IMF: ‘kapitaalvlucht tegengaan’

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) wil meer controle op grensoverschrijdende kapitaalstromen. De ideologische verandering wordt toegejuicht door veel economen en ontwikkelingsexperts.

Critici, inclusief stemmen binnen het IMF, waarschuwen echter dat de verandering niet ver genoeg gaat.

Deze week publiceerde het IMF een ‘institutionele beschouwing’ waar in staat dat ‘kapitaalstromen risico’s met zich meedragen die versterkt kunnen worden door hiaten in de financiële en institutionele infrastructuur van een land’. Die risico’s, die breder gerelateerd zijn aan liberalisering van het type dat het IMF voorstaat, zijn vooral aanwezig in landen die nog niet ‘een bepaald niveau van financiële en institutionele ontwikkeling hebben bereikt’.

Hiermee erkent het IMF formeel dat volledige marktliberalisering niet altijd goed is voor economische groei, en zelfs desastreus kan zijn in bepaalde situaties. Kwetsbare economieën kunnen beschadigd worden door zowel plotselinge instroom als uitstroom van kapitaal – de ‘bubbels’ waarover in de afgelopen jaren herhaaldelijk is gesproken. Vandaar de behoefte van veel economen en overheden om die kapitaalstormen enigszins te beheersen.

Beheersen kan met verschillende middelen, zoals verschillende soorten belasting, beperkingen aan het deel van de nationale bezittingen dat internationaal verkocht kan worden, of bepalingen over hoe lang buitenlandse investeringen in het land moeten blijven.

Rigide koers

Jarenlang volgde het IMF een rigide koers waarbij dergelijke controle alleen gezien werd als ‘laatste redmiddel’. De markten moesten in essentie zichzelf reguleren. Het IMF werd daarin vooral gesteund door de Verenigde Staten, een van de meest open markten ter wereld en de thuishaven van enkele zeer actieve multinationals.

Deze benadering was in overeenstemming met de zogenoemde Washington Consensus die al ongeveer een halve eeuw het wereldwijde financiële raamwerk definieert. In Amerikaanse economische verdragen worden nog steeds routinematig beperking van kapitaalcontrole geëist.

Maar sinds ongeveer tien jaar begint het institutionele denken hierover te veranderen, mede ingegeven door de ineenstorting van verschillende Aziatische economieën eind jaren negentig. De huidige internationale economische crisis, die ook landen die de IMF-dictaten volgen niet spaarde, heeft het fonds gemotiveerd een nieuwe koers uit te stippelen.

‘Tijdelijk’

Het IMF kan landen nu adviseren hun economische liberalisering te beteugelen. Aan landen die al overeenkomsten met het IMF hebben lopen die dergelijke acties verbieden, adviseert het IMF de overeenkomsten opnieuw te bekijken. ‘Terwijl we voorheen dachten dat de risico’s van kapitaalstromen vooral speelden in landen die net begonnen waren met liberalisering, is het tijdens de financiële crisis duidelijk geworden dat ook landen die al heel lang profiteren van kapitaalstromen kwetsbaar kunnen zijn’, zegt Vivek Arora van het IMF.

De nieuwe koers gaat echter minder ver dan sommigen zouden willen. Het IMF benadrukt dat controle op kapitaalstromen ‘in het algemeen tijdelijk’ moet zijn. Bhumika Muchhala, coördinator van het Financieel Ontwikkelingsprogramma van het Third World Network, zegt dat er aanzienlijke verschillen van inzicht bestaan tussen sommige ontwikkelingslanden en de VS, de Europese Unie en anderen. Daarom verliep de stemming over het nieuwe beleid moeizaam. ‘Brazilië en India waren tegen, terwijl andere ontwikkelingslanden, inclusief China, achter het uiteindelijke compromis stonden’, zegt Muchhala.

Auteur
IPS Nieuws

Datum:
08 december 2012
Categorieën: