waar wil maken met de huidige plannen, gaf de minister geen gehoor. Daarmee blijft voor de oppositie de visie achter het beleid van Ploumen vooralsnog onduidelijk.

Volgens plan dienden 7 oppositiepartijen, te weten SP, GroenLinks, CDA, D66, ChristenUnie, SGP en de Partij voor de Dieren, een motie in waarin zij Ploumen verzoeken concreet te maken hoe de door de regering gestelde doelstellingen realiseerbaar zijn met de nieuwe agenda van hulp, handel en investeringen en de Kamer nog voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van 2014 hierover in een brief te informeren.

De oppositie vindt dat de nota ‘Wat de wereld verdient’ op alle essentiële onderdelen nadere uitwerking nodig heeft. De partijen vinden het onvoldoende duidelijk hoe de nieuwe agenda van handel, hulp en investeringen bijdraagt aan het bereiken van de doelen die in de nota worden gesteld, namelijk het uitbannen van extreme armoede in één generatie, duurzame en inclusieve groei overal ter wereld en succes voor Nederlandse bedrijven in het buitenland. Zoals Sjoerd Sjoerdsma gisteren tegenover Vice Versa verklaarde: ‘Haar ambities sluiten niet aan bij haar plannen.’

De motie velt een algemeen, kritisch oordeel over het beleid van Ploumen en dat de minister de motie in vol enthousiasme zou omarmen, was niet te verwachten; desalniettemin hoopte de oppositie erop dat de minister zich bereid zou tonen haar visie concreter uit de doeken te doen. De minister ontraadt de motie echter. Ze interpreteert de motie niet als oordeel over haar beleid, maar ziet vooral dat er meer duidelijkheid van haar wordt gevraagd; iets wat zij naar haar mening al heeft gedaan of in ieder geval nog zal doen. ‘De nota is de basis voor mijn beleid en die is nogal richtinggevend, ook al zijn sommige Kamerleden daar niet helemaal blij mee. Op een aantal punten kom ik nog met uitwerkingen, zoals het Dutch Good Growth Fund, mijn visie op het maatschappelijk middenveld, een visie op Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en het Budget Internationale Veiligheid. De posten en directies zullen het beleid in meerjarenplannen uitvoeren en verder uitwerken’, verduidelijkt zij.

Ernstige toon

Jasper van Dijk (SP) vraagt de minister op ernstige toon toch nog even naar de motie te kijken en  te overwegen deze toch te steunen. ‘Met deze motie geven we een signaal aan de minister. Vooralsnog zijn we niet overtuigd van het beleid van de minister, maar wij geven haar hierbij de kans het nog één keer goed aan ons uit te leggen.’

Maar die ‘kans’ grijpt de minister niet. Zij voelt er niet veel voor te komen met nog een brief. ‘Ik heb goed naar de motie gekeken en ik zag dat hierin vooral werd gevraagd om meer duidelijkheid. Ik ga er echt van uit dat de nota zelf, de brieven die ik nog ga sturen en de nadere uitwerkingen in de Meerjarige Strategische Plannen van de ambassades, de richting voldoende duidelijk maken.’

Dat de minister geen opvolging wil geven aan de motie, zou wel eens slecht uit kunnen pakken voor het draagvlak van haar beleid in de Tweede Kamer. Zoals uit gisteren bleek op de Vice Versa website, willen de oppositieleden met deze motie een algemeen oordeel vellen over het gehele beleid van minister Ploumen. Daarmee willen ze voorkomen dat het debat zich alleen toespitst op allerlei deeluitwerkingen – het is namelijk de overkoepelende visie die bij hen voor onduidelijkheid en ongenoegen zorgt. Door te verwijzen naar toekomstige deeluitwerkingen van haar beleid, geeft de minister geen gehoor aan de zorgen die er in de Kamer zijn over haar overkoepelende visie.

Onvrede

Een andere breedgedragen motie waarin de oppositiepartijen algemene onvrede uiten over de koers van het beleid, betreft de mate van balans in de begroting, ingediend door Van Dijk en ondersteund door Sjoerd Sjoerdsma (D66), Joӫl Voordewind (ChristenUnie), Kees van der Staaij (SGP) en Bram van Ojik (GroenLinks). Omdat de nadruk in het beleid meer op private sector ontwikkeling is komen te liggen, en de uitgaven voor deze post met 18% stijgen, terwijl het maatschappelijk middenveld met 52 % wordt gekort, verzoekt de oppositie de regering deze uitgaven beter met elkaar in balans te brengen.

‘Ik stuur niet op percentages, bestedingen of specifieke actoren, ik stuur op effectiviteit.’luidt het antwoord van Ploumen, die daarmee de motie ontraadt. Ze legt aan de Kamer uit dat het maatschappelijk middenveld in private sector ontwikkeling ook een belangrijke rol kan spelen, bijvoorbeeld bij de ondersteuning van de International Land Coalition, hetgeen ook vanuit het budget van private sectorontwikkeling wordt gesteund.

Dutch Good Growth Fund

Met drie andere moties, ingediend door Joӫl Voordewind,  uit de oppositie haar zorgen over het Dutch Good Growth Fund. Wederom breedgedragen door de oppositie, want gesteund door D66, GroenLinks en SGP, stelt de ChristenUnie een motie voor om het fonds te temporiseren, in overweging nemende dat de vraag vanuit de markt niet zo groot blijkt te zijn. De minister wil de mogelijkheden om te temporiseren serieus in overweging nemen, zoals zij reeds in eerdere debatten aangaf. Daarbij benadrukt ze wel dat dit niet wil zeggen dat deze temporisering ook daadwerkelijk de uitkomst zal zijn van haar beraad.

