Klaas Dijkhoff (VVD): Bezuinigingen leiden tot effectiviteit

De VVD als grootste coalitiepartij zal veel invloed hebben op de komende bezuinigingen en het beleid voor ontwikkelingssamenwerking. Hoog tijd om te weten waar de nieuwe VVD woordvoerder van ontwikkelingssamenwerking voor staat. Vice Versa sprak met Klaas Dijkhoff.

De opvolger van Arend Jan Boekestijn, Klaas Dijkhoff (29), heeft Internationaal Recht gestudeerd, een promotieonderzoek naar oorlogsrecht gedaan en als docent aan de Universiteit van Tilburg gewerkt. Na als VVD- fractievoorzitter te Breda de verkiezingen gewonnen te hebben, is hij nu tot Tweede Kamerlid benoemd. Ontwikkelingssamenwerking vindt Dijkhoff ‘mateloos interessant’: ‘Ik word geprikkeld door de complexe structuren die ontwikkelingssamenwerking kent.’

Klaas Dijkhoff laat de daadwerkelijke omschrijving van hem als nieuwe woordvoerder liever over aan anderen. Toch vertelt hij aan Vice Versa zichzelf te zien als iemand die nuchter naar de zaken kijkt. ‘Het gaat om de effecten van ontwikkelingsprogramma’s in de praktijk. Iedereen zegt dit te willen, maar er moet dan ook wel de bereidheid zijn om kritisch te kijken naar de resultaten en deze bevindingen mee te nemen in vervolgprogramma’s. Wat je met ontwikkelingssamenwerking moet willen is dat je jezelf overbodig maakt. Het gaat er om dat samenlevingen een ruggengraat krijgen. Daarbij is het de bedoeling dat je de landen straks als concurrentie kunt gaan zien.’

Economische ontwikkeling

Met deze concurrentie doelt de VVD woordvoerder op economische concurrentie. Bij ontwikkelingssamenwerking gaat het volgens hem dan ook om economische vooruitgang. ‘Dit zal vervolgens ook positieve gevolgen hebben voor bijvoorbeeld onderwijs en gezondheidszorg. Om economische ontwikkeling te bewerkstelligen, moet er worden geïnvesteerd in onder andere infrastructuur en het recht op eigendom. Zo creëer je bedrijvigheid,’ aldus Dijkhoff.

Deze bedrijvigheid is niet alleen van directe invloed op de economische ontwikkeling maar zorgt, volgens Klaas Dijkhoff, ook voor de verdere ontwikkeling van een land. ‘Alleen wanneer mensen de mogelijkheid hebben om zelfgenererend in inkomen te zijn, is er de kans op het heffen van belastingen. Om verdere ontwikkeling plaats te laten vinden zijn er overheden nodig die goed functioneren. Wanneer een samenleving bijdraagt middels belastingen krijgt het meer inspraak in wat regeringen doen. Een regering zal verantwoording moeten afleggen naar zijn burgers.’

Op de vraag of het bewerkstelligen van ontwikkeling louter door economische stimulans niet erg idealistisch is, antwoordt Dijkhoff: ‘U heeft een primeur, dit is de eerste keer dat ik als woordvoerder idealistisch wordt genoemd. Maar ik denk dat elke vorm van ontwikkelingssamenwerking idealistisch is. Echter denk ik niet dat ik onrealistisch ben. Ook bij het investeren in economische ontwikkeling spreken we van een langer traject. Het goede aan investeren is dat mensen er zelf iets voor moeten doen en dat de winst vervolgens weer opnieuw kan worden ingezet. Het grote verschil met hulp is dan ook dat er bij hulp geld in moeten worden blijven gestoken om een programma draaiende te houden en bij investeren niet.’

Overheden en maatschappelijk middenveld

De VVD is geen voorstander van het direct ondersteunen van overheden met behulp van algemene begrotingssteun. Corrupte en dictatoriale regimes moeten hiervan zelfs worden uitgesloten. ‘Deze inkomstenbron veroorzaakt dat een overheid minder genoodzaakt is om zich iets aan te trekken van de bevolking en het maatschappelijk middenveld,’ legt de VVD woordvoerder uit.

Dit maatschappelijk middenveld is belangrijk voor de ontwikkeling van een land. Voorganger Boekestijn hamerde vaak op het geringe effect van het ondersteunen van het maatschappelijk middenveld. Dijkhoff: ‘Ik ben het met hem eens dat het maatschappelijk middenveld in een willekeurig land, door onze OS-hulp van buitenaf, niet dusdanig kan worden versterkt dat het zich kan verzetten tegen een overheid die zonder verder verantwoording af te hoeven leggen handelt. Veel organisaties ondersteunen het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden wel. Dat soort initiatieven zijn wellicht goed om mensen mondig te maken en hen bijvoorbeeld te leren op een betere manier kritiek te geven. Maar het maatschappelijk middenveld is niet op zichzelf door ons als externe actoren neer te zetten. Dit moet en komt uiteindelijk vanzelf opzetten als het land zich – economisch – ontwikkelt,’ vindt Klaas Dijkhoff. ‘Het gaat daarbij vaak niet om het niet willen laten horen van een stem, maar om het niet kunnen laten horen van je stem. En zo zijn we terug bij de rol van de overheid.’

