Een exit-strategie waar je u tegen zegt

Hoe beleeft ontwikkelingswerker Manon Stravens de bezuinigingen in het West-Afrikaanse veld? Een algemene beschouwing van de (positieve) exit strategie in Ghana.

 

Twee dagen na Prinsjesdag kreeg ik een sms met de vraag of ik als ontwikkelingswerker wat over het politieke klimaat en de bezuinigingen in Nederland wilde schrijven. Hoewel ik al maanden de Nederlandse politiek niet meer volg (de regio is slokt alle aandacht op), is het me duidelijk dat de toekomst van ontwikkelingssamenwerking getekend wordt door een bodemloze beerput van bezuinigingen. Sinds de MFS II uitslag is dat een herbevestigde, keiharde realiteit. Gelukkig zit ik (weer) in de vooruitkijkmodus en ben ik voor mijn programma’s strategisch aan het roeien op zoek naar nieuwe riemen. Een algemene beschouwing van onze exit strategie in Ghana.

Heilig geloof

Ik geloof heilig in ICCO’s zogeheten ketenaanpak. In theorie heel simpel: een keten bestaat uit de sorghum-, hout-, fruit- of wat-dan-ook-producent en zijn/haar familie aan het ene uiteinde met de consument van bier, tuinmeubels, ananassap of iets anders aan het andere eind. Daartussen figureert een serie boerencoöperaties, transporteurs, verwerkers, groot- en kleinhandelaren. Een keten van vraag en aanbod met schakels die soms de hele wereld over gaan, maar die eveneens kan beginnen in Tamale en eindigen in Accra (Noord- en Zuid-Ghana). Het is maar net over welk product we het hebben.

In praktijk blijkt die keten nogal eens een stinkende, verroeste ketting met breekbare of  loshangende schakels. Wel een goed(koop) eindproduct voor de consument, maar geen duurzaam inkomen voor de producent. Gebrek aan kapitaal, kennis en infrastructuur om de gevraagde volumes en kwaliteit te leveren, slechte prijzen, teveel afval, kinderarbeid, noem maar op. Dat repareren vereist een kundige edelsmid. Eentje met een visie bovendien. ICCO maakt er serieus werk van. Strevend naar schone, sterke en inclusieve ketens, interveniëren we door sterke boerenorganisaties, lokale verwerking, financiële diensten, goudgroen bedrijfsbeleid, publiek-private partnerschappen of goede wetgeving te stimuleren. Elk land en elke keten een eigen focus.

Ambitieuzer

In Ghana zijn we zo nog iets ambitieuzer. Het programma richt zich op de productie van soja, sorghum en maïs, ruim 700 boerencoöperaties verenigd in 12 federaties, financiële dienstverlening door plattelandsbanken, en de vermarkting via een lokaal bedrijf. Zij biedt een bonus, een stabiel afzetkanaal en een werkende weegschaal. En nu komt het: we streven ernaar dat de boeren op den duur mede-eigenaar (30%) worden van dat bedrijf. Dat beschermt hun belangen, vergroot de transparantie en daarmee het onderlinge vertrouwen. Met een aandeel heeft de boer bovendien een onderpand voor bijvoorbeeld een lening. Potentieel risico is het individuele streven naar de beste prijs en het hoogste dividend.

We broeden op grote vragen. Hoe maken we die aandelen betaalbaar, maar voorkomen we een weggevertje dat per direct met winst wordt doorverkocht? Hoe de stem van die 10.000 boeren te vertegenwoordigen in aandeelhoudersvergaderingen? Hoe maak je omzetcijfers begrijpelijk voor ‘onze’ Noord-Ghanese producenten die veelal ongeletterd zijn? Kortom, wat is het beste model? Wanneer en onder welke voorwaarden? We rekenen nog vijf jaar voor ze aandeelhoudersklaar zijn. Onze lening is recentelijk omgezet in een participatie, dus tot die tijd zijn wij dat (deels) zelf. Liefst zo tijdelijk mogelijk, want een donor-driven bedrijf ligt niet zo goed in de markt.

Strategisch schipperspel

De eerste aandeelhoudersvergadering was begin september. Voor ICCO een interessant maar complex proces. Zeg maar een strategisch schippersspel met een mooie man aan de horizon. Blijven drijven op een zee van boeren- en bedrijfsbelangen is een kwestie van de goede kapiteins en navigatieapparatuur aan boord halen. Op het juiste moment bovendien. Anticiperend op afhakend Den Haag, hengelen we naar andere grote Knapen. Sociaal georiënteerde investeerders, partners voor het ontwikkelen van een boerenbegeleidingstraject op maat en uiteraard een stabiele markt. De eerste vette vis heeft toegehapt, maar ik reken op een grotere vangst.

Boeren als aandeelhouders, het is een exit strategie waar je U tegen zegt. Weliswaar riskant en op kleine schaal, maar innovatief en de ultieme vorm van verdeling van winst en invloed. Met dit voorbeeld mag het  verdelingsvraagstuk wat mij betreft weer uit de kast, afgestoft en op tafel. Een pittig voorleesverhaal voor Henk en Ingrid, maar onder het genot van een met Ghanese sorghum geproduceerde Guinness, wil ik daar best even voor gaan zitten.

Auteur
Manon Stravens

Datum:
28 september 2011
Categorieën: