‘Resolutie 1325 is geen feel-good onderwerp’

Foto: Niels Vinck

Er bestond gisteren brede consensus over het belang van het versterken van vrouwen in conflictgebieden tijdens het evenement Women in Warzones in het Paard van Troje in Den Haag. Maar of er ook consensus bestaat over de politieke instrumenten om dit doel te bereiken, waagde GroenLinks voorman Bram van Ojik te betwijfelen. ‘Er moet veel meer gebruik worden gemaakt van diplomatieke middelen’, aldus Van Ojik.

‘Zonder vrouwen geen duurzame vrede’, opende Marisa Gerards, plaatsvervangend directeur generaal Politiek Zaken bij het ministerie van Buitenlandse Zaken het evenement Women in Warzones. Daarmee benadrukte ze de belangrijke rol die vrouwen spelen in (post)conflictgebieden. Maar eigenlijk hoefde geen van de ongeveer 250 aanwezigen in de zaal nog overtuigd te worden van het nut en de noodzaak van Resolutie 1325 over vrouwen, vrede en veiligheid en het daarop gebaseerde Tweede Nationale Actieplan. In dit Nationaal Actieplan (NAP) werken de drie ministeries van Buitenlandse Zaken, Onderwijs en Defensie samen met ngo’s en kennisinstellingen om handen en voeten te geven aan de uitvoering van de resolutie om zodoende de positie van vrouwen in (post)conflictlanden te versterken.

Arie Jan de Waard (Defensie) bracht in dat vrouwen onmisbaar zijn in vredesmissies, ‘niet omdat het politiek correct is, maar omdat het helpt om onze doelen sneller en beter te bereiken’. Bij het ministerie van Buitenlandse Zaken zien meer en meer directies het belang van het thema gender en conflict in, wist Jos Hoenen van Buitenlandse Zaken te vertellen. En ook ‘het blauw’ was aanwezig in de zaal. Joke Florax, trainde in Kunduz politie-agentes (oftewel, ‘krachtige wijven’ in de woorden van Florax) en riep op tot meer aandacht voor vrouwen bij de politie.

‘Action mode’

Maar hoe verloopt de samenwerking tussen alle verschillende partijen in het Nationaal Actieplan? ‘Het is een kleurrijk geheel’, aldus Jos Hoenen. ‘Ik wil niet zeggen dat er Babylonische spraakverwarring is, wel hebben we verschillende achtergronden en dat kan wel eens moeilijk zijn. Maar van links tot rechts worden er leuke dingen gecreëerd.’  ‘We are in the action mode’, aldus een strijdbare Dewi Suralaga van Cordaid.

Om wat voor acties gaat het dan precies? Debatleiders Frénk van der Linden en Petra Stienen gingen hard op zoek naar concrete voorbeelden van die ene vrouw of man ‘in het veld’ die echt geholpen was met het Nationaal Actieplan, maar dergelijke sprekende voorbeelden waren lastig te vinden. Wel waren er genoeg voorbeelden van nog meer samenwerkingsinitiatieven tussen ngo’s, Defensie en Buitenlandse Zaken. En Jos Hoenen wist te vertellen dat er in Burundi, een van de focuslanden van het NAP, bij de legerleiding veel meer aandacht is voor gender. ‘Maar’ zo wees Suralaga er op, ‘het blijft moeilijk om de resolutie te implementeren doordat er aan de top vaak de politieke wil en financiële middelen ontbreken om met Resolutie 1325 echt het verschil te maken.’

Kloof

Aan politieke wil bij de aanwezige OS-woordvoerders echter geen gebrek. Ook zij hoefden niet overtuigd te worden van het belang van Resolutie 1325. Met het Gender Meerpartijen Iniatief, dat vorige week is gelanceerd, trekken de politieke partijen van links tot rechts gezamenlijk op op het thema gender. ‘Slechts twee partijen, de PVV en de SGP, zitten niet aan tafel’, aldus Marit Maij van de PvdA.

Betekent dat dat we hier aan een “consensus tafel” zitten? Wilde Frénk van der Linde weten. Bram van Ojik, de GroenLinks voorman, probeerde daarop  toch een paar vingers op de zere plek te leggen. Volgens hem moet er veel meer gebruik worden gemaakt van diplomatieke instrumenten in het bevorderen van de positie van vrouwen in (post)conflictgebieden, met name in Afrika. ‘We zijn het allemaal eens over de noodzaak van het vergroten van de rol van vrouwen in conflictgebieden, maar het gaat erom: welke instrumenten ben je bereid in te zetten? Of daar consensus over is, weet ik niet.’ Volgens Van Ojik is er nog een te grote kloof tussen de ‘mooie intenties’ van het Nationale Actieplan en de praktijk. ‘Dus je moet erover discussiëren wat er beter moet’, aldus Van Ojik.

Diplomatie

Het inzetten van diplomatieke middelen is volgens hem een van de instrumenten waardoor de kloof tussen intenties en praktijk verkleind kan worden. Dat hoeft niet met een belerend gendervingertje. Het heeft te maken met universele rechten, vindt Van Ojik. Het zijn niet de culturele normen waarachter landen zich zouden moeten verschuilen. ‘Iedereen heeft de resolutie ondertekend, juist dat anderen het hebben gesteund is de kracht.’

En ja, ook geld hoort bij die instrumenten, vindt Van Ojik, en daarom blijft hij fel tegenstander van de hoge bezuinigingen onder kabinet Rutte-II.

Ingrid de Caluwé (VVD) vermeed een discussie over geld. ‘Er wordt gepraat over geld, maar ga het nu maar eens gewoon doen. Je hoeft het niet allemaal te institutionaliseren.’

Wat vinden vrouwen uit conflictgebieden zelf wat Nederland zou moeten doen? Een Colombiaanse activiste hamerde vanuit Colombia via Skype op het belang van financiële en politieke steun en een sterkere rol voor ambassades. ‘En Nederland moet geen prioriteit geven aan economische onderwerpen, maar aan mensenrechten. Als mensenrechten worden gerespecteerd, geven die ons de voorwaardes waaronder ook economische ontwikkeling kan groeien’, zo draaide zij de gangbare redenering handig om.

‘Dit is een van de punten waarop geen consensus bestaat’, haakte Van Ojik erop in. ‘Nederland bezuinigt op ontwikkelingssamenwerking en kiest voor economische diplomatie; ik begrijp haar zorgen heel goed.’

‘Colombia is een transitie-land, en je moet nu eenmaal keuzes maken en focussen’, aldus Ingrid de Caluwé.

Scherpst van de snede

Vanuit Defensie werd ingebracht dat regeringen op Resolutie 1325 afgerekend moesten worden als eis voor het ontvangen van ontwikkelingshulp. Agnes Mulder van het CDA zag daar wel wat in.

‘Waar kunnen we politici straks op afrekenen?’, luidde de afsluitende vraag van Frénk van der Linden. ‘Ondanks de consensus moet ook het politieke debat over wat er moet gebeuren gevoerd worden over de implementatie. Resolutie 1325 is niet een “feel-good” onderwerp: het debat moet op het scherpst van de snede gevoerd worden.’ eindigde Van Ojik.

Desalniettemin sloot de dag met een ‘feel-good’ gevoel af. Het Nationaal Actieplan kreeg er vijf nieuwe ondertekenaars bij, waaronder Peace Brigades International, Impunity Watch en Vrouwenbelang, een organisatie die ooit nog voor vrouwenkiesrecht in Nederland heeft gestreden. ‘Er is hoop’, sloot Van der Linden de dag af. ‘En nu op naar de witte wijn.’

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
12 december 2012
Categorieën: