
Vrijdagmiddagborrel Wiet Janssen: ‘Een etentje voor wie een gat in mijn betoog kan schieten’
Wiet Janssen kreeg wat hij wilde: veel reacties op zijn stelling ‘wie zwijgt stemt toe.’ Maar het soort reacties, die konden de wetenschapper niet altijd bekoren. Hij looft in deze nieuwe bijdrage een beloning uit, een etentje voor twee personen (max. € 200), voor de man of vrouw die een serieus gat kan schieten, onderbouwd met bronnen, in zijn betoog over het beperkte effect van de ontwikkelingshulp.
Hoera, een heel stel reacties op mijn artikel over het geringe effect van de ontwikkelingshulp! Wel jammer dat er nauwelijks inhoudelijk op mijn stuk gereageerd is. Volgens Schoenmakers en Hassing is het alleen maar ‘een mening’. Uit niets blijkt echter dat ze het eerste artikel überhaupt gelezen hebben. Hadden ze dat gedaan dan zouden ze gezien hebben dat ik iedere bewering zorgvuldig onderbouw, in de meeste gevallen met wetenschappelijk onderzoek, data van de Wereld Bank en de WHO, etc.
Ook uit de meeste andere reacties blijkt niet dat de schrijvers ervan (Mirjam, Siebe, Vlastin, Raphaël) mijn artikel gelezen hebben. Hubers geeft aan het wel gelezen te hebben, maar meent dat er niets nieuws in staat en dat het dus ook niet te moeite loont te reageren, het artikel was langdradig.
Langdradig?
Eerlijk gezegd, daar staat mijn verstand bij stil. Ik beweer bijvoorbeeld dat waar voedsel schaars is schoon drinkwater leidt tot meer kinderondervoeding, en haal daarbij een inmiddels beroemd onderzoek aan. En ik concludeer dat we het dus zo eerder slechter dan beter maken. En dat is langdradig?? En ik beweer dat de meeste kinderen op het platteland in Afrika op school niets leren waarmee ze later geld kunnen verdienen, en dat die daarom precies even arm blijven als hun ouders, en dat dus hun eigen kinderen straks ook weer honger kunnen lijden. En ik kom met allerlei serieuze bronnen die de bewering ondersteunen. Langdradig?? Ach ja, wat kan het schelen of die kinderen honger lijden, en of ze op school iets leren of niet, en of ze het ooit iets beter krijgen: gat wat langdradig, gaap!! Alweer zo’n artikel… We worden er zo moe van…
Dames en heren, zou het soms kunnen zijn dat u dit soort informatie helemaal niet horen wilt? U bent allemaal betrokken bij ontwikkelingshulp of u staat er tenminste heel erg sympathiek tegenover. Ontwikkelingshulp is iets nobels, en zijn alle mensen die erin werkzaam zijn of de hulp ondersteunen dan ook niet een beetje nobel? En als er dan iemand roept dat het grootste deel van de hulp nergens toe leidt en je daar net zo goed mee op kunt houden, verstoort dat dan niet uw zelfbeeld?
Een psycholoog heeft me pas uitgelegd dat mensen geneigd zijn om informatie die niet in hun wereldbeeld past, te negeren. Zou het misschien kunnen zijn dat dat hier ook aan de hand is? Dat ik de illusie verstoor? Waarom reageert u anders zo boos en beledigd? In plaats van gewoon nuchter uit te leggen dat mijn verhaal hier en daar niet klopt, en waarom? En indien u niet kunt uitleggen waarom mijn verhaal niet klopt, is het dan niet gerechtvaardigd om ervan uit te gaan dat het waar is wat ik beweer, en dat we dus een groot deel van de hulp maar beter kunnen stoppen?
Ik houd het kort
Er is precies één persoon, Hopman, die er blijk van geeft mijn stuk te hebben gelezen en er ook inhoudelijk op ingaat. Hij stelt bijvoorbeeld de vraag waarom goedkope importen niet leiden tot een lager prijsniveau, en waarom langer leven niet zou leiden tot een hogere productiviteit. Hij merkt op dat door het schone drinkwater de moeders toch in ieder geval gezonder worden, en dat is winst. En hij vroeg mij ook om aan te geven welke vorm van hulp volgens mij beter zou werken. Ik wil daar graag even op in gaan. Ik houd het kort want anders wordt het misschien weer langdradig.
