
Digilieke: Markt/machtwerking
In hoeverre is het wenselijk dat de marktwerking haar intrede doet in de ontwikkelingssamenwerking? Lieke Ruijmschoot zet een en ander op een rij.
Mijn moeder aan de lijn. ‘Je vader had de giro’s voor de jaarlijkse Goede Doelendonaties al klaar liggen, maar toen kregen we een lijstje met salarissen onder ogen, en heeft hij ze er bijna allemaal weer uitgehaald.’
Oei, ik word direct aangesproken, en moet me verantwoorden, want ik werk toch ook in dat Goede Doelen gebeuren? De volgende dag spot ik hetzelfde lijstje op Facebook, met verontwaardigde reacties eronder. Gelukkig blijkt het lijstje met de top-20 salarissen een paar jaar achterhaald; de regels blijken inmiddels aangescherpt en de salarissen net zo.
Toch blijft de kern van deze zaak natuurlijk keihard overeind. Er moet een bovengrens zitten aan het salaris van mensen die betaald worden met publiek geld. Ongeacht de verantwoordelijkheden of competentievereisten die de functies van deze mensen met zich meedragen. Ik begrijp goed dat als wij belasting betalen, of een gift geven aan een organisatie, we vinden dat de overheid en die organisatie zich aan bepaalde regels en normen moet houden, en daar hoort een bepaalde soberheid ten aanzien van de salarissen bij.
Dit is echter anders in het bedrijfsleven. Daarvan is de logica van de ‘marktwerking’ namelijk juist algemeen geaccepteerd. En dát begrijp ik dus niet. Tijd om drie pijlers van deze moderne religie bij de horens te vatten.
1. Salarissen in de private sector zijn marktconform
De eerste pijler van de religie van marktwerking, en de reden waarom de politiek niet ingrijpt in de topsalarissen in het bedrijfsleven, is dat salarissen in het bedrijfsleven nu eenmaal ‘marktconform’ zijn, zoals Mark Rutte nog maar eens benadrukte toen het de huidige topman van de SNS bank betrof. Gezien de verantwoordelijkheden en vereiste expertise, moeten zij wel dit salaris ontvangen. Maar waarom dan eigenlijk? Zijn deze mensen dan echt slimmer dan diegenen die evenveel mensen aansturen, of even grote budgeten beheren in de publieke sector? Of moeten zij echt zo exorbitant beloond worden voor toekomstig te behalen winsten? Of, zoals Teun van de Keuken zich in zijn column afvraagt, krijg je daarmee nou echt de beste mensen?
Even terug naar de publieke sector. Die voert het beleid uit waar wij allen democratisch op hebben gestemd. Die zorgt, via een democratisch proces, voor het balanceren van alle verschillende diensten die wij als bevolking graag geregeld willen hebben, zoals onderwijs, gezondheidszorg, en infrastructuur. Mensen in de publieke sector, die werken voor het algemeen maatschappelijk belang. Als we dus al iemand extra moeten belonen, zijn zij dat dan niet juist?
2. De markt is echt heel wat anders dan ons publieke geld
De tweede pijler van de religie van marktwerking, is dat de markt fundamenteel anders is dan de publieke sector. Maar… kunnen we ‘de markt’ eigenlijk wel zo makkelijk afbakenen? Het bedrijfsleven wordt enorm gesubsidieerd: denk aan de landbouwsubsidies van de EU, maar zo zijn er ook in Nederland tal van fondsen en financiële instrumenten waar bedrijven aanspraak op kunnen maken, gefinancierd met ons belastinggeld. U denkt misschien dat het bedrijfsleven onze economie stimuleert, maar andersom is het net zo. Daarnaast is de overheid natuurlijk ook één van de grootste klanten van het bedrijfsleven.
En als het mis gaat, zoals we nu helaas veelvuldig met banken gezien hebben, moeten ze worden gered, alweer met belastinggeld. En dat zelfs bij bedrijven die mensen verkeerd hebben geïnformeerd, hebben opgelicht, fraude hebben gepleegd, en torenhoge lonen hebben uitgekeerd. Van die sector vinden wij het normaal dat de salarissen niet begrensd zijn. Want de logica van de markt is nou eenmaal heel anders dan waar het publiek geld betreft.
3. Marktwerking
Tot slot, de belangrijkste pijler: de marktwerking zelf. Je hoeft als overheid een markt helemaal niet te begrenzen, want dat gaat vanzelf: in de markt is het de balans tussen vraag en aanbod die de prijzen bepaalt. Dus als consumenten hun stem willen laten horen, doen ze dat via hun beurs. Maar hoe werkt dat dan echt? Laten we een pak sinaasappelsap dat ik elke twee weken bij de Albert Heijn koop als voorbeeld nemen. Stel nu, ik stop ermee dat pak sinaasappelsap te kopen. Welke boodschap geef ik daar dan mee? Toon ik mijn ontevredenheid met het product sinaasappelsap in het algemeen? Of met dat specifieke merk? Of met de supermarkt die het verkoopt?
En andersom: stel dat ik het oneens ben met de hoogte van het salaris van de directeur van de Albert Heijn, dan zou ik bij een andere supermarkt mijn boodschappen kunnen gaan doen. Zou die ‘boodschap’ aankomen? In de praktijk speelt afstand tot de woning een veel grotere rol in de supermarktkeuze. Naast assortiment, merkreclame, kwaliteit en nog een hele trits overwegingen. Als de AH een monopolie heeft in mijn wijk heeft dat waarschijnlijk meer effect op het directeurssalaris dan het feit dat ik daarover een punt wil maken via mijn koopgedrag. Laat staan als ik dat bij een bepaald merk sinaasappelsap wil doen.
Machtwerking
De Belgische psycholoog Paul Verhaeghe zei in de Tegenlicht uitzending Gaten in de markt: ‘het marktdenken is zo alomtegenwoordig dat zij onzichtbaar geworden is’. Volgens mij is ons rotsvaste geloof in marktwerking als de logica die de structuren van onze maatschappij en economie bepaalt, een slechte zaak. Er is geen natuurlijke weegschaal tussen aanbod en vraag, de topmannen zijn geen genieën die onze maatschappij redden en het daarom verdiend hebben, en het bedrijfsleven is helemaal niet los te zien van onze overheid.
Wat is dan wel de onderliggende logica van onze private sector? Het is niet de marktwerking van aanbod, vraag en prijs die de wereld definieert, maar machtwerking, zoals de bijvoorbeeld de effectieve lobby van Shell tégen transparantie laat zien. Corporate Europe Observatory is een organisatie die de werkingen van deze macht haarfijn uitpluist.
Tientje
Tot slot, de ‘Goede Doelen’ ontvangen regelmatig giften die onze prioriteiten voor maatschappelijk belang kracht bijzetten. De instellingen die zijn aangesloten bij het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), ontvingen in 2011 bijna 3,6 miljard euro. Dát is pas marktwerking! Wanneer gaf u voor het laatst een tientje aan de Albert Heijn omdat ze zulk goed werk doen?
Lieke Ruijmschoot is PME coördinator van de Fair, Green & Global alliantie, een samenwerkingsverband van Both ENDS, Milieudefensie, ActionAid, de Schone Kleren Campagne, SOMO en TransNational Institute (TNI). Zij schrijft een maandelijkse column op ViceVersaOnline als @digilieke.