De SP, ChristenUnie en GroenLinks willen daarnaast exportfinanciering uit het  fonds schrappen, maar zoals verwacht ontraadt Ploumen deze motie. Volgens Voordewind is exportfinanciering een vorm van gebonden hulp die zal leiden tot oneerlijke concurrentie.

Daarnaast is er het voorstel van Voordewind en Van der Staaij om het fonds ook open te stellen voor relevante initiatieven vanuit het maatschappelijk middenveld, omdat daar naar hun oordeel ook veel ervaring is met het verstrekken van leningen aan midden en klein bedrijven (mkb). De PvdA- bewindsvrouw raadt deze motie af met de woorden ‘zo omvangrijk is het fonds nu ook weer niet.’

Klimaat en veiligheid

Niet alleen het Dutch Good Growth Fund, maar ook klimaatfinanciering en het budget voor vrede en veiligheid zijn controversiӫle issues voor de oppositie. Sjoerd Sjoerdsma wijdt er dan ook graag twee moties aan, waarmee hij poogt om Ploumens beleid bij te sturen gezien Ploumen zelf haar beleid nog niet concreet heeft ingevuld op deze twee terreinen. Hij vraagt de minister om een toezegging dat de kosten voor de klimaatpost niet mogen drukken op ontwikkelingslanden en dat 50% van de gelden die hiervoor nodig zijn beschikbaar wordt gesteld door private investeringen. Ploumen stelt deze inzet wel als streven ‘een punt op de horizon’ te willen erkennen, maar niet als een verplichting. Sjoerdsma is echter niet tevreden met deze voor hem magere toezegging en vraagt de minister niet alleen de ambitie te omarmen, maar ook een bijbehorend actieplan te laten zien. Hier gaat de minister niet verder op in.

Een motie over het Budget Internationale Veiligheid, waarin hij de minister verzoekt duidelijk te maken hoe dit budget ontwikkelingsrelevant is, wil de minister graag aanhouden tot na het debat wat nog gevoerd moet worden over de brief.

Sociale sectoren

Verder boeken de sociale sectoren een kleine overwinning. Een motie, ingediend door Van der Staaij en ondersteund door Marit Maij (PvdA), verzoekt de regering om middelen vrij te maken voor beroepsonderwijs en deze te integreren binnen het speerpunten beleid. Waar mogelijk met gebruikmaking van kennis en expertise van het maatschappelijk middenveld. Ploumen ziet deze motie als ondersteuning van beleid, en geeft daarmee dus aan dat onder de speerpunten er budgetten behouden blijven voor beroepsonderwijs.

Daarnaast staat ze ook sympathiek tegenover een motie van Voordewind en Maij. In deze motie vestigen zij de aandacht op sociale verzekeringen, met het oog op het uitbannen van extreme armoede. Zij verzoeken de regering programma’s die bijdragen aan social protection binnen het speerpuntenbeleid een voorkeurspositie te geven bij de toekenning van de beschikbare budgetten. Zolang ze geen extra geld hoeft uit te trekken, wil de minister best opvolging geven aan deze motie.

Een motie van Maij en Van Dijk om budgettaire middelen vrij te maken voor tuberculose en deze ziekte onderdeel te maken van haar HIV/Aids beleid, ziet Ploumen als ondersteuning van beleid.

Minder succes heeft Van Dijk met zijn motie om steun te blijven geven aan het Global Partnership for Education (GPE). De minister vindt de doelstellingen van de GPE te algemeen betrekking hebben op onderwijs en te weinig directe affiniteit met de doelstellingen op het gebied van de speerpunten, zoals Seksuele en Reproductieve Rechten en Gezondheid (SRGR).

Belastingen

De SP maakt zich in een andere motie druk om belastingontwijking. Vanwege de weinige gegevens die hierover openbaar zijn, wil hij dat de Algemene Rekenkamer onderzoek doet naar belastingontwijking. Minister Ploumen geeft aan dat ze weinig met deze motie kan omdat zij er niet over gaat en het een verzoek van de Tweede Kamer aan de Algemene Rekenkamer betreft. Van Dijk verduidelijkt tegenover Vice Versa echter dat het een motie betreft die aan de Tweede Kamer is geadresseerd: het is de Kamer die de Algemene Rekenkamer zou kunnen verzoeken een dergelijk onderzoek in te stellen. Hij hoopt dan ook dat hij aanstaande dinsdag tijdens de stemmingen van de moties steun krijgt van de Kamer voor het voorstel.

Daarnaast vraagt de SP, met steun van Van Ojik, aan minister Ploumen om bij het afsluiten van belastingverdragen van te voren een impact assessment te maken over het effect van die belastingverdragen. De minister geeft hier geen gehoor aan.

Geen SBOS

Verder ontraadt de minister een motie van Agnes Mulder (CDA), waarin zij de regering verzoekt om de subsidiefaciliteit SBOS weer open te stellen; ontraadt zij eveneens een motie van de PVV waarin wordt verzocht om het hele hulpbudget te schrappen en ziet ze ook niets in een motie van René Leegte (VVD) om ontwikkelingslanden te korten op hulp als zij geen European Partnership Agreements willen ondertekenen.

De moties die vanavond in de Kamer zijn voorgesteld zullen al dan niet herzien schriftelijk worden ingediend bij de minister. Komende dinsdag 25 juni zal er over deze moties worden gestemd.

 

 

 

 

 

 

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
21 juni 2013
Categorieën: