
‘Handel: Nederland niet alleen oplossing, maar ook deel van het probleem’
‘Hulp en handel combineren is lastiger dan het kabinet denkt’, kopte de Volskrant gisteren naar aanleiding van het artikel over de nieuwe ministerpost van Lilianne Ploumen, dat in de nieuwe Vice Versa is verschenen. Volgens Danielle Hirsch is het logisch om hulp en handel samen te trekken, maar dan wel op zo’n manier dat handel in betere banen wordt geleid. ‘Ze moet zich niet in de luren laten leggen door de veel gehoorde veronderstelling dat ALLE handel tot ontwikkeling leidt.’
De strijd is losgebarsten. Is het ministerie van Handel en Hulp nu een gelukkig huwelijk of niet? In de Volkskrant lees ik dat voor- en tegenstanders over elkaar heen buitelen. Het is bon ton om te beweren dat meer handel automatisch tot ontwikkeling leidt. ‘Trickle down’ is het gemakkelijke devies. Ik ben daar niet zomaar van overtuigd.
Een land als India is booming, het aantal miljardairs stijgt er explosief, maar tientallen miljoenen Indiërs dreigen door stijging van voedselprijzen in extreme armoede vervallen. In werkelijkheid wordt de ontwikkeling van grote groepen mensen op dit moment eerder belemmerd dan verder geholpen door internationale afspraken over handel. Ook de EU heeft vastgesteld dat ‘handel en financiering’ belangrijke invloed hebben op ontwikkeling. Het lijkt dan ook niet meer dan logisch dat Kabinet Rutte II Handel en Hulp bij elkaar bracht. Ze kunnen zo in beide betere banen geleid worden.
Liliane Ploumen schrijft op dit moment aan haar beleidsvisie. Ze heeft al een aantal keer laten weten dat ze vindt dat Handel en Hulp twee handen op een buik zijn. En dat is zo, als ze slim omgaat met die handel van ons. De belangen van onze bedrijven mogen gediend worden. Maar tegelijk kan ze werken aan bestrijding van extreme armoede, schendingen van mensenrechten en van degeneratie van de leefomgeving van miljoenen.
Hoe? Ik doe drie suggesties.
Marktbescherming
Probeer de onderhandelingen tussen de EU en zuidelijke landen over de handel in agrarische producten uit de achterkamertjes te halen, zodat ingegrepen kan worden als boeren in het zuiden uit hun eigen markt gedrukt worden door goedkope, gesubsidieerde tomaten of kippen uit Europa.
BIT’s
Ga anders om met bilaterale investeringsverdragen met andere landen (BIT’s). Nederland heeft er op dit moment zo’n 100. Die regelen nu alleen rechten van onze investeerders maar leggen geen enkele plicht op in het zuidelijke land. Ze zorgen ervoor dat de regering van zo’n zuidelijk land angstig zijn om een betere politiek te gaan voeren op bijvoorbeeld milieu, landbouw of rechten van werknemers. Onze investeerders kunnen enorme bedragen aan schadevergoeding wegens gederfde inkomsten eisen. Eerlijke BIT’s zorgen voor beleidsvrijheid van buitenlandse regeringen. Ze leggen de plicht op aan onze investeerders om waar ze actief zijn aanslagen op basisrechten van de lokale bevolking op land, water en voedsel en milieu te voorkomen.
Geen 0,7% maar 99,3% !
Overtuig de andere leden van het kabinet ervan dat hun beleid van veel groter belang is voor duurzame en eerlijke ontwikkeling in zuidelijke landen dan de omstreden 0,7% van het BNP voor ontwikkelingssamenwerking. Geven we die andere 99,3% van ons BNP uit zonder na te denken over de gevolgen buiten onze grenzen, dan neemt de effectiviteit van onze ‘hulp’ en van onze investeringen in ontwikkeling van het zuiden af.
In het dossier handel en hulp is het van belang te beseffen dat Nederland niet alleen oplossingen biedt, maar ook onderdeel van het probleem. Met handel kan een enorme inhaalslag gemaakt worden op rechtvaardigheid en duurzaamheid. Minister Ploumen kan dat bewerkstelligen. Maar dan moet er meer gebeuren dan het beschikbaar stellen van een pot geld voor Nederlandse ondernemers met activiteiten in het buitenland. En ze moet zich niet in de luren laten leggen door de veel gehoorde veronderstelling dat ALLE handel tot ontwikkeling leidt.