Voorbij de borrelpraat

Vorige week uitte Marc Broere forse kritiek op de profileringsdrang van de NCDO. Vandaag de reactie van NCDO-directeur Frans van den Boom. ‘In en buiten Nederland is veel kennis aanwezig over ontwikkelingssamenwerking, internationale vraagstukken, globaliseringsvraagstukken en burgerschap. NCDO ziet het als haar opdracht ervoor te zorgen dat een groter deel van de Nederlandse bevolking weer betrokken raakt bij deze vraagstukken.’

Het heeft misschien wat langer geduurd dan gehoopt, maar hier is ‘ie dan: mijn reactie op je vrijdagmiddagcolumn. Langer geduurd, omdat ik op zoveel manieren kon reageren. Zielig: niet eerlijk dat je onze afspraken over de publicatie van een interview met mij omzeilt en je irritatie gebruikt om zaken aan de orde te stellen die in het interview helemaal niet centraal stonden.

Verontwaardigd: niet fijn om op deze manier mijn voorganger nog eens op de korrel te nemen. Ironisch, in de trant van: ik had gehoopt dat je het boekje van Mirjam Vossen “Voorbij de borrelpraat” had gelezen, om de discussie over ontwikkelingssamenwerking op een wat hoger niveau te tillen. Begrijpend: natuurlijk snap ik je zorgen, fijn dat je me er nog eens op wijst wat er in het verleden anders had gemoeten en laten we vooral met elkaar in gesprek blijven. Vermanend: jij bent het die op basis van halve en hele onwaarheden een bepaald beeld creëert van NCDO, en daarmee ruis veroorzaakt waar niemand wijzer van wordt.

Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om kort in te gaan op jouw ‘zorgen’ en een appél op je te doen. Als geen ander weet je hoe de hazen in Nederland lopen als het gaat om ontwikkelingssamenwerking. Jij weet dat ik met je directeur, Stefan Verwer, in gesprek ben over afstemming en samenwerking maar daar refereer je niet aan. Je weet ook dat we samen met Partos en andere organisaties uit de sector zoals Wilde Ganzen een ‘één loket’ zullen lanceren voor particuliere initiatieven, ook daar hoor ik je niet over. En zo kan ik nog wel even doorgaan: de samenwerking met Vice Versa bij de verkiezing van de tien meest invloedrijke personen in OS; de Masterclass Journalistiek waarbij we journalisten uit islamitische landen willen laten aansluiten bij het Beyond Your World-programma van Lokaalmondiaal. Bijeenkomsten met ‘draagvlakorganisaties’. Je weet het allemaal, en toch kies je ervoor om in de achteruitkijkspiegel te blijven kijken in plaats van de blik naar voren te richten. Wat wil je daarmee bereiken?

IS en Vice Versa

Bijna een derde van je column gaat over het blad IS, de vermeende oneerlijke concurrentie, en het idee fixe dat IS er op uit zou zijn om Vice Versa uit de markt te drukken. Om je punt te maken, verwijs je onder andere naar de gesprekken met Global Village Media. Wij hebben er absoluut geen geheim van gemaakt dat die gesprekken gaande zijn. De inzet van de gesprekken is uiteraard niet om iets of iemand uit de markt te drukken, maar juist om te kijken op welke manier we van 1+1 drie kunnen maken.

Het gaat om krachtenbundeling, om met minder middelen méér te bereiken. Wat betreft IS: dit blad is van algemeen maatschappelijke waarde, omdat we er 130.000 Nederlanders mee bereiken die het blad volgens uitgebreid lezersonderzoek gretig lezen (‘van kaft tot kaft’). De lezers geven ook aan dat IS hun betrokkenheid bij internationale samenwerking versterkt en de mogelijkheden om invulling te geven aan mondiaal burgerschap vergroot.

Het lijkt mij erg belangrijk om, juist in een periode van grote mondiale veranderingen, deze groep betrokken burgers ook betrokken te houden. Voor betrokken burgerschap is ook kennis van ontwikkelingsvraagstukken van belang en daarom biedt IS op laagdrempelige manier inzicht in deze vraagstukken. Tegelijkertijd realiseer ik me dat we de  mogelijkheid van ‘verdienmodellen’ moeten bekijken. Iets wat helemaal niet ten koste hoeft te gaan van Vice Versa, want ik denk dat er mogelijkheden zijn die ons allemaal ten goede kunnen komen.

Onderzoek, deskundigheidsbevordering en debat

In en buiten Nederland is veel kennis aanwezig over ontwikkelingssamenwerking, internationale vraagstukken, globaliseringsvraagstukken en burgerschap. NCDO ziet het als haar opdracht ervoor te zorgen dat een groter deel van de Nederlandse bevolking weer betrokken raakt bij deze vraagstukken. Een belangrijke taak voor NCDO is het ontsluiten van die kennis en betrouwbare informatie te verspreiden, en om te monitoren hoe het eigenlijk gesteld is met de Nederlandse samenleving als het gaat om internationale samenwerking.

Om dat te realiseren is er binnen NCDO een nieuwe poot die zich bezighoudt met onderzoek, kennisverzameling en kennisontsluiting. En die poot zal precies dat doen waarvan jij veronderstelt dat NCDO dat niet zou gaan doen: kennis verzamelen over (de effectiviteit van) draagvlakversterking, draagvlakorganisaties ondersteunen onder andere bij het uitvoeren van evaluaties en het entameren van onderzoek naar de mening van Nederlanders over verschillende thema’s binnen ontwikkelingssamenwerking en mondiaal burgerschap.

Misschien niet heel sexy, maar daarom niet minder belangrijk. Daarnaast heeft NCDO ook een taak op het terrein van onderwijs en educatie, in het versterken van mondiaal burgerschap onder jongeren en bij verspreiden we kennis over internationale samenwerking ten behoeve van het maatschappelijk debat.

Samenwerken

Om dát te doen wat van NCDO gevraagd wordt, wil NCDO midden in de samenleving staan. Dat betekent mét die samenleving werken: met het bedrijfsleven, politiek, wetenschap, ontwikkelingsorganisaties, andere maatschappelijke organisaties, media, consumenten en consumentenorganisaties.

NCDO onderschrijft hierbij de noodzaak van selectiviteit, samenhang, meerwaarde en effectiviteit, de uitgangspunten in de focusbrief van de staatssecretaris. Werken aan burgerschap en globalisering kan NCDO nooit alleen. NCDO zoekt hierin samenwerking met anderen. Dat betekent niet dat NCDO nooit dingen zelf zal doen. Ensure betekent soms ook do. De essentiële vraag is dan ook niet of NCDO ook zelf dingen zou mogen doen, maar hoe we ervoor kunnen zorgen dat er geen dubbele dingen gedaan worden en er geen gaten vallen. Er is genoeg werk te doen en ik stel dan ook voor dat we ons daarop richten.

Marc, je loopt al lang mee in de ontwikkelingssamenwerkingssector en je weet als geen ander dat het een gezamenlijke inspanning van velen vraagt om het vertrouwen en de verbondenheid van Nederlanders met een globaliserende wereld te stimuleren. In die gezamenlijke inspanning vervullen verschillende individuen, organisaties en gelukkig ook steeds meer bedrijven, ieder een eigen rol. Natuurlijk kan het soms vóórkomen dat we elkaars posities moeten aftasten. En het kan ook gebeuren dat we daarin zaken tegenkomen die ons niet helemaal lekker zitten en die we met elkaar moeten bespreken. Doe dat dan direct, en niet via een vrijdagmiddagcolumn.

 

Auteur
Frans van den Boom

Datum:
02 juni 2011