
‘Liever 0,2% van het BNP naar effectieve ontwikkelingssamenwerking’
Er is al vaak opgeroepen om op te houden met de discussie over hoeveel we als samenleving moeten geven aan ontwikkelingssamenwerking. Ondanks dat ik het hier roerend mee eens ben, ga ik toch op deze discussie in, want dagblad Trouw heeft laatst om reacties gevraagd waarom er wel moet worden bezuinigd op OS en ik voel me aangesproken door deze vraag.
Het blijft stil over de bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking en volgens Wilma Kieskamp zou dit een indicatie zijn dat zelfs onder de trouwe aanhangers van ontwikkelingssamenwerking de twijfel is toegeslagen. Een heldere conclusie, maar pas op: Nog steeds is de helft van de Nederlandse samenleving overtuigd van het belang van armoedebestrijding in ontwikkelingslanden en ziet dat deel van Nederland ook een duidelijke rol voor de Nederlandse overheid en de Nederlandse ontwikkelingssector.
Die discussie verengt zich echter meer en meer. Echt iedereen lijkt zich nog alleen maar te focussen op het deel van de Nederlandse samenleving dat met makkelijke argumenten en populistische retoriek de discussie over ontwikkelingssamenwerking voert. De opiniepagina’s smullen van de critici die hun eigen kruistocht zijn begonnen om een einde te maken aan de Nederlandse bijdrage aan ontwikkelingssamenwerking.
Criticaster op de loer
Het klopt dat de supporters van ontwikkelingssamenwerking moe zijn van de discussie over de inefficiënte ontwikkelingshulp, over de geldverslindende projecten, de continue nadruk op de strijkstok en misschien nog wel het meest oppervlakkig: de discussie over de vooronderstelde enorme directiesalarissen. In dit discussieklimaat zou je eigenlijk wel gek zijn om je kop uit te steken, omdat er altijd wel weer een criticaster op de loer ligt om je met oneigenlijke argumenten van repliek te dienen.
Persoonlijk keur ik dit niet goed en vind ik ook dat de ontwikkelingssector meer durf en kracht zou kunnen tonen om deze discussie op een overtuigende manier te winnen: Om ontwikkelingssamenwerking en onze opgebouwde expertise en naam in de wereld te behouden. Omdat armoedebestrijding helpt, maar ook omdat je op deze manier als Nederland een belangrijke en invloedrijke rol kunt blijven spelen in de wereld. Iets dat overigens ook positief kan zijn voor ons bedrijfsleven, want u denkt toch niet serieus dat het bedrijfsleven alleen interesse heeft in ontwikkelingssamenwerking vanuit goede bedoelingen? Ook het bedrijfsleven ziet handelsmogelijkheden in deze tijden van economische crisis.
Voort te zetten
Maar heeft iemand ooit eens stil gestaan bij het feit dat de mensen, die ontwikkelingssamenwerking en haar doelstellingen nog steeds ondersteunen, proberen om in zware tijden armoedebestrijding in ontwikkelingslanden nog steeds voort te zetten?
De discussie over het budget van ontwikkelingssamenwerking, de beroemde, de beruchte en inmiddels de historische 0,7% van het BNP, is naar mijn stellige overtuiging een achterhoedegevecht, dat op dit moment niet meer te winnen zal zijn.
Maar tegen de criticaster zou ik willen zeggen: Denkt u nou echt dat als we ontwikkelingssamenwerking wegbezuinigen en ons terugtrekken achter onze dijken de grote uitdagingen, als klimaatverandering, migratie et cetera waarmee wij ons mondiaal geconfronteerd zien, vanzelf zullen weggaan?
En tegen iedereen die interesse heeft in ontwikkelingssamenwerking zou ik willen vragen om de discussie over de hoogte van het hulpbudget in te ruilen voor een discussie over het huidige Nederlandse ontwikkelingsbeleid: Niet meelopen met de trends, maar daar tegen ingaan en ons afvragen welke vormen van de huidige ontwikkelingssamenwerking effectief zijn en welke vormen alleen onze eigen economische of militaire belangen behartigen.
0,2%
Eerder riep ik op de website van Vice Versa, het vakblad over ontwikkelingssamenwerking, de Nederlandse ontwikkelingssector op om de aanval op haar critici in te zetten en te stoppen met het verdedigen van een onhoudbare stelling. Een aanval op de ongemakkelijke waarheid van ontwikkelingshulp: Namelijk dat het Nederlandse hulpbudget inmiddels vervuild is met allerlei randzaken, van het ondersteunen van vechtmissies in Afghanistan tot het geven van exportkrediet aan het exporterende Nederlandse bedrijfsleven. Liever 0,2% van het BNP naar effectieve ontwikkelingssamenwerking dan 0,7% van het BNP naar ontwikkelingshulp, of nu zelfs nog minder, dat haar doel niet bereikt.
Het enige fundamentele verwijt aan de Nederlandse ontwikkelingssector is dat zij die discussie vermijdt.