
De (on)vanzelfsprekendheid van vanzelfsprekendheden
Vandaag verwelkomen we een nieuwe columniste, namelijk Yvonne van der Pol. Zij gaat schrijven over intercultureel vakmanschap binnen de ontwikkelingssamenwerking. Het belang van dit vakmanschap lijkt steeds verder naar de achtergrond te worden gedrongen in de huidige discussies over ontwikkelingssamenwerking, waarin het vooral over effectiviteit en leren rapporteren gaat. Maar het beroep ontwikkelingswerker vereist bijzondere interculturele competenties die je nodig hebt om je werk goed te kunnen uitoefenen.
‘Wat is voor mij vanzelfsprekend?’ Die vraag stellen we onszelf bijna nooit, terwijl die wel essentieel is voor intercultureel vakmanschap. Over vanzelfsprekendheden denken we meestal niet na; ze zitten veilig opgeborgen in ons onbewuste. Desalniettemin zijn onze vanzelfsprekendheden of aannames uiterst belangrijk: zij sturen voor een groot deel (al weer onbewust) ons denken en doen. Zo is het voor de meesten van ons vanzelfsprekend om elke ochtend tanden te poetsen: niet over nadenken, domweg doen. Dat elders ter wereld tanden poetsen wellicht niet tot het dagelijks ritme hoort, dat het een onbetaalbare luxe is, met alle tandheelkundige problemen van dien… o ja, even niet aan gedacht, andere context, dat kan natuurlijk ook.
Een niet te onderschatten vaardigheid
Voor elke IS-professional, die per definitie intercultureel werkt, is reflectief vermogen een niet te onderschatten vaardigheid. Toch staan we er meestal niet bij stil of wat voor jou of je organisatie vanzelfsprekend is, dat ook is voor je counterpart, alliantie- of samenwerkingspartner.
In hoeverre is bijvoorbeeld dagelijks e-mails beantwoorden vanzelfsprekend? In hoeverre is slecht nieuws per e-mail vernemen, laat staan daarop reageren, vanzelfsprekend? In hoeverre is het kritisch meedenken, feedback geven of het achterste van je tong laten zien aan de contactpersoon van de organisatie waarvan je geld ontvangt realistisch?
Binnen Internationale Samenwerking nemen we net iets te vaak aan dat onze vanzelfsprekendheden elders ook gelden. Dat onze waarden, normen en werkwijzen gedeeld worden. Totdat we er (meestal pijnlijk) achter komen dat dat niet zo is. De afspraken die tijdens de dienstreis zijn gemaakt (‘Ja, ja’), worden niet of mondjesmaat nagekomen. En hoe ga je dat dan weer van afstand via de mail, telefoon of skype ‘rechtzetten’? Hoe kom je dan via die media, zonder face-to-face contact, wel tot gedeeld begrip?
In de spiegel kijken
Interculturele competenties staan nauwelijks in de functie- en competentieprofielen van IS-organisaties, terwijl ze cruciaal zijn voor het complexe werk dat de IS-professional doet. In de sector wordt ontzettend veel kennis gegenereerd, maar wordt de kunde er automatisch bij bedacht: als we weten hoe het moet, kunnen we het ook. Zeker ook het overbruggen van cultuurverschillen (we zijn tenslotte gedreven en geïnteresseerd) en intercultureel communiceren, verwachten we gewoon te kunnen.
Mijn ervaring is dat dat we onszelf daarmee overschatten. Er is nog veel winst te behalen in het in de spiegel kijken en jezelf de vraag te stellen: hoe vanzelfsprekend was mijn gedachte …. over counterpart X of partner Y vandaag. Mooi moment misschien: bij het tanden poetsen voor het slapen gaan.