ICCO’s aanpak in de praktijk: ‘Pragmatisch Programmatisch’

In 2007 introduceerde ICCO een ‘programmatische aanpak’. Maar hoe werkt dit in de praktijk? Wievenlien Punt bezocht in het kader van de Coolpolitics masterclass ontwikkelingssamenwerking een project van ICCO in Nepal en hield een blog bij. De nieuwe aanpak van ICCO heeft goede uitgangspunten, maar de praktijk is vaak weerbarstiger, zo ondervond Wievenlien Punt. 

Eind januari kwam ik hier om voor ICCO onderzoek te doen naar de zogenaamde programmatische aanpak die ICCO een paar jaar gelden heeft geïntroduceerd. Als mensen vragen wat ik hier nou eigenlijk onderzoek leg ik het meestal op de volgende manier uit:

De programmatische aanpak gaat ervan uit dat ontwikkelingsproblemen en -processen zo complex zijn dat  joint efforts van meerdere stakeholders nodig zijn voor sociale verandering. Voor échte verandering is het  niet genoeg om in te zetten op het oplossen van een bepaald probleem;  men moet het hele systeem van een bepaalde problematiek overzien om hier een nieuw evenwicht in aan te brengen.

Dit vergt een multidimensionale, lange termijn aanpak waarin reflecteren en leren centraal staan. Vanuit deze visie ondersteunt ICCO  de ontwikkeling van programmacoalities om samen te werken om op een bepaald gebied verandering te faciliteren. ‘Mijn’ coalitie hier in Nepal, die ik de afgelopen maanden heb onderzocht heb heet de Nepal Coalition for Food Security and Water (NCFAW), en richt zich zoals de naam al zegt op voedsel- en waterzekerheid.

Eigenaarschap

Eigenaarschap (ownership) en samenwerken met verschillende soorten spelers (niet alleen ngo’s, maar ook overheden, bedrijven enzovoorts) staan centraal in de programmatische aanpak. De werkwijze van ICCO sluit hiermee aan bij de algemene trend in de internationale ontwikkelingssamenwerking. Een aspect waarin de aanpak van ICCO verschilt met die van veel andere donoren is dat de coalities erg veel vrijheid krijgen. De coalitiepartners bepalen zelf de doelen, de strategie, de aanpak en het functioneren van hun samenwerkingsverband en de manier om dit vast te leggen, te monitoren en te evalueren. Op deze manier krijgen de organisaties ook echt de kans om eigenaar van de coalitie te zijn.

Met de programmatische aanpak probeert ICCO lessen uit het verleden te gebruiken voor een effectievere manier van ontwikkelingssamenwerking. Leren staat in deze begin fase van de programmatische aanpak centraal. Ook mijn onderzoek was deel van dit leerproces. Nu ik mijn laatste week druk bezig ben alles af te ronden vind ik de principes van de programmatische aanpak nog even relevant als aan het begin van dit project. Wel heb ik gezien dat, zoals wel vaker het geval is, de theorie niet zo makkelijk te vertalen is in de praktijk als gedacht of gehoopt.

To-do lijstje

Eigenaarschap is een mooie term. Hoewel het tegenwoordig in elk projectvoorstel staat, lijken veel zuidelijke organisaties toch niet gewend te zijn om de touwtjes in handen te hebben. De meeste donoren hebben duidelijke ideeën over resultaten en aanpak en daar hebben ‘implementing’ partners zich vaak maar aan te houden. Zelfs internationale ngo’s hebben vaak nog een hoofdkantoor boven zich waar een groot deel van de strategie bepaald wordt. De organisaties in de coalitie moesten duidelijk wennen aan de vrijheid die ze van ICCO kregen in de programmatische aanpak om de coalitie doelen en aanpak te bepalen. ‘Managing expectations’ en duidelijke communicatie zijn hierin cruciaal.

Een andere reden dat de praktijk weerbarstiger blijkt kan overkomen als een excuus,  maar speelt in mijn ogen toch een rol.  Als ‘donor darling’ hebben ngo-medewerkers het in Nepal gewoon druk. Meetings, workshops, trainingen, activiteiten van andere netwerken/samenwerkingsverbanden en platforms,  veldbezoeken, rapportages, en projectvoorstellen schrijven zijn aan de orde van de dag. Er moeten prioriteiten gesteld worden en ik kan ergens wel begrijpen dat een opstartend programma, waarvan het voor de organisaties nog niet altijd duidelijk is wat er precies verwacht wordt en wat ze met elkaar kunnen realiseren, dan onder op de ’to-do’ lijstjes komt te staan.

De laatste hindernis die volgens mij het grootste is bij het in praktijk brengen van de programmatische aanpak, is het samenwerken met meerdere organisaties zelf. De programmatische aanpak gaat ervan uit dat de samenwerkingsverbanden meer zijn dan een platform voor informatie-uitwisseling en coördinatie van activiteiten. Het idee is dat de organisaties samen proberen veranderingen in het systeem te faciliteren, maar dat dat makkelijker gezegd dan gedaan is, is  hier nog een understatement. Het betekent samen het systeem van voedselzekerheid in Nepal analyseren, de kernproblemen identificeren, kijken waar er mogelijkheden zijn om iets aan te pakken, de juiste stakeholders erbij betrekken en ondertussen blijven samenwerken, reflecteren, leren en weer analyseren.

Goede weg

Ondanks deze hindernissen denk ik dat ICCO de goede weg is ingeslagen met de programmatische aanpak. Samen met de partners hier zie ik veel mogelijkheden. Door hun expertise te bundelen kunnen ze hun grassroots ervaring gebruiken om de overheid aan te spreken over beleid en implementatie hiervan, en alternatieven aandragen voor nu onwenselijke situaties. Samen hebben ze een enorm netwerk, zowel op lokaal als nationaal niveau. Hiermee kunnen ze informatie over de voedselzekerheidssituatie verzamelen en verspreiden. Daarnaast wordt er nu al van elkaar geleerd en zijn er al plannen om ‘best practices’ van elkaar te kopiëren en kleinere samenwerkingsverbanden binnen de coalitie te starten.

Er moet gezocht worden naar aanpakken die in een bepaald gebied werken, en dit gaat niet zonder vallen en opstaan, evalueren en keuzes maken. ICCO zit zelf nog volop in de leer fase van hoe de principes van de programmatische aanpak het beste in praktijk gebracht kunnen worden, iets wat als het goed is nooit ophoudt. Daarnaast betekent de vrijheid in deze aanpak dat de coalitiepartners er zelf echt voor moeten gaan en dat ICCO niet alle controle heeft. Dit kan betekenen dat projecten en programma’s niet of minder snel gaan dan gehoopt, maar ook dat projecten uiteindelijk effectiever zijn en geld en andere middelen efficiënter  worden gebruikt.

‘Mijn’ coalitie lijkt nu op een cruciaal moment aangekomen; er is veel wil en er zin veel goede ideeën en ik hoop dat ze het momentum vasthouden en het samenwerkingsverband verzilveren.

Auteur
Wievenlien Punt

Datum:
20 juli 2012