Maatschappelijke winstmaximalisatie bij NGO’s is een must!

 

Directies van ontwikkelingsorganisaties moeten veel strenger optreden tegen personeel dat niet optimaal functioneert. Juist bij een NGO is een dagje ‘lummelen op het werk’ onacceptabel. Dat schrijft Frank van der Linde in zijn eerste bijdrage op deze site. Vanaf vandaag laat de voormalige directeur van Fairfood als nieuwe columnist  zijn licht schijnen over de ‘softheid van de sector.’

Een dagje lummelen op je werk. Moet kunnen! Daardoor verdienen de aandeelhouders of de eigenaar van een bedrijf een beetje minder geld. Maar goed, zo belangrijk is geld nou ook weer niet. Althans, ik ben nog nooit iemand tegen gekomen die hardop durft te zeggen dat geld verdienen belangrijker is dan honger of armoede bestrijden. Zodra je met een organisatie een maatschappelijk doel nastreeft, heeft ‘lummelen’ een hele ander dimensie. De maatschappelijke winst wordt dan minder gemaximaliseerd. Hoe klein of groot ook: het is onacceptabel.

Als directeur van een NGO met een maatschappelijk doel, ben je mijns inziens verplicht om meer dan in het bedrijfsleven te streven naar maximale winst. Uiteraard heb ik het hier over maatschappelijke winst gekoppeld aan het maatschappelijke ultieme doel van de NGO. De grotere inzet en focus op (maatschappelijke) winstmaximalisatie is verplicht omdat de doelen van NGO’s veel belangrijker zijn dan ‘winst maken’ bij bedrijven.

Verstrekkende gevolgen

Dit uitgangspunt heeft verstrekkende gevolgen. Een voorbeeld. Een medewerker die niet functioneert. Wel of niet ontslaan? Natuurlijk, eerst is er een lang proces om de medewerker ‘erbij te trekken’. Maar ik zet het bewust op scherp. Uiteindelijk wel of niet ontslaan? Binnen een bedrijf? Ik zou er geen enkele moeite mee hebben om de gewaardeerde medewerker nog jaren op de loonlijst te laten staan, zeker als mijn bedrijf toch voldoende winst behaalt. Het wordt natuurlijk anders als ‘mijn bedrijf’ weggeduwd wordt door de concurrentie. Dan moet ik wel.

Binnen een NGO is het niet te verdedigen om de medewerker op de loonlijst te laten staan. Door namelijk een geschiktere medewerker aan te nemen, kan effectiever honger en armoede worden bestreden of welk maatschappelijk doel dan ook worden bereikt. Dit veel belangrijkere maatschappelijke doel (dan geld ooit kan zijn), verplicht directies van NGO’s direct en stevig op te treden.

Niet geprikkeld

Waarom is (maatschappelijke) winstmaximalisatie geen gemeengoed in onze sector? Ten eerste is het niet goed zichtbaar als een NGO minder goed functioneert (door de complexe doelen en interventiestrategieën).Ten tweede heeft dit niet direct invloed op de inkomsten van de NGO, waardoor er geen prikkels komen vanuit teruglopende inkomsten (uiteindelijk natuurlijk wel, maar dan moet je het wel heel bont maken).

Daarnaast is er bij NGO’s geen goed functionerende markt omdat de maatschappelijke resultaten van NGO’s niet onderling vergelijkbaar zijn. Elke NGO stelt andere type doelen. Dat is logisch, maar daardoor is er geen vergelijkingseenheid. En daardoor wordt een slecht presterende NGO (die dus minder goed z’n maatschappelijke doelen verwezenlijkt) niet geprikkeld door de beter presterende concurrent.

Hierdoor ontbreekt een belangrijke onderlinge prikkel. Soms worden meerdere NGO’s tegelijk geëvalueerd, maar meestal kan er niet bepaald worden dat NGO x substantieel beter heeft gepresteerd dan NGO y en al bijna nooit moet er geld worden terugbetaald na een slechte evaluatie (omdat er vaak moeilijk harde conclusies kunnen worden getrokken door de complexe doelen en interventiestrategieën).

