Ralf Bodelier: ‘Christian Aid helemaal 2013’

Na de eerdere reacties op het gesprek met Paul Valentin, de internationale directeur van Christian Aid UK, en het spraakmakende interview met Pieter Winsemius, is het vandaag de beurt aan Ralf Bodelier. Bodelier, journalist, debatleider, schrijver en onderzoeker van beroep, promoveerde dit voorjaar met zijn proefschrift over mondiaal burgerschap. Hoe kijkt hij aan tegen de woorden van Valentin en welke lessen kunnen ontwikkelingsorganisaties in Nederland van onze Britse buren leren?

In seculiere, Nederlandse oren klinkt het morele uitgangspunt van Christian Aid als niet meer van deze tijd. Maar zoals directeur Paul Valentin het uitlegt, zou Christian Aid onze tijd wel eens vooruit kunnen zijn. Uit het interview doemt het contour op van een ontwikkelingsorganisatie die eerder van morgen is dan van gisteren.

Humanistische variant

Eén. Christian Aid heeft een duidelijk ideologisch profiel: het christendom. Wie het interview met Valentin goed leest en de informatieve website van Christian Aid bestudeert, weet dat het hier draait om een humanistische variant van het christendom. Een variant die de organisatie meer in de buurt plaatst van het wereldse Oxfam dan van, pak ‘m beet, het theocratische Vaticaan of de SGP.

Een van de voordelen van een christelijk profiel is de suggestie van diepe wortels en een lange traditie. Wie zijn geld, kennis en creativiteit aan Christian Aid schenkt, weet in elk geval dat de club ervaring heeft en morgen niet naar de Kaaimaneilanden verkast. Niet alleen de potentiele of huidige donor weet waar hij bij Christian Aid aan toe is, de medewerkers weten het ook.

Corporate identity

Voor organisaties en bedrijven wordt een heldere identiteit steeds belangrijker. In een wereld waarin alles in hoog tempo verandert, een wereld die steeds meer als kwik door onze vingers glipt, waarin niets meer is wat het lijkt, zoeken mensen steeds vaker naar overzicht. En identiteiten bieden die. Bedrijven, filmsterren, steden en zelfs landen bezinnen zich op hun corporate identity. Wanneer deze niet duidelijk is, proberen zij er een te scheppen en tussen ieders oren te krijgen. Dat die van Christian Aid al op voorhand duidelijk is, geeft de organisatie een enorme voorsprong.

En laten we hier, in Nederland, vooral niet denken, dat het christendom een gepasseerd station is. Wereldwijd steeg het aantal christenen tussen 1910 en 2010 van 600 miljoen naar twee miljard en bleef daarmee het aantal stabiel rond een derde van de wereldbevolking. Voor deze groep mensen is een term als christian aid in elk geval een warme aanbeveling. En wanneer ik me niet vergis, zou dat ook kunnen gaan gelden voor steeds meer ongelovigen. Dat de samenleving massaal is ontkerkelijkt, betekent niet dat ook het verlangen naar gemeenschappelijkheid verdwenen is. Het lijkt er op dat de behoefte om deel uit te maken van een bezield verband weer toeneemt. Het verlangen naar vrijheid en ontplooiing ligt alweer achter ons en de hang naar een verbondenheid neemt toe.

Het zou zo maar eens kunnen, dat niet-gelovigen gaandeweg meer waarde toekennen aan expliciet religieuze ontwikkelingsorganisaties. Zoals nogal wat onkerkelijke ouders hun kinderen toch naar de katholieke of protestantse school doen – want daar leren ze tenminste nog wat, daar hebben ze nog normen en waarden, en ja, daar worden ze deel van een gemeenschap – zo is het ook denkbaar dat seculiere donoren hun middelen ter beschikking gaan stellen aan een organisatie als Christian Aid. Bij die brave zielen met hun ouderwetse idealisme is ons kapitaal in elk geval in goede handen.

