
Ongelijkheid groter dan gedacht
Afgelopen week verscheen bij NRC Next een scherpe column van Rob Wijnberg naar aanleiding van het rapport Inequality, you don’t know the half of it (Or why inequality is worse than we thought). Zoals de titel al duidelijk maakt: dit rapport van Tax Justice Network laat zien dat de economische ongelijkheid nog veel erger is dan we al dachten. Vice Versa vroeg Koos de Bruijn van Tax Justice NL om een reactie.
Algemeen was al bekend dat meer dan een miljard mensen moet leven van minder dan 1,25 dollar per dag. Het rapport Inequality, you don’t know the half of it toont aan dat de allerrijksten op aarde echter nog veel rijker zijn dan we dachten. Daarmee is ook de ongelijkheid veel groter dan eerder aangenomen.
De Bruijn: ‘De informatie waarop bestaande schattingen van ongelijkheid in de wereld zijn gebaseerd, blijken onvolledig te zijn. Dit komt omdat een grote som geld er niet in mee genomen kan worden, simpelweg omdat het onzichtbaar is. Hierdoor zijn bestaande cijfers een onderschatting van het ongelijkheidsprobleem.’
De Bruijn vervolgt: ‘Die conclusie wordt overigens onderschreven door een groot aantal vooraanstaande economen. Dat maakt wel duidelijk dat het niet enkele individuen zijn die dit menen. Dit is getoetst bij vooraanstaande economen en dat geeft het meer zeggingskracht.’
‘Schattingen over ongelijkheid waren al aanzienlijk, maar het probleem is dus veel groter dan eerder aangenomen. De rijkste 91.000 mensen bezitten één derde van alle rijkdom. Op 7,5 miljard inwoners op deze wereld, betekent dat 0,001% van de wereldbevolking één derde van alle rijkdom bezit.’
‘Dit rapport toont aan dat er geen volledige cijfers zijn, omdat er geen volledige inzage is van inkomsten van de allerrijksten.’
Wat zijn de grootste oorzaken van deze ongelijkheid?
‘Dat is een beetje een kip-en-het-ei verhaal. Belastingparadijzen spelen een belangrijke rol. Die maken het mogelijk dergelijke bedragen uit het zicht te onttrekken.’
Nederland heeft ook kritiek gekregen een belastingparadijs te zijn? Hoe ziet u dat?
‘Tweeledig. Nederland is inderdaad een verdragsparadijs, een bepaald type belastingparadijs, voor het internationaal bedrijfsleven. Als gevolg daarvan lopen andere landen, waaronder ontwikkelingslanden, belastinginkomsten mis.’
‘Anderzijds, in het begeleidende rapport Price of offshore revisited zijn de cijfers in kaart gebracht van de bedragen die weggestopt zijn in klassieke belastingparadijzen. Daarin staat een lijst van de vijftig grootste private banks. Daar staan twee Nederlandse banken tussen, waaronder één staatsbank. Dat vind ik een interessante constatering. Wat is de rol die ABN AMRO – want daar hebben het over – speelt en welke invloed kan de overheid daarop uitoefenen? GroenLinks heeft daarover Kamervragen gesteld. Ik ben benieuwd wat daar de reactie op wordt.’
Wat moeten we – naast het politiek aan de orde stellen – doen?
‘Informatie-uitwisseling tussen belastingdiensten is van belang. Nederland is daar voorstander van, waar wij erg blij mee zijn. Het probleem is echter dat, als andere landen niet meewerken aan automatische informatie-uitwisseling, informatie-uitwisseling op verzoek ook geaccepteerd wordt. Nadeel daarvan is dat je moet weten waarnaar je specifiek op zoek bent als je een verzoek tot informatie indient. Het probleem met dit soort dingen is nou juist dat je niet weet wat je zoekt als belastingdienst.’
‘In 2009 ontstond onrust over belastingparadijzen. De G20 heeft toen actie ondernomen door een zwarte lijst te maken van landen die geen openheid gaven. Als deze landen aan informatie-uitwisseling gingen doen, zouden ze van die lijst afgehaald worden.’
De landen op die lijst zijn vervolgens verdragen over informatie-uitwisseling gaan sluiten. Maar het ging bijna altijd om verdragen voor informatie-uitwisseling op verzoek. Dat heeft geresulteerd dat die zwarte lijst nu leeg is. Volgens de OECD zouden er dus geen belastingparadijzen meer bestaan. Echter kun je met informatie-uitwisseling op verzoek alleen gericht zoeken en is er geen openheid, dus feitelijk is er weinig veranderd.’
‘Een ander voorbeeld’, vervolgt De Bruijn. ‘is country-by-country reporting. Hierdoor wordt duidelijk wat bedrijven per land afdragen aan belastingen. Het is dan ook duidelijk wat er overblijft en wel individu dat geld krijgt.’
‘Ten slotte moeten er publieke registers komen waaruit duidelijk wordt wie de uiteindelijk gerechtigden van een bedrijf, trust of stichting is. Daar schort het in Nederland ook nog aan: duidelijkheid wie nu de werkelijke eigenaren van een bedrijf zijn waar het geld terecht komt. Daar kan Nederland concreet wat aan doen, bijvoorbeeld door publicatie daarvan in de wet op te nemen. Met die informatie kunnen belastingdiensten verder. Als een dienst signaleert dat de eigenaar in zijn land zit en geld ontvangen heeft, maar in de aangifte komt het niet terug.’
In het huidige OS-debat ligt veel nadruk op het bedrijfsleven en economische ontwikkeling. Toont dit rapport niet dat armoede een verdeelvraagstuk is en daarmee een politiek probleem?
‘Het zijn twee discussies die naast elkaar lopen. Je hebt aan de ene kant het bedrijfsleven dat fiscale structuren in werking stelt om de belastingdruk zo laag mogelijk te krijgen. Daarmee duperen ze landen als het uiteindelijk in belastingparadijzen terecht komt.’
‘Dit rapport toont een ander probleem op persoonlijk, individueel vlak. Extreem rijken weten belastingen te ontwijken. En Jan Modaal – om het zo te zeggen – wordt daar de dupe van.’
‘Dat zie je op een bepaalde manier ook aan de bedrijfskant. Het internationaal bedrijfsleven heeft de mogelijkheid om vrij makkelijk vestigingen te openen – op papier – daar waar het ze uitkomt om zo weinig mogelijk belasting te betalen. Het midden- en klein bedrijf heeft die mogelijkheid niet. Daar speelt op een bepaalde manier dezelfde ongelijkheid. De grote jongens hebben veel meer flexibiliteit terwijl de belastingdruk die in een land als Nederland bestaat, door de bakker, de schoenmaker en de groenteboer om de hoek betaald wordt. Terwijl grote bedrijven het voor elkaar krijgen om die belastingdruk lager te krijgen.’
‘Dit begint een steeds groter thema te worden in de ontwikkelingsdiscussie en in die zin is dit de opvolger van wat tien jaar geleden de schuldencampagne was. Dat kreeg toen heel veel aandacht. Ik verwacht dat de komende jaren de aandacht voor belastingontwijking verder zal groeien.’
Ook mede dankzij jullie werk en daar zullen jullie op blijven inzetten?
‘Zeker. Ik ben ook blij met de oproep van Rob Wijnberg in zijn column dat de some haves zich sterk zullen moeten maken. Het is een oproep dat we de krachten moeten bundelen om de maatschappij en de politiek te overtuigen dat maatregelen nodig zijn.’
Leden van Tax Justice NL zijn: OxfamNovib, Cordaid, SOMO, Oikos, ActionAid NL, Both ENDS, EVS en TNI.