Diederik van Dijk (SGP): ‘Geen condooms maar wees-trouw campagnes’

In het kader van de Knaak van Knapen interviewt Vice Versa woordvoerders ontwikkelingssamenwerking van de verschillende politieke partijen. Het woord is aan Diederik van Dijk van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). Zijn partij pleit onder andere voor een hoger onderwijsbudget en zorgvuldige terugtrekking uit exitlanden. Van Dijk: ‘Behaalde resultaten uit het verleden moet je nu niet laten verdampen.’

Speechschrijver en jurist Diederik van Dijk werkt als beleidsmedewerker voor de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). Met een aantal portefeuilles (Buitenlandse Zaken, Infrastructuur en Milieu, Europese zaken en Defensie) en bovendien 4,5 kilo post per dag is Van Dijk een druk man. Desondanks maakt de SGP’er graag tijd voor het onderwerp ontwikkelingssamenwerking: ‘Vanuit onze christelijke overtuiging is ontwikkelingssamenwerking belangrijk voor de partij, je hebt het dan toch bij uitstek over begrippen als naastenliefde en barmhartigheid.’ Van Dijk reserveerde speciaal een zaal in de Tweede Kamer, zodat Vice Versa ongestoord het interview kon afnemen.

Wat vindt u van de Miljoenennota?

‘Om te beginnen zijn de bezuinigingen die nu worden doorgevoerd niet onze keuze. De SGP had het liefst de 0,8% overeind zien blijven. Daarnaast zijn er de speerpunten van staatssecretaris Knapen die op zichzelf heel belangrijk zijn. Het doel is dat ontwikkelingslanden zichzelf kunnen redden. Dus inzetten op economische ontwikkeling en voedselzekerheid is dan zeker van belang. Maar daarbij mag de staatssecretaris het belang van onderwijs niet uit het oog verliezen. Onze boodschap, waar we ook meerdere moties over hebben ingediend, is dan ook substantieel te blijven investeren in beroepsonderwijs om zo bij te dragen aan de zelfredzaamheid van ontwikkelingslanden. De begroting viel in zoverre mee, dat onderwijs er beter uitkwam dan van te voren werd gedacht. Ik heb het idee dat Knapen heel serieus met dit onderwerp aan de slag is gegaan, maar dat zullen we natuurlijk nauwgezet volgen.’

Wat zijn, naast onderwijs, de belangrijkste thema’s voor de SGP op gebied van ontwikkelingssamenwerking?

‘Wij willen dat uitstapprogramma’s voor prostituees, juist in ontwikkelingslanden, een stevige impuls krijgen. Deze schrijnende situatie moet structureel worden aangepakt. Deze dames zitten daar echt niet vrijwillig, de SGP wil dan ook dat hen een serieus alternatief wordt aangeboden. Een ander belangrijk punt is dat wij bij Knapen willen beklemtonen dat hij oog moet blijven houden voor de potenties van maatschappelijke organisaties. Deze hebben meer toegang tot alle lagen van de samenleving in ontwikkelingslanden, dit ligt voor de overheid lastiger. Benut dus de expertise en het enthousiasme van dergelijke organisaties.’

‘Ten slotte zetten wij in op de exitstrategiën. De regering wil zich vrij snel terugtrekken uit een aantal partnerlanden zodat kan worden begonnen met nieuwe priorieiten. Wij vinden het heel belangrijk dat alle resultaten die we in het verleden hebben behaald, wat vaak heel veel moeite heeft gekost, niet verdampen door deze beleidswijziging. Ook hier ligt onze focus op onderwijs. Het kan niet zo zijn dat als we hier in Nederland een andere lijn kiezen er daar scholen worden gesloten. Deze zomer heeft de SGP een motie ingediend waarin de regering wordt gevraagd om bij de afbouw van hulpprogramma’s de continuïteit van deze programma’s te waarborgen. Die motie heeft het gehaald, dus daar zullen we heel alert op zijn.’

Als we kijken naar de speerpunten van Knapen, dan is SRGR (Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten) daar een van. Hoe staat de SGP daar tegenover?

‘Onze inzet op de uitstapprogramma’s voor prostituees sluit hierop aan, daarmee doe je namelijk echt iets goeds voor de vrouwen in ontwikkelingslanden. Ook moedersterfte is een belangrijk onderwerp. Met eenvoudige hulp kun je deze sterfte al flink naar beneden halen. Onderdelen gericht op hulp aan vrouwen en moeders steunen wij dan ook van harte.’

