El Fassed: ‘Ontwikkelingsbeleid Knapen gebaseerd op angst’

In het kader van ‘De Knaak van Knapen’ spreekt Vice Versa met de woordvoerders ontwikkelingssamenwerking van de verschillende politieke partijen. Deze week GroenLinks-Kamerlid Arjan El Fassed aan het woord: ‘Het ontwikkelingsbeleid is oude wijn in nieuwe vaten.’

De papieren stapelen zich letterlijk op in het kantoor van GroenLinks-Kamerlid Arjan El Fassed. Niet verwonderlijk, want naast ontwikkelingssamenwerking houdt de politicus zich ook actief bezig met de portefeuilles Europese Zaken, Defensie en Digitale Agenda. En soms weet een landbouwonderwerp zijn agenda binnen te sluipen. ‘Het is zowel het nadeel als het voordeel van kleine fractie’, aldus El Fassed.

‘Coherentie’ is momenteel zijn meest geliefde onderwerp. Er wordt te veel over potjes gepraat en te weinig naar het brede plaatje gekeken. Daarom streeft El Fassed ernaar om het Nederlandse overheidsbeleid zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. De bruggenbouwer koppelt open data aan landbouwsubsidies, de kwekerspatenten verbindt hij met milieuvraagstukken en clustermunitie wordt opgebracht tijdens een financieel Kameroverleg. ‘Je moet echt overleggen met je collega’s’ , aldus El Fassed, ‘anders blijft iedereen binnen de grenzen van zijn eigen portefeuille denken en kan Knapen (staatssecretaris Ontwikkelingssamenwerking) wachten tot hij een ons weegt.’

Om te beginnen, wat is uw reactie op de Miljoenennota?

‘Het verbaast me niet erg. We hebben de kabinetsplannen veelvuldig besproken in onder andere het debat over de Focusbrief. De grote lijnen waren wel bekend en we worden er niet blij van. Zo is vorig jaar bijvoorbeeld extra geld met een Kamermeerderheid gereserveerd voor Gender. Het blijkt dat Knapen dit in de Miljoenennota gewoon terugdraait en maar ten dele heeft uitgevoerd. Hiermee legt hij de uitdrukkelijke wens van de Kamer naast zich neer. Dat is kwalijk.’

‘In onze tegenbegroting draait GroenLinks de bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking helemaal terug. Het kan dus anders. Het gaat GroenLinks om de lange termijn investering. Bijvoorbeeld door te investeren in Disaster Risk Reduction (DRR). Als je weet dat klimaatverandering speelt, zorg dan dat landen zich goed kunnen voorbereiden en aanpassen. Zorg dat je genoeg klimaatgelden hebt om landen te stimuleren dat te doen. Dat is een lange termijn ontwikkeling.’

Als u naar de Miljoenennota kijkt, geeft het kabinet dan nog wel om klimaat?

‘Nee. En ook niet binnen het ontwikkelingsbeleid. In de Hoorn van Afrika zie je in de jaren tachtig om de zeven jaar een extreme droogte, in de jaren negentig om de drie jaar en nu om het jaar. Je kan dan niet zeggen dat er geen klimaatverandering is of dat het geen rol speelt bij de honger in de Hoorn van Afrika.’

‘Afgelopen zomer nog kwam de relatie klimaatverandering en veiligheid in een debat van de VN-Veiligheidsraad ter sprake. Mensen gaan opzoek naar voedsel en er ontstaan meer vluchtelingenstromen. Het kost uiteindelijk alleen maar geld, want het leven van een kind redden  vraagt veel meer dan het normaal voeden van een kind. Er zijn partijen die roepen dat ze alleen voor noodhulp zijn. Dat is een farce. Natuurlijk ben ik ook voor noodhulp waar dat nodig is, maar uiteindelijk is het hartstikke duur en ineffectief. Brandpreventie is ten slotte goedkoper dan een afgefikt gebouw weer opbouwen.’

Naar aanleiding van de Focusbrief noemde u het centraal stellen van het eigen belang een gevaar. Is de Miljoenennota hier een bevestiging van?

