‘Niemand kan de SP verwijten dat zij zich achter de dijken terugtrekt’

Tweede Kamerlid Ewout Irrgang (woordvoerder Ontwikkelingssamenwerking SP) nam bij de afsluiting van het parlementaire jaar afscheid. Daarmee kwam een einde aan een 14-jarige loopbaan in de Tweede Kamer, eerst zeven jaar als fractiemedewerker, daarna zeven jaar als Kamerlid. Vice Versa blikte met hem terug. 

Onlangs heeft u afscheid genomen in de Tweede Kamer. Moeilijk?

‘Ik heb 14 jaar gewerkt in de Tweede Kamer, eerst als fractiemedewerker, toen als Kamerlid. Na 14 jaar ben je ook wel toe aan iets anders. Maar ik heb natuurlijk veel meegemaakt in die 14 jaar en het heeft me heel wat opgebracht . Partir c’est mourir un peu, zoals ze in Frankrijk zeggen.’

Wat is er veranderd in het SP-verkiezingsprogramma op het gebied van ontwikkelingssamenwerking?

‘Er zijn niet echt grote veranderingen geweest na het congres van 30 juni, behalve dat het budget van 0,7 % naar 0,8 % is gegaan. Dat is een mooi teken van de enorme betrokkenheid van SP-leden bij internationale armoedebestrijding. De SP wordt ten onrechte wel eens ervan beschuldigd dat zij zich achter de dijken zou verschuilen, maar dat is dus geenszins het geval. We gaan zelfs verder dan de PvdA: zij hebben 0,7 % in hun programma staan voor de komende kabinetsperiode, maar wij 0,8%. Ten opzichte van het verkiezingsprogramma in 2010 is er niets wezenlijks veranderd op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.’

Waarom stond er eerst dan wel 0,7 % in jullie programma in plaats van 0,8 %?

‘Dat komt door de realiteit waar we mee te maken hebben. We zitten natuurlijk in een diepe economische crisis en dan is het verdedigbaar om de 0,7% te handhaven.’

Maakt die 0,1 % een groot verschil in de doorrekening van jullie verkiezingsprogramma?

‘Ja, dat heeft grote gevolgen. Het gaat toch om een zeer substantieel bedrag van 650 miljoen. We moeten dat bedrag ergens anders vandaan halen, maar ik ben er zeker van dat dat gaat lukken. Niemand kan in ieder geval meer zeggen dat de SP zich achter de dijken verschuilt.’

Waarin onderscheiden jullie je inhoudelijk van andere partijen?

‘Wij zijn veel kritischer op de uitbreiding van het bedrijfslevenprogramma. Het is niet bewezen dat dat effectief is en het staat veel slechter aangeschreven dan andere programma’s.

Daarnaast wil de SP graag benadrukken dat behalve ontwikkelingssamenwerking en internationale solidariteit het ook van belang is om iets aan het internationale systeem te veranderen. Het is niet logisch als Nederland ontwikkelingsgeld blijft geven, maar dat op hetzelfde moment banken als ING en ABN AMRO de Syrische regering helpen om de bevolking te onderdrukken. Of als we met OS iets aan voedselzekerheid willen doen, maar onze financiële sector speculeert met voedsel zodat de voedselprijzen alsmaar hoger worden.’

Arjan el Fassed (GroenLinks) zei onlangs in een interview met Vice Versa dat hij het enige Kamerlid is dat zich echt druk maakt om coherentie. Onterecht?

‘Daar ben ik het niet mee eens… Het is belangrijk te beseffen dat dat soort zaken niet alleen in de commissie Buitenlandse Zaken speelt. De Economic Partnership Agreements (EPA’s) bijvoorbeeld, tussen Europa en de ACP-landen (Afrika bezuiden de Sahara en het Caribische en Pacifische gebied), worden ook besproken bij Economische Zaken, Landbouw & Innovatie.

Ik herken wel in GroenLinks de betrokkenheid bij dit soort discussies. Bij andere partijen merk ik die betrokkenheid niet of veel minder. De VVD bijvoorbeeld heeft het nooit over coherentie. Dan vind ik het ook niet geloofwaardig als ze altijd hameren op effectiviteit.’

