
Migratie- en OS-beleid vooral gericht op beperking Nederlandse problematiek
Op woensdagmiddag 28 september boog de Tweede Kamer zich over de Notitie Migratie en Ontwikkelingssamenwerking, in aanwezigheid van staatssecretaris Ben Knapen en minister van Immigratie en Asiel Gerd Leers. De lijn van het gedoogkabinet CDA-VVD is goed zichtbaar in de Notitie: de thema’s terugkeer en herintegratie van asielzoekers en de opvang van vluchtelingen in eigen regio worden als prioriteiten beschouwd.
Dat de nadruk binnen het beleid op de migratie- en niet de ontwikkelingssamenwerkingskant ligt, is ook de Kamerleden niet ontgaan. Kathleen Ferrier (CDA) opent de vergadering met de mededeling teleurgesteld te zijn in de brief, en het evenwicht en de beleidscoherentie tussen asielbeleid en migratie als motor voor ontwikkelingssamenwerking te missen. Volgens Wassila Hachchi (D66) ‘mist er aandacht voor de structurele oorzaken van migratie.’ PvdA-lid Sjoera Dikkers twittert tijdens de vergadering: ‘Geld van #ontwikkelingssamenwerking ingezet om migratie te remmen. Sigaar uit eigen doos!’ De enige die relatief tevreden achterover leunt is PVV-kamerlid Johan Driessen, die een glimlach niet kan onderdrukken wanneer Hachchi constateert dat ‘het PVV-stempel duidelijk zichtbaar is.’
Hoewel Ferrier gelooft dat migranten kunnen bijdragen aan ontwikkeling in herkomstlanden, meent ze dat de relevantie van het besteden van ontwikkelingsgeld aan migratiekwesties nog niet is aangetoond. Staatssecretaris Ben Knapen geeft aan dat de koppeling van migratie en ontwikkelingssamenwerking een nieuw veld is, waarin nog veel ervaringen moeten worden opgedaan, ofwel ‘learning by doing’. Na het eerste kwartaal van 2012 zal een uitgebreide evaluatie volgen van het beleid tot nu toe (mede door Partos). Aan de hand daarvan wil Knapen verder debatteren over het vervolgbeleid.
Budget
De financiële kant van het geïntegreerde beleid roept de nodige vragen bij de Kamer op. Waaruit worden alle extra toezeggingen uit de Notitie betaald? En hoeveel budget blijft er na de bezuinigingen over voor dit onderwerp? Knapen laat weten dat hij de huidige budgetpost van negen miljoen euro het komende jaar in stand wil houden, evenals de ongeveer € 179 miljoen voor het beleid op EU-niveau – onder voorbehoud natuurlijk, want over de precieze bezuinigingen moet nog worden gedebatteerd. Veel van de besteding hangt af van de aangekondigde evaluatie. De staatssecretaris is in elk geval niet van plan de ODA-criteria op te rekken om meer migratiemaatregelen in het OS-budget te kunnen stoppen.
Dikkers herhaalt veelvuldig hoe jammer het is dat er flink wordt bezuinigd op de bijdrage aan de UNHCR en het WFP, ook al zegt de staatssecretaris dat deze instanties cruciaal zijn in de organisatie van regionale vluchtelingenstromen. Knapen reageert hierop met ‘alles is een cruciaal punt, maar er moeten toch keuzes gemaakt worden’. Er wordt zelfs proportioneel minder bezuinigd op UNHCR, dus druktemakerij is niet nodig, zo valt uit het betoog van de staatssecretaris op te maken.
Wassila Hachchi, goed op dreef gedurende de hele vergadering, ondervraagt Sjoera Dikkers kritisch: waarom zijn de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking in de tegenbegroting van de Partij van de Arbeid niet ongedaan gemaakt, zoals dat is gebeurd in de tegenbegroting van D66? Dikkers antwoordt dat het verkiezingsprogramma van de PvdA pal staat voor handhaving van een 0.8%-norm en gaat daarna op de vraag over de tegenbegroting nauwelijks verder in, ook al probeert Hachchi het drie keer opnieuw.
Landenlijst
Een ander discussiepunt is in hoeverre staatssecretaris Knapen zich houdt aan de door zijn ministerie opgestelde landenlijst. Waar ontwikkelingshulp vastzit aan vijftien partnerlanden, staat het Knapen bij PPP programma’s en blijkbaar ook migratieproblematiek vrij om bilaterale relaties te onderhouden met andere landen. De staatssecretaris legt uit dat bij het opstellen van de landenlijst niet is gelet op waar de meeste asielzoekers vandaan komen, maar dat deze herkomstlanden natuurlijk wel moeten worden betrokken bij het beleid. Verder worden relaties met migrantenlanden vooral centraal vanuit Europa aangestuurd. Er blijft dus een mogelijkheid om te overleggen met zowel partner- als niet-partnerlanden over migratie. ‘Migratiestromen is een onderwerp dat beide kanten raakt,’ aldus de staatssecretaris.
Worden partnerlanden gekort in hun ontwikkelingsbudget als ze niet meewerken aan het Nederlandse migratiebeleid? De Kamerleden (op Driessen na) zijn bezorgd dat de druk op ontwikkelingslanden om de uitstroom van migranten te beperken en om mee te werken bij terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers zal toenemen tot de proportie van een chantagemiddel. Knapen ontkent dit stellig. ‘We wisselen met landen van gedachten en zetten daarbij inderdaad druk, maar er een chantagemiddel van maken is zelden constructief.’
Leers voegt daaraan toe dat er sprake is van wederkerigheid: ‘Als je landen helpt met OS-geld, mag je ook verwachten dat ze hun mensen terugnemen als wij daarom vragen.’
Terugkeer
Minister Leers stelt in zijn betoog dat immigratie Nederland heeft gemaakt tot wat het is en dat we de positieve bijdrage van migranten aan de Nederlandse samenleving niet moeten onderschatten. Daarmee gaat hij bewust tegen de stelling van gedoogpartij PVV in, die de nadruk blijft leggen op de 7,2 miljard euro die immigranten de Nederlandse staat jaarlijks kosten. Wat Leers in zijn beleid wel graag wil ontwikkelen is een strengere selectie aan de poort. Wie kan op een nuttige wijze participeren in de Nederlandse samenleving, en wie heeft hier nauwelijks perspectief?
De reden dat het migratiebeleid zoveel nadruk op terugkeer legt is volgens de minister omdat terugkeer momenteel de zwakste schakel vormt in de hele migratieketen. Als migranten noodgedwongen moeten terugkeren naar hun herkomstland moeten daarvoor wél voorwaarden worden geschept. Leers is voorstander van de in natura hulp bij terugkeer: de uitgeprocedeerden krijgen training of een vakopleiding, om zo een toekomstperspectief te hebben bij terugkomst.
Hierbij is het belangrijk om migrantenorganisaties in Nederland te betrekken, aldus Leers. Staatssecretaris Knapen noemt deze ‘op zichzelf een enorme potentie’, maar hij meent dat er bij hen ‘nog wel een professionaliseringsslag te maken is’. De bezorgdheid van Ferrier, die bang is dat migrantenorganisaties qua subsidie tussen de wal van MFS-II en het schip van SBOS vallen, wordt gesust met de mededeling dat een nieuwe subsidieregeling in het najaar gepubliceerd wordt. Bij dit potje kunnen de migrantenorganisaties voorstellen op het gebied van in natura hulp bij terugkeer gaan indienen.