
Vrijdagmiddagborrel Oude Meesters, Jonge Honden
Iedere vrijdagmiddag bespreekt hoofdredacteur Marc Broere actuele ontwikkelingen in de sector. Met vandaag een vooruitblik op de eerste avond van de serie Oude Meesters, Jonge Honden die volgende week woensdag van start gaat en waarin oude en jonge ontwikkelingswerkers met elkaar in gesprek gaan.
Komende woensdagavond is het zover: de eerste aflevering van Oude Meesters, Jonge Honden. Een programma van lokaalmondiaal en Vice Versa waarin we oude meesters uit de ontwikkelingssector in gesprek laten gaan met jonge talenten. We denken dat dit past in de doelstellingen van Vice Versa. Met Vice Versa pretenderen we niet alleen dat we ‘weten wat er speelt’ in de ontwikkelingssamenwerking, maar willen we ook bijdragen aan het lerend vermogen van de sector. We vragen de oude meesters hun levenslessen over te dragen aan de jonge talenten, maar ook om te luisteren naar wat de jonge generatie hén te zeggen heeft.
De eerste aflevering van komende woensdag gaat over mondiale solidariteit. Daarna volgen er nog avonden over onder andere Noodhulp (op de Afrika Dag van de Evert Vermeer Stichting), het echte veldwerk in ontwikkelingslanden, en ook wetenschappelijk onderzoek op het terrein van ontwikkelingssamenwerking.
Voorlieden
De oude meesters van komende woensdag zijn Sietse Bosgra en Hans Beerends. Sietse was een van de voorlieden in de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika. Hij is al zijn hele leven aan het strijden tegen onrecht. Dat begon al in de schoolbanken toen hij weigerde het Nederlandse volkslied mee te zingen uit protest tegen de politionele acties van ons land in Indonesië. Later werd hij actief rond de Frans-Algerijnse oorlog en werd hij de voorman van de solidariteitsbeweging met het onderdrukte volk van Angola. Maar vooral bekend werd hij als aanvoerder van het Komitee Zuidelijk Afrika dat in de jaren zeventig en tachtig spraakmakende acties voerde tegen de apartheid in Zuid-Afrika.
Ook nu hij tegen de tachtig loopt is Sietse nooit op zijn lauweren gaan rusten. De strijd voor een betere wereld kent geen pensioengerechtigde leeftijd, zo lijkt het. Op dit moment is Sietse actief voor de Palestijnse Zaak en de afgelopen weken zag ik overal opiniestukken van hem opduiken waarin hij de pro-Israël houding van het Nederlandse kabinet bekritiseerde.
Ik kan me de acties van het Komitee Zuidelijk Afrika en de Anti-Apartheidsbeweging Nederland nog goed herinneren. In de laatste uitgave van Vice Versa zegt Hans Beerends er dit over: ‘Het mooie aan de jaren zeventig en tachtig vond ik dat de publieke opinie in Nederland het stapje voor stapje meer met ons eens werd. In steeds bredere kringen werd er schande gesproken over wat er gebeurde in bijvoorbeeld Chili en Zuid-Afrika. Dat was voor die tijd helemaal niet vanzelfsprekend. Tot in brede politieke kringen heette apartheid nog gescheiden ontwikkeling. Er bestond zeker in Nederland een grote verdediging van de apartheid die langzaamaan ondermijnd werd door de anti-apartheidsorganisaties. Wat begon als een beweging waar in eerste instantie alleen kleine linkse politieke partijen het mee eens waren, drong stapje voor stapje door naar gematigd links en uiteindelijk ook naar gematigd rechts. De traditionele vanzelfsprekendheden waren niet meer te handhaven.’
Heilige vuur
En dan Hans Beerends zelf, die zondag 80 jaar wordt. Afgelopen woensdag was ik samen met hem op bezoek bij Simon Jelsma, de inmiddels 93-jarige oprichter van de Pleingroep in 1954 (de eerste solidariteitsbeweging in Nederland met ontwikkelingslanden), de oprichter van de Novib in 1956 en een van de bedenkers en oprichters van de Postcodeloterij in 1989. Het is prachtig om bij beide mannen nog altijd dat heilige vuur in hun ogen te zien en die passie om met een betere wereld bezig te zijn. ‘Simon ga jij het nog meemaken, een rechtvaardige wereld’, vroegen we. ‘Ja die ga ik meeMAKEN, net als jullie’, antwoordde hij.
Hans Beerends is een flamboyante man die eind jaren zestig een van de oprichters van de wereldwinkels was. Hij schreef een reeks boeken over de geschiedenis van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking en vooral van de Derde Wereldbeweging, waarvan hij zelf een van de voorlieden was. Hans was zeventien jaar lang chef van de stadskwekerijen in Amsterdam tot hij in de jaren zestig betrokken raakte bij mondiale solidariteit. Aan de ene kant gebeurde dat door de Amerikaanse bombardementen op Vietnam, aan de andere kant door de actie ‘Eten voor India’ van de Novib in 1966. Dit was de eerste televisieactie in Nederland om geld op te halen voor een hongersnood.