Onderschat

Twee. Uit het mission statement van Christian Aid spreekt een duidelijk moreel appèl: ‘Armoede is een wandaad tegen de mensheid. Armoede berooft mensen van hun waardigheid, hun vrijheid, hun hoop en de macht over hun eigen leven. Christian Aid heeft een visie, aan armoede een einde te maken, en we denken dat deze visie werkelijkheid kan worden. We vragen je dringend met ons mee te doen.’

Het belang van een dergelijk appèl wordt in Nederland vreselijk onderschat. Zeker sinds het infame WRR-rapport over ontwikkelingshulp Minder pretentie, meer ambitie uit 2010, is het bon ton om over hulp alleen nog maar te spreken in termen van eigenbelang. We doen het niet meer voor de ander. We doen het niet meer voor hen die zijn beroofd van hun waardigheid, hun vrijheid, hun hoop en de macht over hun eigen leven. We doen het alleen nog voor onszelf, ons bedrijfsleven, onze export, onze economie en onze portemonnee. Ja, we moeten het doen voor onszelf. En wie dat niet doet is een idealistische zwever die niets van Darwin, de klassieke economie of de speltheorie heeft begrepen. Die, in een zin, handelt tegen de menselijke natuur.

Egoïst

En wie desondanks blijft beweren dat we mensen in miserabele omstandigheden moeten helpen omdat we moeten helpen, is geen bewonderenswaardig altruïst, maar een egoïst in vermomming. We doen het immers alleen maar voor onszelf. Scratch an altruïst, and watch a hypocrite bleed.

Geen wonder dat zelfs mensen, die stiekem girootjes uitschrijven voor Amnesty en het Lilianefonds, vandaag eerder geneigd zijn om luid en helder te vertellen wat ze uit eigenbelang hebben gedaan, dan dat ze iets prijsgeven van hun altruïstische motieven. Omdat mensen geen natuurwetten willen overtreden, verzwijgen ze liever dat ze deze doorlopend aan hun laarzen lappen. En zo kan het ineens gebeuren dat, terwijl de ontwikkelingspot met meer dan twee miljard wordt gekort, het vaderlandse bedrijfsleven maar liefst 750 miljoen euro ontwikkelingsgeld wordt toegeworpen met de vage opdracht iets aan de bestrijding van armoede in Afrika te doen.

Maar mensen zijn niet louter zelfzuchtige wezens. Mensen zijn ook geneigd om anderen te helpen. Mensen denken niet enkel aan hun eigen bankrekening, ze houden ook rekening met het lot van hun medemensen. Buiten het gezichtsveld van de elkaar alsmaar napratende Nederlandse opinieleiders en commentatoren groeit vandaag een berg aan wetenschappelijk onderzoek dat wijst op het feit dat onze empathie toeneemt en deze toename leidt tot altruïsme.

Age of empathy

Google op wetenschappers als Frans de Waal, Dale T. Miller, Nathan Sznaider, Jonathan Cole, Daniel Batson of Jeremy Rifkin, en verbaas je over de age of empathy, zoals de bioloog Frans de Waal onze tijd omschrijft. ‘We sturen geld naar de andere kant van de wereld om slachtoffers van hongersnoden te helpen. We voeren actie om walvissen en oceanen te redden. We blijven nachten op om een vriend met liefdesverdriet te troosten. Mensen riskeren soms hun leven, ja ze verliezen het zelfs, omwille van anderen, inclusief vreemdelingen. Waarom doen we dit soort dingen, wat motiveert ons?’, vraagt Daniel Batson zich af en schrijft vervolgens zijn Magnum Opus Altruism in Humans.

Een organisatie met een in de traditie gewortelde identiteit en een al even duidelijke morele boodschap is vandaag cutting edge. De behoefte aan identificatie, gemeenschap en morele uitgangspunten keert weer terug. En dat maakt Christian Aid helemaal 2013.

Auteur
Ralf Bodelier

Datum:
15 november 2012
Categorieën: