
Verschillende generaties wereldverbeteraars aan tafel
‘Ik heb moeite om in generaties te denken’, zegt oud-kraker en andersglobalist Kees Stad nadat presentatrice Marcia Luyten vraagt waar de “2.0 generatie” over moet rellen tijdens de eerste aflevering van Oude meesters, jonge honden. Op deze avond in Pakhuis de Zwijger ontmoeten jonge wereldverbeteraars de meesters van vroeger rondom het thema mondiale solidariteit.
Het contrast is groot op de avond. Aan tafel met bijna vijftiger Kees Stad zitten dertigers Anna Chojnacka van de 1%Club en Be More oprichter Michel Groenenstijn als “jonge honden”. De “oude meesters” zijn medeoprichter van de Wereldwinkels en publicist Hans Beerends (80) en politiek activist Sietse Bosgra (76).
Het concept voor “Oude meesters, jonge honden” komt van Vice Versa en lokaalmondiaal. Hoofdredacteur Marc Broere van Vice Versa: ‘Met Vice Versa pretenderen we niet alleen dat we “weten wat er speelt” in de ontwikkelingssamenwerking, maar willen we ook bijdragen aan het lerend vermogen van de sector. We vragen de oude meesters hun levens over te dragen aan de jonge talenten, maar ook om te luisteren naar wat de jonge generatie hen te zeggen heeft.’
Verschillen
Het thema van deze eerste avond is mondiale solidariteit, maar het thema komt niet zo duidelijk naar voren. Veel van de tijd wordt besteed aan het praten over vroeger en hoe de gasten hun doelen bereiken. De verschillen zijn in de gesprekken goed waarneembaar tussen de verschillende generaties. Hans Beerends en Sietse Bosgra spreken met veel idealisme over vroeger, over hun grootste succes en hoe dat in die tijd allemaal in zijn werk ging. Anna Chojnacka zet de filosofie van de 1% Club helder uiteen en noemt actuele voorbeelden.
De vraag naar de grootste succes van de deelnemers geeft de veranderende tijden aan. Bosgra haalt de boycotactie tegen koffie uit Angola aan. Anna Chojnacka vertelt over de 5,5 miljoen euro die werd opgehaald door Kenianen zelf voor de Honger in Afrika in hun land via crowdfunding.
Politiek
Nadat iedereen zich heeft voorgesteld gaat het gezelschap nog ongeveer twintig minuten met elkaar in gesprek. ‘Als je Anna en Michel hoort, vind je ze dan politiek naïef?’, vraag Luyten aan Kees Stad. Kees Stad: ‘Het gaat te weinig over politieke ideeën, maar misschien houden ze dat bewust buiten beeld bij hun initiatieven.’ Anna: ’Ik ben zelf heel politiek. Maar de 1% club is apolitiek, omdat we de mensen willen aanspreken voor bijvoorbeeld het helpen van het ontwerpen van een mooie tas voor een project.’ Stad: ‘Maar de balans moet gevonden worden, toch een zekere strategie? Ik geloof weinig in een schiet maar in de rondte benadering. De derde wereld wordt zo een speeltuin, je hebt een strategie nodig.’
Groenenstijn: ‘Wij zien politiek niet meer als een speelveld om verandering teweeg te brengen. Je kunt beter laten zien wat werkt.’ Beerends: ‘De acties van de jongste generatie, ik vind het eigenlijk prima binnen een bepaald kader. De campagnes van 1%, Be More, zetten economisch niet zoveel zoden aan de dijk. Maar mensen raken wel betrokken wat voor een groter draagvlak kan zorgen. En als dat de politieke partijen bereikt, dan kan dat dankzij dat draagvlak leiden tot andere regels die leiden tot meer rechtvaardigheid.’
Stoppen met kapot maken
‘Als u 31 zou zijn, wat voor activist zou u dan zijn?’, vraagt Luyten aan Bosgra. ‘Je weet natuurlijk nooit hoe je bent als je jongere bent.’ De politiek activist vervolgt: ‘Mijn punt blijft, ik ben tegen oorlog, onderdrukking, het westerse beleid om islamieten aan te pakken. Mijn lijn gaat niet in de eerste plaats om het ontwikkelen van mensen, eerst moeten we stoppen met het kapot maken van dingen zoals in oorlogen gebeurt.’
Aan het einde van de avond overheerst er een gemengd gevoel. De gesprekken zijn erg boeiend, maar er zit overduidelijk meer in de ontmoeting van de oude meesters en jonge honden. Het levert een combinatie op van ervaring en creativiteit. Maar veel tijd voor die echte ontmoeting ontbreekt.