‘Het eigen belang stoort mij een beetje. Het doel is daar en niet hier. Het is heel kortzichtig om te denken dat als we ontwikkelingssamenwerking beargumenteren in ons eigen belang, het dan wel goed komt met het draagvlak. Ik ben niet vies van het bedrijfsleven. Ik ben juist erg voor economische ontwikkeling. Maar bedrijven zitten nu  in ontwikkelingslanden voor de snelle winst en niet om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het land. We gaan terug naar gebonden hulp, terwijl de gevolgen van de jaren tachtig zijn bekend. Het beleid is oude wijn in nieuwe vaten.’

Op welke wijze moet het bedrijfsleven economische ontwikkeling wel stimuleren?

‘Het stimuleren van economische ontwikkeling van onderop biedt echt kansen. Ik heb gepleit voor een fonds voor midden- en kleinbedrijf (MKB). Nu richten de megaprojecten van de Wereldbank en ORIO (ontwikkelingsrelevante infrastructuurontwikkeling red.)  zich op de grote bedrijven, terwijl veel ontwikkelingsorganisaties zich juist concentreren op microkrediet. Er ontstaat er groot gapend gat, en dat is MKB.’

‘Wat in ontwikkelingslanden nodig is, is kennis en expertise van MKB en niet bedrijven die de boel daar overnemen. Voor ontwikkelingslanden geldt dat, net als in Nederland, de motor van de economie niet de Shells en Unilevers zijn, maar het MKB. De Nederlandse bedrijven die gebruik maken van ORIO zijn bekend en doen dit al jaren. Het zijn juist deze bedrijven die het niet nodig hebben.  Gebruik het geld voor de stimulering van het MKB daar. ‘

‘Ik hoor van VNO-NCW dat ze er last van hebben dat het MKB niet de gekozen bedrijven zijn binnen het huidige beleid. Als de Wereldbank een project begint, is het aan het ontwikkelingsland zelf om een tender uit te zetten. Die landen kiezen dan voor de goedkoopste optie en dat zijn de Nederlandse bedrijven vaak niet. Als een Afrikaanse politicus binnen een paar maanden een weg wil aanleggen, dan kiest hij voor een Chinees bedrijf in de buurt. Want als hij met een Nederlands bedrijf in zee gaat, is hij zo vijf jaar verder.’

Hoe realistisch is het huidige ontwikkelingsbeleid?

‘Om te beginnen denk ik dat er bij de overgang van het oude naar het nieuwe beleid nog veel mis kan gaan. Dat kan tot kapitaalvernietiging leiden. Het overgeven van lopende onderwijsprogramma’s naar andere landen is bijvoorbeeld nog steeds slecht. Kathleen Ferrier (CDA red.) heeft gezegd dat zij de staatssecretaris zou aanspreken over de donorcoördinatie. We moeten het nog maar zien.’

‘Verder vind ik het heel goed dat Knapen naar minder landen en minder thema’s wil. Maar als je kiest voor het onderwerp water, zorg dan dat de voorwaarden in die waterprojecten aandacht krijgen. Met name binnen de grote multilaterale investeringsprogramma’s waarin Nederland investeert, zie je vaak dat mensenrechten en milieu- en klimaatproblematiek onvoldoende meewegen. Juist als grote donor kan Nederland een bijdrage leveren en voorwaarden opleggen.’

‘Tot slot denk ik dat we ons meer op Europa als een grote invloedrijke donor moeten richten. Ik heb Knapen gevraagd of hij met een lange termijn visie wil komen over hoe we ontwikkelingssamenwerking meer Europees kunnen maken en hoe we het beleid op dit niveau effectiever kunnen maken. Je kunt uiteindelijk dan naar minder ontwikkelingsgeld toe.‘

Waarom vindt u dat laatste gewenst?

‘Iedereen haat het als je roept dat er meer moet geïnvesteerd worden in Europa. Maar hoe meer je investeert in de EU, hoe minder je zelf moet doen. Als we bijvoorbeeld naar één Europese diplomatieke dienst gaan, dan hoef je geen 27 ambassades in een land te hebben. Wij kunnen ons best laten vertegenwoordigen door de Belgen of de Fransen.’