De 0,7%BNP-norm

In gesprek dat Vice Versa met andere woordvoerders van ontwikkelingssamenwerking had, benadrukte Arjen El Fassed (GroenLinks) dat het terugschroeven van de 0,8%BNP-norm naar 0,7% grote imagogevolgen voor Nederland ten gevolge zal hebben. Hiermee zou, volgens El Fassed, ook de invloed bij instituties als de Verenigde Naties wel eens kunnen afnemen.

Klaas Dijkhoff is, als voorstander van het terugbrengen van de norm, hier niet bang voor:‘Het terugbrengen van de BNP- norm zal geen verschil maken in de mate van invloed die we hebben binnen bijvoorbeeld de VN. Ik denk dat we een gelijke invloed kunnen behouden. Invloed die voorgaande jaren trouwens niet benut is om cruciale verbeteringen in het OS-systeem voor elkaar te krijgen, zoals verbeterde transparantie, afleggen van verantwoording over effectiviteit van hulp en een verhoogde focus op duurzame, bestendige (economische) ontwikkelingen. Daarnaast vind ik ook absoluut niet dat wij een verkeerd signaal uitdragen. Neem een voorbeeld aan de Britten, zij worden veelvuldig genoemd omdat zij hun BNP-norm wel hebben verhoogd en dat onder een conservatief bewind. Let wel dat zij hun percentage verhogen naar een percentage waar wij nog niet aan komen met verlagen.’

Het verlagen van de BNP-norm wordt gezien als het stimuleren van de effectiviteitslag die er binnen ontwikkelingssamenwerking gemaakt moet worden. ‘Als iets niet de moeite waard is, ga je er ook niet het geld aan uitgeven. Ontwikkelingssamenwerking moet zo effectief mogelijk. Dit is de reden dat ik denk dat we met minder steun af kunnen. Wij denken dat we met minder geld en op een andere manier kunnen werken. Een manier die passend kan zijn voor Nederland. We zijn tot dit standpunt gekomen door voor het verkiezingsprogramma te beginnen vanuit een blanco vel. We hebben gekeken wat er nodig moet zijn. Er is al vaker aardig gevraagd om ontwikkelingssamenwerking te veranderen. Nu maakt de politiek duidelijk dat verandering echt gewenst is,’ zo spreekt de woordvoerder namens de VVD.

Begrotingsplan

Organisaties hebben onlangs de MFS-2 bekendmaking geïncasseerd en verkeren nog in onzekerheid tot medio december, wanneer de definitieve begroting voor ontwikkelingssamenwerking door de Tweede Kamer zal worden gepresenteerd. Staatsecretaris Ben Knapen zei hierover in zijn kamerbrief dat de eventuele bezuinigingen tot 12,5% echter wel een ‘fair play’ moet blijven naar de organisaties toe. Volgens Dijkhoff betekent dit echter geen begrenzing binnen het percentage. ‘Theoretisch kan alles nog wijzigen. Wat het uiteindelijke percentage aan bezuinigingen zal zijn, zal blijken na het Kamerdebat.’Wat het uiteindelijke percentage aan bezuinigingen zal zijn zal blijken na het uiteindelijke kamerdebat. Wat het uiteindelijke percentage aan bezuinigingen zal zijn zal blijken na het uiteindelijke kamerdebat.

Tot slot vroegen wij naar een opvallend punt uit het begrotingsvoorstel voor ontwikkelingssamenwerking. Namelijk; extra investeringen om bij de komst van alleenstaande, minderjarige vreemdelingen een zo spoedig mogelijke terugkeer onder de voorwaarde van lokale opvang te garanderen. Hieronder valt het investeren in opvang zoals weeshuizen. Dit terwijl er juist op weeshuizen eindeloos veel kritiek gegeven is.

Klaas Dijkhoff lijkt nog niet overtuigd van het feit dat er meer moeten worden geïnvesteerd maar erkent het belang van opvang in eigen regio. ‘In het geval van migratie moet je de functie van het weeshuis breder trekken. Alle aspecten zullen, dus ook in het geval van weeshuizen, worden bekeken vanuit de beleidsfunctie die onderliggend is. Over weeshuizen als onderdeel van het nieuwe begrotingsplan voor ontwikkelingssamenwerking kan dus ook pas wat worden gezegd als het geheel duidelijk is en er gedebatteerd is.’