‘Natuurlijk gaf ik geld, maar ik was tegelijkertijd zeer verbaasd’, zegt Hans in de laatste uitgave van Vice Versa. ‘Als jongen had ik de Hongerwinter meegemaakt. Op 5 mei 1945 was de bevrijding geweest en op 6 mei hadden we allemaal weer te eten. Voor mijn idee was er honger als een land bezet werd door een vijandelijke macht. In India was echter geen oorlog en ook geen vijandelijke macht. Hoe kan dat nu, vroeg ik me af? Ik ging er over lezen en zo kwam ik er gaandeweg achter dat de internationale handelsstructuren negatief uitpakten voor ontwikkelingslanden.’
Passie en gedrevenheid
In datzelfde nummer vertelt Hans ook mooi dat beide generaties van elkaar kunnen leren. ‘Wat de jonge idealisten denk ik van mijn generatie kan leren is de passie en gedrevenheid waarvoor we ons hebben ingezet. We werden geraakt door onrecht en wilden daar volop tegenaan gaan. Het raakte ons zo dat we het niet meer los konden laten. Die gedrevenheid mis ik soms wel een beetje bij de nieuwe generatie idealisten. Zij zijn tegelijkertijd toch ook heel nadrukkelijk met hun eigen carrière bezig en ook niet vies van materialisme. Wat mijn generatie van de jonge idealisten kan leren is een wat nuchtere en pragmatische analyse van de werkelijkheid. Een benadering van het probleem en het zoeken naar oplossingen zonder de wijze waarop door mijn generatie actievoerders onze tegenstanders op een emotioneel en moralistische wijze werden beticht. De nieuwe generatie is zakelijk, redelijk en verstandig. Wij zagen tegenstanders al gauw als schoften en stonden direct klaar om de schuldigen aan te wijzen. Je kunt ook kwaad zijn over een situatie zonder meteen een dader aan te wijzen. Maar ook hier geldt dat het een niet zonder het ander kan. De koevoet is eerst nodig, voordat de schaaf gehanteerd kan worden.’
Mensen verbinden
De twee oude meesters gaan woensdagavond in gesprek met andersglobalist Kees Stad (een tussengeneratie) en met jonge talenten Anna Chojnacka (32) en Michel Groenenstijn (31). Anna richtte in 2007 samen met Bart Lacroix de 1ProcentClub op. Een online marktplaats voor kleine projecten. vanuit de filosofie dat iedereen wel 1 procent van zijn geld of tijd kan besteden. ‘Het is mijn missie om mensen die het goede willen doen zo veel mogelijk met elkaar te verbinden en in staat te stellen met elkaar te communiceren’, vertelde ze vorig jaar in Vice Versa. Anna werd onlangs in het grote onderzoek van Vice Versa en IS naar de meeste invloedrijke mensen in de ontwikkelingssector uitgeroepen tot meest talentvolle jongere binnen de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking.
Michel Groenenstijn eindigde op de derde plaats in dat jongerenklassement. Hij is oprichter van Be-More en Worldmapping, sociale ondernemingen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Michel heeft ook een eigen column op de Vice Versa site waarin hij telkens met een prikkelende mening komt. Zo vindt hij de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking juist een goede zaak voor organisaties omdat het ze dwingt om effectiever te opereren en zich anders te organiseren.
Tipje van de sluier
Ik ben benieuwd hoe het gesprek woensdag, onder leiding van publiciste Marcia Luyten, zal gaan. Ik denk dat het een hele inspirerende avond wordt met mooie verhalen, wijze lessen en vooral ook leren van elkaar. In de laatste Vice Versa lichtte Michel alvast een tipje van de sluier op toen hij reageerde op het interview met Hans Beerends.
‘Mooi om te lezen hoe Hans Beerends zich nog bijna het moment kan herinneren dat hij zich actief in ging zetten voor “de mondiale beweging”. De bombardementen in Vietnam, een actie van Novib, en door zelf te lezen ontdekken dat er elders in de wereld armoede is en dat je daar zelf iets aan kan doen. Voor mijn gevoel is “onze generatie” er veel meer mee opgegroeid. Afrika is arm, daar wonen kinderen die honger hebben en als wij iets geven wordt daar wat aan gedaan. Met die simpele gedachte word je als kind nu groot gebracht. Het verhaal van Hans Beerends laat zien dat dat niet zo vanzelfsprekend is als het lijkt, en dat voor die bewustwording hard gewerkt is door de generaties voor ons.’
‘We zijn daarnaast ook heel anders actief. De oudere generatie was actief bezig met armoede-/onrechtbestrijding: je kiest een vorm of plek en gaat je inzetten om iets te doen. Je werkt, je hebt een gezin, én je zet je in voor armoede. Nu is naar mijn gevoel het “goed doen” veel meer verweven in je leven. Je gaat werken, maar zoekt wel naar een bedrijf dat actief iets doet aan sociaal-maatschappelijke impact – of vraagt je baas dat te doen. Je doet vrijwilligerswerk, om iets te doen, maar ook om je carrière een stuk vooruit te helpen. Je koopt steeds vanzelfsprekender biologische of fair trade producten. Dankzij de generaties voor ons zijn we ons meer dan ooit bewust van oneerlijke globale verhoudingen. Nu is het aan deze generatie om daar actief iets aan te doen vanzelfsprekend te maken voor de generatie na ons.’
Woensdag 12 oktober 19.30-21.30 Pakhuis de Zwijger, Piet Heinkade 179 Amsterdam. Meld je aan op www.dezwijger.nl en zie voor meer informatie over de tour www.lokaalmondiaal.net