Nederlandse ngo’s verdeeld over militair ingrijpen Syrië

Foto: NRC AP / Rodrigo Abd

Syrië. De krantenkoppen staan er vol mee: ‘Deel Syrische oppositie denkt aan interventie’ (NRC), ‘Leger verhevigt aanvallen op Homs’ (De Volkskrant), ‘Twee westerse journalisten gedood in Homs’ (Trouw). Begin februari werd in de VN-veiligheidsraad een resolutie over Syrië door Rusland en China voor de derde keer geblokkeerd. Maar de krantenkoppen liegen er niet om: ‘We kunnen nu spreken van een burgeroorlog’, aldus Reinoud Leenders, assistent professor politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Moet er worden ingegrepen? Wat vinden Nederlandse ngo’s?

Reinoud Leenders deed vanaf 2001 veldwerk in Syrië voor de ngo International Crisis Group. Vanaf 2005 is hij assistent professor politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en reist hij regelmatig naar Syrië voor onderzoek. Hij houdt zich in zijn academisch onderzoek voornamelijk bezig met autoritaire regimes.

Leenders vertelt ons meer over de Syrische opstand: ‘De opstanden in Syrië begonnen in maart 2011 en duren nog steeds voort. Vanaf het begin waren de activisten bewapend. Dit is te verklaren als reactie op de gewelddadige aanvallen van het regime Assad’, legt de politicoloog uit. ‘In oktober escaleerde de situatie aan beiden kanten, vanwege het steeds gewelddadiger optreden van de Syrische leider. Het regime had de overmacht en er kwamen steeds meer gewapende groepen in opstand. Zij noemen zich het Syrische Vrije Leger. Het regime wijkt echter niet en is niet bereid concessies te maken.’

Ook Jan Jaap van Oosterzee (IKV Pax Christi) noemt ‘de situatie ernstig’. Van Oosterzee werkt al geruime tijd als beleidsadviseur voor het Midden-Oosten- en Kaukasus-team van IKV Pax Christi. ‘Voordat de opstand in Syrië begon, probeerde de organisatie de censuur tegen te gaan door informatie toegankelijk te maken voor burgers. Denk hierbij aan het opzetten van een bibliotheek. Op dit moment is het speelveld heel anders en veel gevaarlijker. Een van onze partners heeft al moeten wegvluchten uit Syrië. ’

Militair ingrijpen

Van Oosterzee stelt: ‘Het is lastig om te zeggen of er militair moet worden ingegrepen. IKV Pax Christi is niet per definitie een pacifistische organisatie en zal in sommige gevallen ook voor militair optreden zijn, maar alleen als dat leidt tot verbetering van het conflict.’ Van Oosterzee ziet militair ingrijpen ‘niet als een oplossing’ in het Syrische conflict. ‘Militair ingrijpen kan juist een katalysator zijn voor het geweld in Syrië. Al zou je eigenlijk kunnen zeggen dat er nu al sprake is van een vorm van interventie. Op dit moment vliegen er Amerikaanse drones [onbemande vliegtuigen, red.] over het gebied om meer inzicht te krijgen over de spelers en status van het conflict. Het luchtruim van Syrië wordt zonder toestemming betreden.’

Roman Baatenburg, persvoorlichter bij Hivos, wil niet speculeren over militair ingrijpen, ‘want dat heeft geen zin.’ Baatenburg: ‘Het lijkt op een militaire impasse en de situatie is complex vanwege de verschillende groepen opstandelingen. Onze partners ter plaatse verschillen van mening als het gaat om wel of niet militair ingrijpen.’

Assistent professor Leenders neemt een andere positie in en stelt dat er wel degelijk militair moet worden ingegrepen. ‘De militarisering van het conflict is een feit. De vriendenclub van Syrië (Europa, de VS, Arabische landen en Turkije), die eerst politieke en diplomatiek druk uitoefende, spreekt nu over over de noodzaak van een militaire strategie om de militarisering in goede banen te gaan leiden. De militaire opstand is te versnipperd en er heerst totale chaos; zonder ingrijpen zal de burgeroorlog verergeren. De situatie begint op de opstanden in Irak [2003, red.] te lijken, waarbij verschillende milities opstonden met ieder een eigen agenda. We moeten denken aan de toekomst van Syrië en dus niet blijven hameren op vreedzame oplossingen die niet blijken te werken.’

‘Waarom Rusland en China juist tegen militair ingrijpen zijn, is goed te verklaren. Deze landen zijn huiverig voor een hyperactieve Veiligheidsraad die zich gaat bemoeien met de binnenlandse aangelegenheden van VN-lidstaten. China en Rusland hebben zelf ook geen goed CV als het gaat om mensenrechten. Zij vrezen dat wanneer de Veiligheidsraad zich gaat bemoeien met Syrië, zij misschien wel de volgende zullen zijn waar ingegrepen zal worden. Bovendien zijn ze bang dat hun eigen bevolking geïnspireerd raakt door de opstand in Syrië’, aldus Leenders.

Rol van ontwikkelingsorganisaties

Baatenburg neemt een ander standpunt in: ‘Hivos heeft rechtstreeks belang bij vreedzaam verzet in plaats van militair verzet. Door militair ingrijpen kan de informatievrijheid in Syrië worden beperkt of zelfs geheel verdwijnen. Dat is nadelig voor de bevolking. Zonder informatievrijheid kunnen zij zich niet mobiliseren tegen het regime van Assad. Er is behoefte aan simkaarten, laptops en andere moderne communicatiemiddelen. Wij zetten daarom in op pragmatische middelen. Hivos denkt na over de praktische kant van de zaak en richt zich niet de hogere politieke doelen.’

Ook Van Oosterzee staat geen militair ingrijpen voor. ‘Onze organisatie zet ook in op vreedzame middelen. Wij bepleiten verbetering van de opvang van vluchtelingen in buurlanden. Turkije doet dit al erg goed, in Irak maar vooral in Libanon lopen vluchtelingen echter nog direct gevaar’, aldus de beleidsadviseur van IKV Pax Christi.

Leenders: ‘Er is huivering vanuit de Nederlandse overheid om het Rode Kruis in Syrië te ondersteunen. Het Syrische Rode Kruis is te pro-Assad. Bovendien vindt de overheid dat de organisatie teveel wordt gecontroleerd door het regime van Assad.’ De assistent professor is het in dit beleid niet eens met de overheid. ‘Ik denk dat het een vergissing is om hen niet meer te steunen, omdat het rode kruis een goede reputatie heeft opgebouwd onder de bevolking en de enige club is die nog actief is in Syrië. Het Syrische Rode Kruis is de enige organisatie die duidelijke informatie kan geven over de status van het conflict.’

Bredere strategie

Leenders concludeert: ‘Vanwege morele redenen zou je nog steeds kunnen pleiten voor het inzetten van vreedzame middelen. Daar ben ik ook helemaal voor. Maar toch denk ik dat we het stadium van vreedzaam interveniëren zijn gepasseerd. De druk van diplomatie en politiek heeft geen effect en heeft te weinig opgeleverd. Het conflict wordt echter steeds verder geïsoleerd. Al moet niet worden verwacht dat met een militaire strategie het regime omver te werpen valt. Daarvoor is er een bredere strategie nodig: een goede combinatie van politieke, diplomatieke, economische en militaire middelen.’

Auteur
Esther van Ameijde

Datum:
28 februari 2012