Wat is het standpunt van de SP met betrekking tot de EPA’s?

‘De EPA’s regelen de toegang van de ACP-landen tot Europese markten. Het is goed dat ze die toegang hebben, maar de EPA’s vereisen ook van ontwikkelingslanden dat ze hun markten 80 tot 90 % liberaliseren. Als je nog geen goede markt hebt ontwikkeld, heeft die vrije marktwerking enorm negatieve effecten op de ontwikkeling van je eigen industrie. Het heeft juist de-industrialisatie tot gevolg in plaats van ontwikkeling.

De SP heeft er voortdurend voor gepleit dat de ACP-landen de toegang tot de Europese markten blijven behouden, maar dat ze wel in staat worden gesteld om hun markten te beschermen en hun industrieën te ontwikkelen. Veel landen in Azië hebben zich ook ontwikkeld door hun markten af te schermen.

De SP is hier absoluut voorvechter van geweest. We kregen wel steun van GroenLinks en de PvdA, maar over het algemeen is er erg weinig belangstelling voor dit soort dingen.’

U bent ook financieel woordvoerder voor de SP. Hoe legt u de link tussen de economische crisis en ontwikkelingslanden?

‘Speculeren met voedsel is een voorbeeld van hoe ons financiële systeem negatieve effecten heeft op ontwikkelingslanden. Speculatie is niet de oorzaak van de hoge voedselprijzen, maar het verergert het wel sterk. Mijn collega Henk van Gerven heeft dat voortdurend aan de kaak gesteld. Dat speculatie invloed heeft werd keer op keer ontkend door de Nederlandse overheid. Nu begint gelukkig langzaam het besef door te sijpelen dat het wel degelijk effect heeft. Maar het is een taai en lang gevecht. De financiële sector verzet zich tegen iedere regulering die echt iets voorstelt. Die lobby is enorm machtig, daar verliezen de allerarmsten het makkelijk van.’

Wat is in de afgelopen zes jaar uw grootste succes in de Tweede Kamer geweest op het gebied van ontwikkelingssamenwerking?

‘Waar ik echt het verschil heb kunnen maken is toen ik als voorzitter van het Meerpartijen Initiatief samen met andere partijen de bezuinigingen op de strijd tegen HIV/Aids heb kunnen beperken. Als we dat niet hadden gedaan waren die uitgaves veel harder omlaag gegaan.

Daarnaast vind ik dat links ook kritisch moet zijn op de bestaande uitgaves. Wij hebben bijvoorbeeld de subsidies voor draagvlakondersteuning ter discussie gesteld. Dat geld moet naar echte hulp. Draagvlak koop je niet met een pot geld. Mede daardoor is het geld voor draagvlakondersteuning teruggeschroefd en ingezet op hulp.

Daarnaast hebben we een kritische rol gespeeld ten opzichte van Rwanda. De Nederlandse regering is veel te pro-Rwandees. Het is een land waar het echt niet de goede kant op gaat en toch steunen we het. We hebben in de Kamer bereikt dat er minder geld gaat naar de versterking van het justitiële apparaat.

Kijkt u dan niet met een te Nederlandse blik naar zo’n land terwijl je het misschien de tijd moet geven zich te ontwikkelen?

‘Vijf jaar geleden kon je ze nog het voordeel van de twijfel geven, maar het land heeft zich echt ontwikkeld tot een dictatuur. Het heeft niet zoveel zin om de rechtsstaat te ondersteunen als zij zelf niet de moeite doen om een rechtsstaat op te bouwen. Waarom zou je je geld steken in een onderdrukkingsapparaat? Het is trekken aan een dood paard als de politieke wil er niet is. Uiteindelijk kun je je euro ook maar een keer uitgeven.’

SP heeft zich altijd erg kritisch uitgesproken ten opzichte van het bedrijfsleveninstrumentarium. Toch heeft Knapen dit onlangs nog rustig de Kamer doorgeloodst. Wat vindt u daarvan?

