
Nieuwe Vice Versa uit: over de spanning tussen hulp en handel, PLUS special over belang van inclusie
De nieuwe Vice Versa staat helemaal in het teken van handel en hulp. Met bijdragen van o.a. Paul Collier, die waarschuwt voor een ‘giftig brouwsel’, Bram van Ojik en Bernard Wientjes. De special Vice Versa Leert behandelt het belang van inclusie; wat Nederland van andere landen kan leren over rechten voor personen met een beperking en ontwikkelingssamenwerking.
‘Hulp en handel combineren is lastiger dan het kabinet denkt’, kopten verschillende Nederlandse media deze week naar aanleiding van het nieuw uitgekomen nummer van Vice Versa (VV #1). Hulp en handel staan in #1 van dit jaar centraal. De nieuwe portefeuille van minister Ploumen – Ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking – roept veel spanningen op, volgens een aantal kenners die in VV #1 aan het woord komen:
Internationaal bekend ontwikkelingseconoom Paul Collier keurt het huidige Nederlandse beleid om handel te combineren met ontwikkelingshulp sterk af. Collier noemt het zelfs een potentiële ‘toxic brew’. Hierbij verwijst hij naar het gevaar van een gelijkenis met het Chinese model van handel en ontwikkelingssamenwerking. ‘Door de twee tegengestelde belangen te combineren zal Nederland het Chinese model van buitenlandpolitiek volgen, dat handelsbelangen vermomt als ontwikkelingshulp.’
Ook hoogleraar ontwikkelingsstudies Paul Hoebink, GroenLinks-fractievoorzitter Bram van Ojik en VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes voorzien veel problemen. Zo zou er sprake zijn van belangenconflicten vanuit de partners in het kabinet VVD en PvdA. Van Oijk: ‘Beide partners in het kabinet zullen een andere invulling aan het beleid willen geven. Voor de VVD betekent de combinatie dat we bij ontwikkelingssamenwerking ook steeds de handelsbelangen van Nederland een rol laten spelen. Voor de PvdA ligt het juist omgekeerd.’
Het hoofdpijndossier van de EPA’s
Samen met Sander van Bennekom (lobbyist bij Oxfam Novib), Myriam Vander Stichele (onderzoeker bij SOMO) en Gerrit Faber (universitair hoofddocent internationale economie en Europese integratie aan de Universiteit Utrecht) gaan we op zoek naar de duistere kanten van vrijhandel. Uit de moeizame ontstaansgeschiedenis van de beruchte European Partnership Agreements (EPA’s), bedoeld om vrijhandel tussen de EU en ACS landen (voormalige koloniën in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan) te creeëren, blijkt dat vrijhandel niet samen hoeft te gaan met ontwikkeling. Vander Stichele: ‘Vrijhandel is geen ontwikkelingsbeleid. De ACS-landen willen best een akkoord sluiten, maar wel een waarmee ze de voorwaarden kunnen scheppen waaronder handel leidt tot ontwikkeling. De EPA’s beperken die politieke ruimte.’
Ook de zogenaamde wonderkrachten van het populaire private-sector ontwikkelen (ook wel PPP genoemd) is niet wat het lijkt. In een beschouwing van Vice Versa en het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) worden kritische kanttekeningen gezet bij de betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven bij ontwikkelingssamenwerking. Zo blijkt uit onderzoek van onder meer Eurodad, SOMO, Both Ends, Action Aiddat investeringen in de private sector niet altijd effectief zijn.
Innovatie
De ontwikkelingssamenwerking staat duidelijk niet stil. Een ander, veelbelovend, resultaat daarvan is de New World Campus: een campus voor internationale ontwikkelingssamenwerking. High Tech Campus Eindhoven wil een complex openen waar deskundigen op alle vlakken van internationale samenwerking en ontwikkeling bij elkaar kunnen komen om hun kennis te delen.
Initiatiefnemer Jack van Ham over de waarde en de haalbaarheid van de New World Campus: ‘We zullen het net zo moeilijk bij de opstart krijgen als de Hight Tech Campus het in het begin had. Want wie had kunnen bedenken dat honderd bedrijven die elkaar normaal gesproken op leven en dood beconcurreren, hun research, development en marketing op één plek zouden zetten? Er werken nu achtduizend mensen en de campus is door de Financial Times neergezet als de directe achtervolger van het Amerikaanse Silicon Valley.’ Dat schoolvoorbeeld wil de nieuwe campus graag achterna gaan.
Als het aan van Ham en mede-initiatiefnemers Bert-Jan Woertman en Harry Derksen ligt, wordt de New World Campus nog binnen een jaar geopend als hét innovatiecentrum voor ontwikkelingssamenwerking.
Verder behandelt voormalig minister Jan Pronk in VV #1 de drogredenen van de ontwikkelingssamenwerking en vertelt nieuwe columniste Brigitte Mugiraneza over haar jeugd tussen de Hutu’s en de Tutsi’s in Rwanda en de cultuurshock in Friesland 17 jaar later.
Special: inclusie
In Vice Versa’s bijgevoegde Leert-special wordt de opkomst van inclusie wereldwijd behandeld, een thema dat steeds actueler wordt. Internationaal gezien dan, want het Nederlandse ontwikkelingsbeleid blijkt wat inclusie betreft nog in de kinderschoenen te staan. Het VN-verdrag voor de Rechten voor Personen met een Handicap heeft Nederland bijvoorbeeld, als een van de weinige, nog altijd niet geratificeerd.
Ton Dietz, hoogleraar Ontwikkeling in Afrika en directeur van het Afrika Studiecentrum van de Universiteit Leiden, erkent in het nummer ook de Nederlandse achterstand: ‘Ontwikkelingssamenwerking en gehandicaptenbeleid zijn in Nederland nog altijd twee totaal verschillende werelden. Expliciete aandacht voor mensen met een handicap is nu cruciaal.’ In een Ronde Tafel gesprek kijkt hij samen met Betteke de Gaay Fortman (Karuna Foundation) en Marlies van der Kroft (consultant disability and development) naar de post-2015 agenda en inclusie. ‘Als we de boot nu missen, zijn we over tien jaar geen stap verder.’
In het themanummer komen verder poliopatiënt Claude Richard Angounde – inmiddels account bij de nationale publieke omroep in Kameroen -, Bangladesh als schoolvoorbeeld voor Nederland op het gebied van inclusie, en Nigussi – een geëmancipeerde vrouw met ervaring met liefdadige programma’s – aan het woord over het belang van inclusie.