‘Minder blij zijn wij met allerlei programma’s als de verspreiding van condooms. Wij hebben altijd gepleit dat beter ingezet kan worden op wees-trouw campagnes. Er moet iets veranderen tussen de oren van de mensen daar, en dan met name bij de mannen. Wij vinden het bijzonder kortzichtig om alleen een grote bak condooms te dumpen en te denken dat alles dan vanzelf goed komt. De praktijk wijst uit dat het niet vanzelf goed komt. Maak gebruik van de religieuze structuur in dat soort landen. De invloed van religieuze leiders en de kerk is in veel Afrikaanse landen heel groot. Probeer via die weg te werken aan een gedragsverandering als het gaat om seksuele moraal.’

Wat vindt u van de nadruk op de private sector in het beleid van Knapen?

‘Nadruk op de private sector op zichzelf is in onze ogen goed aangezien daar natuurlijk veel kennis ligt. Het is mooi als deze kennis kan worden benut in ontwikkelingslanden, zeker als je streeft naar economische ontwikkeling. Belangrijk daarbij is wel dat het moet gaan om het belang van de ontwikkelingslanden. Het kan niet de bedoeling zijn dat we indirect ons eigen bedrijfsleven aan het subsidiëren zijn. Subsidie aan bedrijven kunnen de markt bovendien ernstig verstoren. Maar het mooiste is natuurlijk om tot een win-win situatie te komen. Dat ons bedrijfsleven wordt gestimuleerd en tegelijkertijd ontwikkelingslanden ervan profiteren.’

Wat zou u veranderen binnen de begroting?

‘Op noodhulp wordt nu ruim eenderde gekort. Cynisch gezegd is het daarom te hopen dat er in 2012 niet al te veel aardbevingen en overstromingen plaatsvinden. Wij zouden deze beslissing niet hebben genomen. Juist de PVV is een voorstander van noodhulp, dus dat mogen ze wel eens uitleggen.’

‘Om genoeg aandacht, en geld, te besteden aan de exitstrategieën pleiten wij voor het faseren van de nieuwe prioriteiten. Dus later beginnen aan de speerpunten en hulpprogramma’s langzamer afbouwen in partnerlanden. Op deze manier kun je alsnog geld besteden aan onderwijsprogramma’s.’

Hoe denkt u dat andere partijen hier tegenover staan?

‘De hele kamer moet kunnen begrijpen dat je behaalde resultaten uit het verleden niet moet laten verdampen. Ik vertrouw dan ook op het gezonde verstand van meerdere partijen en denk zeker dat het CDA gevoelig is voor dit verhaal.’

U gaf al aan dat de expertise van maatschappelijke organisaties benut moet worden. Wat vindt u dan van het standpunt van de staatssecretaris dat deze organisaties minder afhankelijk moeten zijn van overheidssteun?

‘Deze organisaties zijn diep geworteld in de maatschappij, dat is ook hun kracht. Zij moeten hun achterban dan ook voortdurend blijven betrekken bij hun beleid en ook worden uitgedaagd om daar hun geld vandaan te halen. Als zij volledig van subsidies afhankelijk zijn loop je het risico dat zij slechts uitvoerende organen van de overheid worden. Vijftig procent subsidie en de rest van de inkomsten uit de achterban halen lijkt mij een mooi uitgangspunt.’

Ten slotte, wat verwacht u van het wetgevingsoverleg op 21 november?

‘Wij gaan, zoals gezegd, inzetten op onderwijs, uitstapprogramma’s voor prostituees, het belang van maatschappelijke organisaties, terugdringen van moedersterfte en de exitstrategieën. Als Knapen op deze thema’s heldere toezeggingen doet, verlaten wij met een tevreden gevoel het overleg. Daarnaast wil ik benadrukken dat er niet nog meer bezuinigd mag worden op ontwikkelingssamenwerking.’

‘Steun verwachten wij bij de linksere fracties en de Christen Unie. Wij hopen ook dat het CDA op een aantal punten meegaat. Zeker mevrouw Ferrier (CDA) heeft hier een naam hoog te houden. Dus zullen wij haar er wel op aanspreken de CDA beginselen op dit terrein eer aan te doen. Daar heb ik ook alle vertrouwen in.’

Auteur
Nite Schellens

Datum:
16 november 2011
Categorieën: