Ontwikkelingssamenwerking ‘transparant, open proces’

Staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken overhandigde gisterenmiddag in café Dudok in Den Haag de Resultaten Rapportage over 2009-2010 aan voorzitter Nebahat Albayrak van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken. Daarnaast presenteerde hij een nieuwe stap in het openbaar maken van actuele gegevens over ontwikkelingsgeld en projecten.

De champagne wordt net niet ontkurkt op de vroege middag in café Dudok op steenworp afstand van het Binnenhof, maar de stemming onder vooral ambtenaren van het ministerie van BuZa is opgetogen. De Resultaten Rapportage 2009-2010 is af na een jaar intensief werk tussen Nederlandse ambassades, ontwikkelingsorganisaties, het bedrijfsleven en het ministerie van BuZa.  Ook is de eerste stap afgerond in het transparant maken van de gegevens van de ontwikkelingsgelden  en projecten in de ontwikkelingssector. Een stap die veel kan betekenen voor de beeldvorming omtrent ontwikkelingssamenwerking onder burgers. Want, ‘het is nu een transparant, open proces’, verklaart staatssecretaris Ben Knapen.

Lessen

Knapen is kort over de Resultaten Rapportage 2009-2010:  ‘Als iets niet gelukt is, dan hebben we eronder gezet welke lessen wij hebben geleerd voor de toekomst.’ De rapportage is opgebouwd aan de hand van de millenniumdoelstellingen en de drie extra onderwerpen: goed bestuur en maatschappijopbouw, veiligheid en ontwikkeling in fragiele staten en humanitaire hulp.  Onderaan elk millenniumdoel staan een aantal algemene lessen als: ‘Goede voorzieningen voor meisjes (bijvoorbeeld aparte toiletten) kunnen schooluitval beperken.’ De lessen en het rapport zijn geschreven door schrijversgroepen, bestaande uit  personen van de overheid, ontwikkelingsorganisaties en het bedrijfsleven. Afgevaardigden van kennisstellingen hebben niet meegeholpen aan de rapportage, ook niet aan de lessen voor de toekomst.

Beleid Knapen

Onder millenniumdoel twee “Alle meisjes en jongens naar school”, staat: ‘De afgelopen jaren hebben donoren verder op hun ontwikkelingsbudgetten bezuinigd en kiezen zij voor samenwerking met minder landen en in andere sectoren dan onderwijs. UNESCO vreest dat zonder voldoende investeringen het aantal kinderen en jongeren dat geen onderwijs volgt in 2015 weer zal zijn opgelopen.’ De eerste zin vertelt het beleid van Knapen dat flink bezuinigt op hulp op het gebied van onderwijs en kiest voor minder partnerlanden en andere sectoren dan onderwijs. De tweede zin is duidelijk een aanval op zijn beleid.

Maar er zijn weinig mogelijkheden om Knapen hierover te ondervragen. Een halfuurtje na het begin van de bijeenkomst moet hij weg.

Scherp

En zo zijn er wel meer  dingen in het rapport die tegen het overheidsbeleid ingaan. Kamerlid Sjoera Dikkers van de PvdA merkt scherp op: ‘Zo staat er op pagina 108 onder subsidies: “Binnen de EU is Nederland voorvechter van afschaffing van marktverstorende subsidies.”’ Een uitspraak die niet overeenkomt met het kabinetsbeleid, want Nederland is juist tegen afschaffing. De medewerkers van Knapen verklaren dat dit komt doordat het stuk is geschreven door de overheid, ontwikkelingsorganisaties en het bedrijfsleven, gecoördineerd vanuit het ministerie. ‘Soms glippen er wel eens dingen doorheen’, aldus een betrokken ambtenaar van het ministerie.

Databestand

Het grootste gedeelte van de bijeenkomst gaat over de eerste stap in het transparant maken van gegevens uit de ontwikkelingssector. Tijdens het halfuurtje van Knapen laat de staatssecretaris trots een databestand vol inputcodes met informatie zien over ontwikkelingsgelden en projecten. Deze inputcodes kunnen ICT’ers verwerken tot een gebruiksvriendelijke website over ontwikkelingsgelden en projecten. Want het ministerie heeft de data niet verwerkt  tot een website. Knapen: ‘Als wij het doen dan is er sprake van een zekere framing (kader red.). Daarom kan iedereen het zelf verwerken in bijvoorbeeld een website en zelf analyseren, dat is het idee.’

Als voorbeeld haalt hij de website van de Britse krant The Guardian aan. De krant bundelde op hun website onder meer de data van het IMF, de Wereldbank en de VN. Dit alles volgens de in februari afgesproken International Aid Transparancy Initiative (IATI) datastandaard. In totaal zijn 20 internationale instellingen en landen  nu bezig om hun ontwikkelingsgegevens volgens deze datastandaard te publiceren.

‘Deze open data doet het debat over ontwikkelingssamenwerking goed’, verklaart voorzitster Nebahat Albayrak van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken opgetogen. ‘De Nederlandse belastingbetaler heeft veel behoefte aan deze gegevens voor het debat.’

Misbruik

Maar niet alle gegevens omtrent ontwikkelingssamenwerking zit in het databestand, want regimes kunnen daar misbruik van maken. Als bijvoorbeeld China kan zien waar geldstromen van Amnesty International naar toe gaat in China, dan kan dat gevaarlijk zijn voor de ontvangers. Daarom zijn namen van private personen geanonimiseerd en contracten worden ook niet gepresenteerd. Binnenkort komt er een tweede fase vanuit het ministerie van BuZa in dit project. Dan worden ook de beoordelingsverslagen van projecten gepubliceerd. Hier zal heel zorgvuldig worden gekeken wat wel en niet kan worden gepresenteerd.

Medewerkers van Knapen verklaren dat de grootste aanzet tot transparantie van deze gegevens komt van landen die ontwikkelingssamenwerking ontvangen. Dus niet van de Nederlandse belastingbetaler. Door openheid kunnen de ontvangende overheden zien wat iedereen doet in hun land en wat er nog gaat gebeuren op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Maar voor de Nederlandse burger is het vooral dat hij nu zelf resultaten van ontwikkelingssamenwerking kan meten en vergelijken.

De toekomstige mogelijkheden zijn onvoorstelbaar op het moment dat je gegevens gaat bundelen. En misschien was dit daarom wel de laatste presentatie van de Resultaten Rapportage in deze vorm, want in de toekomst doen we het misschien wel zelf vanachter onze computer. Het enige wat de ontwikkelingssector daarvoor nodig heeft is een goed platform. Met openaid.nl zit de eerste site al in de pijpleiding, deze komt voor eind november online.