
Duurzame Doelen: brengt Nederland de theorie in de praktijk?
ARTIKEL- Namens Nederland werken vier ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de coördinatie van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) in het Nederlandse beleid. Vice Versa krijgt een update van de stand van zaken een half jaar nadat de wereld deze doelen af sprak én vraagt een ervaringsdeskundige of er in landen als Somalië al iets van te merken is.
De coördinatie van de in september in New York afgesproken SDG’s ligt in Nederland grotendeels op de schouders van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa), waar de Duurzame Ontwikkelingsdoelen omschreven worden als Global Goals. ‘Minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een licht coördinerende taak’, vertelt Ronald Wormgoor van de directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten.
Hoewel het ministerie erkent dat de Duurzame Doelen ‘nog zeker niet bij iedereen bekend zijn’ stelt Wormgoor dat hij er ‘veel belangstelling’ voor merkt. ‘Kijk maar eens naar het Global Goals Charter, daarbij zijn zeker 75 organisaties aangesloten en er komen nog altijd meer bij. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is een grote steunpilaar voor de Duurzame Doelen, door het voortzetten van het project met de millenniumgemeenten.’
Wormgoor benadrukt dat het kwartet ambtenaren er niet alleen voor staat. De minister heeft een coördinator aangesteld voor de nationale uitvoering. Ook wordt gewerkt aan de nationale rapportage van Nederland met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de planbureau’s, waarbij gestreefd wordt naar een eerste rapportage in 2016. ‘Premier Rutte was zelf aanwezig bij de top in New York waar de Duurzame Doelen werden afgesproken. Ik denk dat veel politici zich er al van bewust zijn’, aldus Wormgoor.
Migratie en de SDG’s
Omdat het gesprek over de Duurzame Doelen zich vooral focust op migratie zitten ook Nathalie Lintvelt, BuZa’s hoofd Migratie & Ontwikkeling van de Directie Stabiliteit en Humanitaire hulp en haar collega Monique Bouman van de afdeling Stabiliteit aan tafel bij het interview, in een klein vergaderzaaltje in het reusachtige Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. De vraag was op welke manier het Nederlandse immigratiebeleid rekening houdt met de Duurzame Doelen. Wormgoor: ‘Daar kunnen we nu nog niet zoveel over zeggen omdat het nog in kaart gebracht wordt.’
Volgens Nathalie Lintvelt wordt bij het Duurzame Doel 10.7 migratie specifiek genoemd Dit roept op tot ‘eerlijke, veilige en verantwoordelijke migratie.’ Lintvelt: ‘Het subdoel 10.7 geeft geen exacte aanwijzing wat er moet gebeuren. Dat zal ook voor elk land anders zijn. Volgens mij is het vrij duidelijk waarop wordt aangekoerst. Wat ik lees is dat bijvoorbeeld mensensmokkelaars moeten worden aangepakt, en andere mensen die de reis van migranten gevaarlijk maken door uitbuiting en mishandeling. Daar wil Nederland zich dan ook extra voor inzetten. En er wordt hier duidelijk gepleit voor een raamwerk voor legale migratie. Ook hoort hierbij het makkelijker maken van remittances, ofwel geld dat migranten naar hun thuisland sturen.’
Een heel andere kijk hierop heeft de Somalisch-Nederlandse Mohamed Elmi. Hij werkt voor de Verenigde Naties en adviseert de Somalische regering op het gebied van mensenrechten, maar spreekt nu op persoonlijke titel ‘Mensensmokkelaars zijn wat mij betreft een non-issue. Tenminste, het is symptoombestrijding. Je moet niet de smokkelaars aanpakken maar de grondoorzaken van migratie. Het gaat veel meer om zaken zoals werkloosheid.’
Ook op het gebied van de remittances ziet Elmi nog weinig vooruitgang in Somalië, een land dat drijft op geld dat uit de diaspora naar huis gestuurd wordt. Elmi: ‘Overmaken van geld vanuit Europa naar Somalië is nog net zo duur als tevoren. Ik zie daar nog geen dingen veranderen.’
Focus op grondoorzaken
Het belang van het aanpakken van grondoorzaken is wel degelijk doorgedrongen in het Nederlandse beleid, stellen de ambtenaren van BuZa. ‘Veel Global Goals kunnen een grote bijdrage leveren aan de aanpak van de grondoorzaken van conflict en irreguliere migratie. Ook het Nederlandse beleid richt zich juist daar op’, zegt Monique Bouman. ‘We hebben bijvoorbeeld een fonds opgericht voor de aanpak van grondoorzaken conflict en irreguliere migratie. Nederlandse, internationale en lokale organisaties komen in aanmerking voor financiering en hebben hiervoor voorstellen ingediend.’
BuZa maakt zich ook zorgen over het beeld dat toekomstige migranten van Europa hebben. ‘Veel van de irreguliere migranten die naar Europa komen zijn slecht geïnformeerd over hun kansen hier’, zegt Nathalie Lintvelt. ‘Betere informatie is cruciaal. Daar bovenop komt het verschaffen van een legale weg die mensen kunnen gebruiken om in aanmerking te komen voor tijdelijk werk in Europa. Ook daarover moet goede voorlichting zijn.’