Op het scherpst van de snede

Binnen het bedrijfsleven is het simpel. Bedrijven prijzen zichzelf ‘vanzelf’ uit de markt. Hierdoor wordt op het scherpst van de snede gevochten waardoor de winst wordt gemaximaliseerd. Indien onze sector een soort vergelijkingseenheid zou kunnen ontwikkelen en maatschappelijke resultaten zouden daarin vertaald kunnen worden, dan wordt de maatschappelijke winst van NGO’s onderling vergelijkbaar en dan zou dit als stimulans kunnen dienen voor maatschappelijke winstmaximalisatie. Financiers zouden vervolgens NGO’s met een hoge maatschappelijke winst (uitgedrukt in de nieuwe eenheid) kunnen belonen met grote subsidies.

De veel belangrijkere doelen van NGO’s en het gebrek aan stevige prikkels uit de ‘maatschappelijk markt’, legt een enorme druk en verantwoordelijkheid bij de directies van maatschappelijke organisaties om maximaal maatschappelijke winst na te streven. Lummelen en al het andere dat de maatschappelijke winst aantast, moet daarom door de directie krachtig worden aangepakt. Winstmaximalisatie is voor een CEO bij het bedrijfsleven een must (op straffe van ontslag, door gebrek aan voldoende winst ten aanzien van de concurrentie), bij NGO’s is het niet nastreven van maximale ‘maatschappelijke winst’ moreel niet te accepteren. Zeker nu de inkomsten teruglopen en de problemen in de wereld zeker niet kleiner zijn geworden. We moeten veel meer doen met minder geld.

Morele plicht

Voordat ik de hele sector over me heen krijg: nee, het klopt dat NGO’s per definitie niet zo efficiënt en effectief kunnen zijn als bedrijven. Dat komt omdat onze ‘producten’ vaak nou eenmaal veel complexer zijn.  Veel ‘overstappers’ van bedrijfsleven naar NGO’s maken de fout te denken dat NGO’s net zo makkelijk of gemakkelijker te besturen zijn als bedrijven. Maar door de complexere ‘producten’ is het besturen van een NGO juist moeilijker. Uiteindelijk gaat het er niet om of NGO’s net zo efficiënt en effectief kunnen zijn als bedrijven (als dat al te vergelijken zou zijn). Het gaat erom dat directies een morele plicht hebben om te streven naar (maatschappelijke) winstmaximalisatie!

En een dagje lummelen is natuurlijk uitstekend als je even op adem moet komen. De boog kan niet altijd gespannen staan. Geen enkel mens is in staat om altijd keihard te werken. Dat is niet gezond en komt de uiteindelijke efficiëntie en effectiviteit niet ten goede. Te veel werken, niet tijdig een stapje terug doen etc, tast de efficiëntie en effectiviteit van je werk aan en is dus op lange termijn niet erg efficiënt en effectief. NGO’s moeten uiteraard winstmaximalisatie op lange termijn nastreven. Winstmaximalisatie heeft een negatieve connotatie gekregen doordat het bedrijfsleven naar winstmaximalisatie op korte termijn is gaan streven. Maar winstmaximalisatie as such is een goede eigenschap die binnen het bedrijfsleven door directe concurrentie wordt geprikkeld.

Slap handelen

Maar los van bovenstaande nuancering (en er zijn er nog veel meer te noemen), moeten we af van ‘ons best doen’ en slap handelen. Onze sector wordt niet voor niets de softe sector genoemd. Jarenlang kwamen we daar goed mee weg. Tenslotte deden we zaken met die andere softe sector; de overheid. Maar met het huidige kabinet die meer dan ooit door het bedrijfsleven wordt beïnvloed, is de overheid minder en minder soft. Daardoor komt pijnlijk naar voren waar de gebreken zitten binnen onze sector. De directies van NGO’s zullen het voortouw moeten nemen voor een andere vibe in de sector die gericht is op resultaat, resultaat en nog eens resultaat. Kortom: maatschappelijke winstmaximalisatie is een must voor elke NGO!

 

Frank van der Linde (1968) was Executive Director van Fairfood International tot 31 juli dit jaar. Onder zijn leiding groeide Fairfood uit tot een internationale organisatie met 7 kantoren op 5 continenten. Tevens laat hij Fairfood achter met een goede financiële basis. Zo wist hij dit jaar nog een extra subsidie los te peuteren van 1 miljoen euro bij de Nationale Postcode Loterij. Voorheen werkte Frank bij Amnesty International en Fairtrade Original. Hij komt uit het bedrijfsleven waar hij jarenlang als management consultant werkzaam was. Frank oriënteert zich momenteel op zijn vervolg stap.

Auteur
Frank van der Linde

Datum:
10 oktober 2011