‘Het beleid gaat daarmee echt de verkeerde kant op. Maar op zo’n moment word je gewoonweg geconfronteerd met een Kamermeerderheid. Het regeerakkoord wordt uitgevoerd. Je kunt dat niet gemakkelijk wijzigen en je kunt ook niet een staatssecretaris die demissionair is naar huis sturen. Het enige wat je kunt doen is blijven wijzen op de bezwaren. Misschien is er in november, als er over de begroting voor 2013 wordt gestemd, een meerderheid te vinden om het bedrijfslevenprogramma weer in te perken. Kijkende naar de peilingen, zou die meerderheid er kunnen zijn.’

Zijn er meer dingen die u betreurt van de afgelopen zeven jaar?

‘Ik betreur erg dat de discussie over internationale solidariteit alleen maar gaat over korten, korten en nog eens korten. Het is een ontzettend moeilijk gevecht om daar tegen in te gaan. Ik hoop dat daar verandering in komt. Het is natuurlijk idioot dat Geert Wilders (PVV) wel in het belteam wil voor noodhulp, terwijl dat de meest ineffectieve vorm van ontwikkelingssamenwerking is. Maar als Nederland irrigratiesystemen aan wil leggen, dus iets wil doen aan structurele hulp, is de PVV opeens tegen. En de VVD trouwens ook. Echt absurd. Het tegengaan van speculatie, of het feit dat de Verenigde Staten hun maïs in de benzinetank gooien waardoor de prijzen omhoog gaan – zaken die er echt toe doen -, daar hebben we het veel te weinig over. ‘

Was u verrast dat de VVD driekwart wil korten op het budget van ontwikkelingssamenwerking?

‘Eerst was het de helft, nu driekwart.. Ik vind het vooral enorm hypocriet. Op het moment dat de belastingdruk voor burgers alleen maar omhoog gaat, willen ze ontwikkelingssamenwerking overlaten aan diezelfde burgers.’

De Kamer heeft wel eens het verwijt gekregen dat ze te weinig haar tanden liet zien tegenover Knapen. Herkent u uzelf daarin?

‘Je hebt te maken met een politieke meerderheid. Het is dan bij voorbaat al moeilijk om dingen te veranderen. Maar bij de begroting voor 2012 hebben we een record aantal amendementen ingediend waardoor we de begroting op een aantal belangrijke punten hebben kunnen wijzigen. Ik heb toen met drie aangenomen wijzigingsvoorstellen op de begroting voor 2012 de bezuinigingen op noodhulp met ruim 5 miljoen weten te beperken. Dat ging ten koste van de eerder genoemde steun voor de justitiële sector in Rwanda, de bijdrage aan de Wereldbank voor het privatiseren van watervoorzieningen en goed bestuur in Indonesië. Maar dat vind ik zeer te verdedigen politieke keuzes.  Ik vind dat je de SP moeilijk kunt verwijten dat ze niet genoeg oppositie zou hebben gevoerd.’

Is het niet frustrerend dat je vanuit de Kamer soms weinig kunt veranderen?

‘Natuurlijk is dat frustrerend. Dat hoort helaas soms bij de politiek. Als je daar niet tegen kunt, moet je niet de politiek ingaan. Of je moet zorgen dat je een grote partij bent en makkelijker een meerderheid behaalt voor je standpunten. En we zijn nu hard op weg om een grote partij te worden.’

Wat hoopt u dat een nieuwe regering gaat doen?

‘Ik hoop dat ze op het gebied van internationale verhoudingen de armen meer kansen geeft. En op het budget van internationale solidariteit in ieder geval niet meer zal korten.’

En wat zijn uw plannen?

‘Op het moment laat ik het verkiezingsprogramma van de SP doorrekenen. Dat blijf ik tot en met augustus doen. Het enige wat ik daarna echt zeker weet is dat ik niet terugkom in de Tweede Kamer. Ik weet dus nog niet wat ik na de verkiezingen ga doen. Ik heb een enorme belangstelling voor de financiële sector en een grote betrokkenheid bij de wereldwijde strijd tegen armoede. Ik zou het mooi vinden om die twee dingen te kunnen combineren. Maar ik weet niet of dat mogelijk is. Ik zie wel wat er op mijn pad komt.’

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
23 juli 2012