Johan Cruijff over MFS

Tijdens het slotdebat van de Knaak van Knapen op woensdag 14 december las Ron van Huizen, oud-directeur van Greenpeace en Terre des Hommes, een prikkelende column op. ‘Hoe kun je uitgaan van eigen kracht, als je je eigen kracht niet kent? Als je gek gemaakt bent door subsidiestromen, door omzetverhogingen, door nietszeggend managementjargon? Kortom, vergeten bent je zelf te ontwikkelen?’

Door Ron van Huizen

Vele hersendeskundigen, waaronder Johan Cruyff, maken onderscheid tussen het linker- en rechtergedeelte van onze hersenen. Ruwweg gezegd tussen emotie en ratio en hoe dat zich met elkaar verhoudt. De overheersing van de ene helft op de andere helft, en dat is persoonsgebonden, zou dan bepalend zijn voor een individuele invalshoek (bijvoorbeeld talentontwikkeling) of een collectieve aanpak (bijvoorbeeld teamwork).

In de voetballerij, een typische emotiemarkt, laat de huidige Ajaxsoap zien dat creativiteit en organisatiemodellen elkaars vijanden zijn. De beursnotering in 1998 maakte van de voetbalclub Ajax een bedrijf met aandeelhouders en een bedrijfsmatig organisatiemodel. De emotie van het voetbal wordt geconfronteerd met de ratio van managers. Veelal vreemde eenden in de bijt, die het voetbalgevoel missen.

Dat roept spanning op, omdat resultaten uitblijven.

Dit spanningsveld ziet men ook terug bij ontwikkelingssamenwerking. Het huidige subsidiestelsel legt wel erg de nadruk op organisatiemodellen. De hierbij betrokken individuele organisaties en al die verplichte samenwerkingsverbanden hebben moeite hun eigen specifieke kenmerken verder te ontwikkelen. Zij vergeten dit, omdat de noodzaak ontbreekt. De bijkans vanzelfsprekendheid van de subsidiepot en het vasthouden hieraan is een doel op zich geworden.

Dat zie je bijvoorbeeld bij het krampachtig vasthouden aan de zogenaamde 0,7% norm van het bruto nationaal inkomen voor ontwikkelingssamenwerking. Terwijl de euromarkt in zwaar weer zit en de bezuinigingen de toon zetten, komt die norm nu wereldvreemd over.

Het zou trouwens goed zijn om de zegeningen van ontwikkelingssamenwerking eens te tellen.  Zo heeft zij grote invloed gehad op het huidige managementjargon, dat schering en inslag is bij het bedrijfsleven. Maatschappelijk verantwoord ondernemen, of noem het sociaal ondernemen, is nota bene een uitvinding van maatschappelijke organisaties. Dat doen deze organisaties al vanaf hun begin daadwerkelijk en niet, zoals bij het bedrijfsleven, vaak nog als een mooi weer praatje.

Wat dat betreft staat het bedrijfsleven in het krijt bij de organisaties van ontwikkelingssamenwerking. En het is niet andersom, zoals het ministerie wel eens doet geloven, met de door haar toegedichte rol van het bedrijfsleven in de ontwikkelingslanden. Als het even kan aanvullend op of in samenwerking met hulporganisaties. Door de krachten te bundelen.

Hoe kun je echter uitgaan van eigen kracht, als je je eigen kracht niet kent. Als je gek gemaakt bent door subsidiestromen, door omzetverhogingen, door nietszeggend managementjargon. Kortom, vergeten bent je zelf te ontwikkelen.

Door losser te komen van de dwangbuis subsidie wellicht?

En dat gaat vanzelf omdat MFS 3 (medefinancieringsstelsel, red.) als opvolger van MFS 2 er niet in zit. Een interessante ontwikkeling, want het betekent ook een bevrijding van een door het ministerie opgelegd keurslijf. Het geeft ruimte om de eigen organisatie eens drastisch aan te passen op nieuwe tijden. Door het aanwezige talent van de eigen organisatie en binnen de eigen organisatie ruim baan te geven.

Op dit moment vliegen de fondsenwervende campagnes van Goede Doelen het publiek om de oren. Dat is altijd zo geweest, maar door het wegvallen van het subsidievangnet komt het geforceerd over en is het teveel van hetzelfde. De huidige economische crisis werkt ook niet mee.

Dat is niet bepaald creatief inspelen op genoemde veranderingen. Het aangaan van nieuwe en zelfgekozen samenwerkingsverbanden ligt toch meer voor de hand. Samenwerkingsverbanden waarbij de partners hun eigen specifieke bruidsschat inbrengen en die door bundeling van deze schatten een veel groter bereik krijgen op de geversmarkt, wat toch een emotiemarkt is. En in de uitvoering van de specifieke doelstellingen beter kunnen scoren, dat is de kunst. Die bundeling van bruidsschatten werkt ook kostenbesparend. Wat de ene partner heeft, hoeft de andere partner niet te hebben. En vice versa.

Een andere creatieve invalshoek is om eens af te zien van de ingeslopen dwang tot omzetverhoging en in plaats daarvan dezelfde euro in te zetten op meerdere terreinen.

Dat kan op logische wijze en moet niet worden verward met inflatoire begrippen als efficiëntie en effectiviteit. Gewoon met minder meer doen, dat is logisch.

Een logische samenwerking heeft de toekomst, omdat zij niet gekunsteld is. Het wordt beter begrepen door het gewone publiek en bespaart belastingcenten.

Hoe zit het met de hersenhelften? En de Ajaxsoap? Met het huidige subsidiesysteem is het ministerie de grootaandeelhouder. Zij bepaalt, want zij betaalt. Gedreven door de ratio en ingewikkelde governance modellen. De emotie, het gevoel en de creativiteit, liggen van nature toch meer bij de hulporganisaties. Zo zien haar supporters en het publiek hen ook.

Cruyff zou zeggen: ‘Het ene is het ene en het andere is het andere. Dat is dus gescheiden. Dat moet je niet verwarren.’

Zou de verlosser een visionair zijn?

Ron van Huizen was in de jaren tachtig directeur van Greenpeace Nederland. Van 1994 tot en met februari 2011 was hij directeur van Terre des Hommes. Onder het pseudoniem Rob Zadel schreef hij diverse kinderboeken en een prentenboek.

Auteur
Ron van Huizen

Datum:
19 december 2011