
OPINIE: Weg met de verkokering: op naar Internationale samenwerking
Als open economie is het buitenland voor Nederland van groot belang, zeker om op een goede manier uit de crisis te komen. Hoe we ons verhouden tot de steeds verdergaande globalisering, de vraagstukken van economische groei, welvaartsverdeling en voedselvoorziening, zouden de centrale thema’s van de verkiezingsprogramma’s moeten zijn. Dat stellen Leo de Haan, Rector ISS en Nanno Kleiterp, CEO FMO.
FMO en ISS hebben in de afgelopen maanden een drietal bijeenkomsten georganiseerd met een 30-tal leiders uit de wereld van ontwikkelingssamenwerking, bedrijfsleven, wetenschap en maatschappelijke organisaties over bovengenoemde vraagstukken. Duidelijk is dat alleen door van buitenlandse zaken onze eigen zaken te maken de Nederlandse politiek erin kan slagen onze crisis de baas te worden: Internationale samenwerking als politieke oplossing.
Traditionele OS en definitie ODA niet meer relevant
De traditionele ontwikkelingssamenwerking en de definities van officiële ontwikkelingshulp (ODA) die internationaal worden gehanteerd zijn voor de toekomst niet meer relevant. Wat we nodig hebben is een geïntegreerde visie op de mondiale uitdagingen. Die uitdagingen zijn: financiële stabiliteit, welvaart, economische groei en eerlijke verdeling van welvaart en minder armoede, eerlijke en vrije handel, migratie en veiligheid, energie en voedselzekerheid, duurzaamheid, milieu en klimaat.
Nederland kan zijn uitstekende internationale reputatie opnieuw veroveren door de leiding te nemen in de internationale discussie daarover en daarmee ook ons eigen belang dienen.
Immers, de wereld verandert snel. De financiële crisis en de snelle opkomst van een aantal nieuwe belangrijke landen laat een geheel andere economische en politieke wereldkaart zien dan een tiental jaren geleden. Landen die tot voor kort Nederlandse ontwikkelingshulp ontvingen, vormen nu onderdeel van de gezaghebbende G20. Internationale samenwerking is een veel complexer internationaal samenspel dan de (veel beperktere) ontwikkelingshulprelatie (ODA) tussen de rijke landen van de OECD en ontwikkelingslanden; het speelveld in thema’s en actoren zijn in de afgelopen jaren snel veranderd.
Het beeld van 34 ‘rijke’ OECD landen versus 100 arme ontwikkelingslanden is achterhaald sinds de doorbraak van Aziatische Tijgers, van transition en emerging economies en van BRICS. ODA bedraagt nog maar rond de 10% van alle financiële stromen naar ontwikkelingslanden. De grootste stromen komen nu van het bedrijfsleven, overmakingen van migranten, grote liefdadigheidsstichtingen, nieuwe donoren zoals China, India en Brazilië. Dat zien we terug in Rio+20 waar de private sector een grote rol kreeg toebedeeld.
Integrale aanpak als uitgangspunt
Het centrale uitgangspunt voor internationale samenwerking dat effectief de mondiale uitdagingen aanpakt is, een integrale aanpak van duurzaamheid, armoedebestrijding en economische stabiliteit en groei. Laat het denken in kokers los. Alleen als economische groei duurzaam en inclusief is – dat wil zeggen gevolgen voor het milieu en maatschappij vanaf de start in de besluitvorming meeneemt en daarbij streeft naar eerlijke verdeling- kunnen we stappen vooruit maken.
Dit betekent overigens niet dat economische groei moet worden ‘ingeperkt’ door milieu effecten en sociale rechtvaardigheid. Het betekent dat duurzaamheid en verdeling juist integraal onderdeel moeten zijn van economische ontwikkeling. Maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en overheid zijn de belangrijkste actoren die hieraan vorm moeten geven. De “nieuwe” markten dienen economisch-financiële waarden, duurzaamheidswaarden en sociale waarden te integreren.
Wij pleiten ervoor dat men kiest voor nieuwe vormen van internationale samenwerking, gestoeld op een visie die economische groei combineert met duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid. Zulke nieuwe vormen bieden het beste perspectief en de meeste kansen om de Nederlandse economie uit het slop te halen en internationaal weer een voorloper te zijn.
Wij dagen de Nederlandse politieke partijen uit om in de komende verkiezingsstrijd nog explicieter hun antwoorden te formuleren als het gaat om internationale samenwerking en de discussie boven de een dimensionale punt van de hoogte van het ontwikkelingssamenwerkingsbudget uit te tillen. Dan valt er voor de kiezer werkelijk iets te kiezen.
Nanno Kleiterp, CEO FMO
Leo de Haan, Rector ISS