Als de waarde van de lokale munt in een ontwikkelingsland relatief hoog is dan zijn de kosten van de boer ook hoog, dwz relatief ten opzichte van de wereldmarkt, en gezien de lage efficiency van zijn bedrijf. Als er nu goedkoop voedsel wordt geïmporteerd, b.v. een kwart onder het niveau waarvoor een arme lokale boer (met een lage efficiency) het kan produceren, dan zakt het gemiddelde prijsniveau wel iets, maar niet zoveel. De voedselimporten bedragen namelijk meestal maar een paar procent van het nationaal product, dus die hebben maar een gering effect. De importen maken echter wel een groot deel uit van de totale hoeveelheid verhandelbaar voedsel in het land. De prijs van het graan gaat in het land in kwestie in zo’n geval dus wél fors omlaag. Die arme boer kan daar met zijn relatief hoge kostprijs en lage omzet in het algemeen niet tegenop.
Meer ondervoeding
Schoon drinkwater in dorpen op het platteland waar voedsel schaars is, leidt (volgens het onderzoek) tot meer ondervoeding van vooral de kinderen. Met de moeders gaat het juist beter, want die hoeven niet meer zo te sjouwen met die zware waterblikken. Het zou dus inderdaad kunnen zijn dat ze dan gemiddeld productiever zijn. Maar daar staat tegenover dat ze meer kinderen krijgen en dat er daarvan ook meer in leven blijven. De moeder (en eventueel de vader als die er is) moet dus ook veel meer produceren om al die monden te voeden. En uit het onderzoek bleek dat dat niet goed lukt, de ondervoeding van de kinderen nam toe. De eventuele hogere productiviteit van de moeder is dus onvoldoende om per kind dezelfde hoeveelheid voedsel te produceren.
Of de moeders gemiddeld gezonder zijn valt uit het onderzoek niet op te maken. Wel zijn er de laatste jaren cijfers van de WHO, per land, van het aantal jaren dat mensen in hun leven ziek zijn. Ik heb die cijfers gecombineerd met de gemiddelde levensverwachting in het land, en zo vond ik het percentage tijd dat mensen gemiddeld ziek zijn in hun leven. In Afrika zuidelijk van de Sahara is dat gemiddeld zo’n 13%. In rijke landen, zoals Nederland, is het iets minder: zo’n 11 % van de verwachte levensduur. Het lijkt er dus op dat meer welvaart en een betere gezondheidszorg dat percentage maar weinig beïnvloeden. Ik neem aan dat dat komt omdat een veilige, gezonde omgeving en een goede gezondheidszorg er ook toe leidt dat zieke mensen met hun ziekte langer blijven leven. Ook de moeders uit het onderzoek zullen dus gemiddeld waarschijnlijk zo’n 13% van hun leven ziek zijn. Het zou natuurlijk kunnen zijn dat specifiek watervoorziening een effect heeft op het percentage tijd dat men in zijn leven ziek is, maar daar heb ik geen gegevens over kunnen vinden.
Goed voor wil betalen
Welke hulp werkt er wel? Iedere vorm van hulp die de mensen iets leert waarmee ze een product of dienst kunnen leveren waar iemand anders goed voor wil betalen. De arme boer die niet kan concurreren met importen, kan dat wél als hij weet welk gewas hij het beste kan verbouwen op zijn stukje grond, welke zaden hij het beste kan gebruiken, wanneer hij insecticides of kunstmest moet toedienen, hoe en wanneer hij moet irrigeren, enz. Er zijn in Afrika ook heel wat boeren die het wel goed doen, dat kun je wel zien aan wat er in Nederlandse supermarkten zoal in de schappen ligt. Het kan dus best.
Door het relatief hoge prijsniveau komt de industrie in Afrika maar moeilijk van de grond, dus daar liggen niet zoveel kansen. Maar er zijn wel allerlei andere kansen, b.v. in diensten zoals reparatie en onderhoud, transport en toerisme. Maar in alle gevallen moeten mensen iets kunnen, ze moeten hun vak verstaan. Ik heb ooit eens de eigenaar van een klein werkplaatsje in een achterbuurt van een stad in Peru geleerd hoe hij handpompen voor drinkwater en irrigatie moest maken. Het ging hem sindsdien fantastisch.
Ik geef toe, het wordt langdradig, ik heb dit allemaal al eens eerder beweerd. Maar ik heb nog steeds geen enkel inhoudelijk argument gehoord waarom ik het bij het verkeerde eind zou hebben. Ik daag iedereen uit om ermee voor de dag te komen.
Hierbij loof ik een beloning uit, een etentje voor twee personen (max. € 200) voor de man of vrouw die een serieus gat kan schieten, onderbouwd met bronnen, in mijn betoog over het beperkte effect van de ontwikkelingshulp.
Wiet Janssen
wietjanssen@gmail.com