‘Bovendien ontkomen we er niet aan als je kijkt naar ontwikkelingen in bijvoorbeeld China en Brazilië. We kunnen teruggaan naar achter de dijken, maar dan worden we internationaal gezien gewoon weggespeeld. Ik zie daarom graag een sterk Europa op internationaal niveau die mondiale problemen aanpakt en een stevige eensgezinde stem heeft. Je hebt dan als grootste donor echt veel meer te zeggen dan als Nederland afzonderlijk. ’

Is het huidige ontwikkelingsbeleid effectief?

‘Nee, het is geen effectief beleid. Het is gebaseerd op angst. Angst voor de gedoogpartner en voor het gemor en chagrijn in de samenleving. Ik zou daarom graag een staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking zien die visie uitstraalt en een eerlijk verhaal durft te vertellen tegenover onder andere VNO-NCW en de ministers van Financiën en EL&I. Als Knapen dit deed, zou hij veel meer steun in de Kamer krijgen.’

‘Knapen is naar de Hoorn van Afrika geweest. Volgens mij grijpt het hem aan en zou hij van alles willen doen. Maar hij kan het niet. Knapen wordt niet gesteund door zijn partij, want die liggen met elkaar in de clinch. Naast ontwikkelingssamenwerking moet hij, ten tijde van Europese crisis, ook nog  de portefeuille Europese Zaken zien te regelen. En dan heb je ook nog te maken met een VVD-minister van Buitenlandse Zaken die vooral bezig is met de NAVO en de Hoorn van Afrika absoluut niet als een prioriteit ziet. Kortom, je ziet een staatssecretaris met zijn handen gebonden op zijn rug. Dat vind ik echt gênant om te zien.’

Hoe gaat u zich de komende tijd in de Kamer opstellen?

‘De motie met VVD-Kamerlid Dijkhoff over het publiekelijk maken van OS-gegevens was één manier. Maar transparantie over waar ontwikkelingsgeld heen gaat en hoe effectief dit wordt besteed, is één kant van de medaille.  De andere kant is openheid en inzicht over gelden die wegvloeien uit ontwikkelingslanden of die daar worden misgelopen wegens Nederlandse belasting-, handels-, landbouw of klimaatbeleid. Mijn motie ‘public bads’ die dit jaar is aangenomen moet daarvoor zorgen. Ik hoor dat het veel ambassades aan het denken heeft gezet. Dat is al een vooruitgang, maar nog lang niet voldoende.’

‘Verder ga ik ga in ieder geval inzetten op coherentiethema’s, meer openheid en een concreter beleid. Ik zit echt niet te wachten op een brief van Knapen met daarin de boodschap dat een bepaald onderwerp ingewikkeld in elkaar zit. Ik wil juist weten wat hij er nou echt aan gaat doen. Dus als de staatssecretaris terugkomt uit Brussel, wil ik meer zichtbaarheid. Ik wil gewoon horen welke landen wel en niet met een bepaald onderwerp instemmen. Wees er eerlijk over.’

Kunt u op deze punten samenwerken met andere politieke partijen?

‘Je hebt één van de twee regerende partijen nodig om een meerderheid te halen, want de rest van de oppositie gaat er wel in mee. De VVD vindt net als GroenLinks het MKB-fonds belangrijk. En ook open data. De boze VVD-belastingbetaler wil weten wat er met zijn geld gebeurt en de door ons gesteunde boze Afrikaan wil weten waar zijn regering zijn geld in godsnaam aan uitgeeft. Verder doen we met het CDA wat met coherentie. Zolang het hen maar geen geld kost.’

Ziet u nog wat in de gedoogpartner?

‘De gedoogpartner speelt wat betreft ontwikkelingssamenwerking niet echt mee, maar net als wij kaarten ze corruptie aan.’

Nog een tip aan Knapen?

‘Gebruik de middelen die je tot je beschikking hebt. Knapen is nota bene staatssecretaris Europese Zaken. Zorg dan dat je ontwikkelingssamenwerking in Brussel op de agenda zet, daar heb je Rosenthal niet voor nodig. Knapen betaalt een enorme dot geld aan de Wereldbank, dus dan kan hij daar ook zijn zegje doen. Gebruik het geld om te zorgen dat de Wereldbank een beleid heeft dat niet negatief bijdraagt aan nog meer honger. Maar juist aan de oplossing van het probleem.‘