Van Brabant naar Bamako; op doortocht naar Brussel?

Waar moet het nu eigenlijk eerst veranderen? In Europa of in Afrika? Manon Stravens zit op het regiokantoor van Icco in Mali gelaten te wachten terwijl haar moederland ten onder gaat aan armzalig navelgestaar. Schreeuwt dit niet nu om actie?

“Ik schop jullie de provincie uit als jullie van school af zijn”. Dat deelde mijn moeder mij en mijn drie zussen mee – hoogstwaarschijnlijk uit opvoedtechnische overwegingen. De oudste vangt de hardste klappen en dat klopt, want ik ben voorbij de Sahara in Bamako beland. Een uiterst succesvol resultaat. Mijn moeder heeft er nu uiteraard spijt van (en ze zou ook geen goede moeder zijn als ze dat niet had).

Volgens alles en iedereen zijn dit soort buitenlandervaringen noodzakelijk en heel nuttig. ‘Travelling is the best school of life’. Helemaal mee eens. Als aanstormend ontwikkelingswerker moet je overzee om de lokale context van je werk en je partners beter te begrijpen. Dat leer je niet uit de boeken.

Maar ik ben nu (net) 33 en dus knaagt er soms wat (het dertigersdilemma). Ben je als minimale schakel goed bezig? Ben jij de meest geschikte persoon om dit werk te doen? Ik heb maar twee handen en één hoofd: waar kan ik die zo optimaal mogelijk inzetten? Meer met mijn voeten in de klei, maar krijgt ‘het systeem’ dan nog wel genoeg klappen dan? En waar geloof ik nou eigenlijk in?

Ik ga al sinds mijn 19e gebukt onder het stempel ‘idealist’ (weer mijn moeder – zie haar reactie op mijn eerste column), maar terugkijkend op mijn loopbaan is er geen rode lijn te ontdekken eigenlijk. Nou ja, wel rood, maar geen lijn. Het leidend sleutelideaal lijkt variabel. Ook onder Groenlinkers blijken draaikonten te zitten.

Het begon allemaal in Nijmegen. Ik hing niet veganistisch met blauwgroen geverfde haren in de hekken van nertsenfokkerijen, maar was wel vegetarisch actief in tachtigduizend clubjes. Heel Nijmegen moest duurzaam en fairtrade (campagnevoeren met Nijmeegse koffiecoalitie en schrijven aan de Groen-Gouden gids met de ‘Duurzame Denktank’). Kilometers meerennen en met allochtoon en al de struiken in (fietslessen voor vrouwen). Afrikaans gekleed orakelen (gastlessen in klassen, kerken en buurthuizen). Ook nog lespakketten ontwikkeld voor scholen en een kwart leven versleten in infostands op multiculti festivals. Voor Fairfood struinde ik hele supermarkten af (onderzoek naar misstanden in voedselketens). En dat allemaal om Henk en Ingrid voor één keer eens over de muur van hun strak gekamde achtertuin te laten kijken. De oplossing van het armoedevraagstuk ligt tenslotte al decennia voor de deur. Een kwestie van even open willen doen.

Als ik dat nog steeds zo geloof (en dat is zo), waarom richt ik mijn pijlen dan steeds vaker op het ‘zuiden’? Voor mijn studie moest ik wel overzee. Een verdwaald romanticisme lag aan de basis van mijn onderzoek naar alfabetisering onder veehouders in Benin. Het deerde niets dat daar gehakt werd gemaakt van het beeld van het nomadekind dat les krijgt op een kameel. Ik studeerde erop af en vervolgens gewoon door voor een master projectenboer. Ik belandde bij ICS alwaar ik drie jaar lang de wereld verbeterde vanuit de bijbelberg. Af en toe nog discussiëren met de Nederlandse achterban (nee, we maken geen onderscheid en dus steunen we ook ‘Mohammedaanse’ scholen, ja), maar ik zat al flink onder de evenaar te boeren. Een functie die culmineerde bij ICCO, al vond ik in de value chain benadering nog iets van een verband tussen de arme boer en mijzelf als consument.

Toch daalde ik nog wat verder af. Voor ICCO kon ik gaan werken op een regiokantoor. Carrièretechnisch heel logisch, maar ook man -, kind – en huis(dier)loos, dus grijpen die kans.

Ik ben vreselijk blij voorbij de Sahara te zitten: ik sta naar hartenlust tot mijn kin in de klei. Mijn werk is nuttig, leerzaam en dynamisch en Mali is een prettig land. Ik kan me prima concentreren op het echte werk, fijn ver weg van het uitzichtloos politiek geneuzel in Den Haag. Ik hoef me ook niet te verantwoorden want Malinezen maken zich vooral druk om de nooit goed doorgeknipte navelstreng met Frankrijk. Nederland is vooralsnog het land van melk en voetbal. Ik weet wel beter en daar zit de knagende twijfel. Waarom laat ik me opvreten door bloeddorstige insecten, terwijl mijn moederland ten onder gaat aan armzalig genavelstaar? Ontwikkelingssamenwerking dreigt volledig van de Haagse kaart geveegd te worden en ik en mijn partners zitten hier braaf te wachten op de gevolgen van dit spel. Schreeuwt dit niet nu om actie? En dan heb ik het nog niet gehad over die Ghanese kippenboer: zijn bedrijf wordt al jaren om zeep geholpen door de goedkope kippenvleugels die, juist ja, Europa dumpt op de Ghanese markt. Wat zit ik toch bij die boer te doen. Waar moet het nu eigenlijk  eerst veranderen?

Van Brabant naar Bamako. Geen verdwaald idealisme, maar een bewuste keuze. Toch zet ik  hoogstwaarschijnlijk – in het kielzog van de onafgebroken karavaan Malinezen – ooit wél weer de terugtocht in. Van Mali naar het Malieveld. Of de doortocht naar Brussel. Dat is nog net buiten de provincie: ik weet zeker dat mijn moeder me met open armen ontvangt.

Manon Stravens

Auteur
Manon Stravens

Datum:
09 september 2010