Mohamed Elmi, net twee dagen terug uit de Somalische hoofdstad Mogadishu vraagt zich af of deze aanpak werkt ‘ je moet je de vraag stellen of wat we doen wel echt werkt. Ik heb zoveel projecten voorbij zien komen, uitgevoerd door de grote ontwikkelingsorganisaties maar met twijfelachtige resultaten. Er wordt te weinig geluisterd naar wat de plaatselijke bevolking zelf vindt en niet genoeg samengewerkt met de kleine, lokale organisaties. Wat mij betreft wordt het tijd om verder te kijken en op zoek te gaan naar een blijvende oplossing.’
Koenders’ bezoek aan West-Afrika
Begin deze maand bracht Minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders een bezoek aan Mali, Ivoorkust en Ghana. Hier werden afspraken gemaakt over het terugnemen van afgewezen asielzoekers. Koenders reisde namens de Europese Unie die de steun van deze landen zoekt bij het verminderen van de illegale migratie. Lintvelt: ‘Op de EU-Afrika top in Valletta in november 2015 hebben de Europese landen afspraken gemaakt met Afrikaanse landen. Onder andere over nauwer samenwerken op het gebied van vluchtelingen. Dat moeten partnerschappen worden waar alle landen baat bij hebben. Lilianne Ploumen gaat ook nog naar Senegal om daar namens de Europese Unie te onderhandelen.’
Helemaal nieuw is dit niet, weet ook Mohamed Elmi. ‘Wel wordt steeds vaker tegen die landen gezegd dat ze alleen steun of projecten krijgen als ze ook vluchtelingen gaan terugnemen. Ik blijf erbij dat dit geen fundamentele oplossing van het probleem is. Ik heb geregeld gehoord over uit Europa teruggestuurde Somaliërs die het een paar maanden later gewoon opnieuw probeerden, maar dan bij een ander Europees land. Ze hebben in hun eigen land geen enkel perspectief en dus gaan ze shoppen.’
Koenders sprak in West-Afrika ook over samenwerking op het gebied van grensbewaking. In hoeverre is het uitlegbaar dat ontwikkelingsgeld wordt uitgegeven aan het tegenhouden van migranten? Lintvelt: ‘Geld dat is voortgekomen uit de Valletta-top wordt vooral ingezet om migratie-management te verbeteren. Er zijn bijvoorbeeld landen, zoals Ethiopië, waar ze aan arbeidsmigranten een training mee willen geven voordat ze afreizen, meestal naar Saudi-Arabië. Daarmee worden ze weerbaarder en maken ze later een betere kans op de arbeidsmarkt. Daarnaast komt er extra hulp voor gebieden die veel vluchtelingen opvangen, zonder daarbij de gast-gemeenschappen in die, vaak zelf arme landen, te vergeten. Nederland geeft bijvoorbeeld leiding aan een Europees programma in de Hoorn van Afrika, dat als doel heeft om mensen meer perspectief te geven.’
Het is overigens nog maar zeer de vraag hoeveel ‘Valletta-geld’ er nu precies is. Er werd een bedrag van 3.6 miljard euro toegezegd; onderverdeeld in 1.8 miljard van de Europese Unie en 1.8 miljard van de lidstaten. Van het deel van de lidstaten is nog maar 82 miljoen binnen. ‘En ook het Europese geld was volgens mij al lang voor Ontwikkelingssamenwerking bestemd en is dus geen “vers” geld’, aldus GroenLinks/The Greens Europarlementariër Judith Sargentini in een interview met Vice Versa.
De Turkije deal en de SDG’s
In het eerste artikel in de Ready For Change serie (‘Dat migratie bij de SDG’s hoort is lang niet overal bekend’) uitten een aantal prominenten uit de Human Rights Wereld, waaronder Amnesty International directeur Eduard Nazarski en Adriana van Dooijeweert van het College voor de Rechten van de Mens, grote zorgen over de deal die Turkije en de EU bereikten over het terugsturen van vluchtelingen. Vandaar de vraag aan Buitenlandse Zaken of deze overeenkomst wel in overeenstemming is met het ‘verzorgen van veilige, gereguleerde migratie’ zoals beschreven in Duurzaam Doel 10.7. Natalie Lintvelt, diplomatiek: ‘Het uitgangspunt is altijd dat het Nederlandse beleid zich houdt aan de internationale verplichtingen, waaronder de Global Goals. Als onderdeel van deze overeenkomst komen groepen Syriërs met het vliegtuig naar Europa. Dat is wel degelijk veilige en gereguleerde migratie’, aldus Lintvelt.
‘Dat is wel een vrij relatieve interpretatie’, meent Mohamed Elmi. ‘hij ziet nog weinig komen van deze legale route naar Europa. ‘Natuurlijk, Nederland zou veel makkelijker om moeten gaan met het mogelijk maken van studie en werkvisum aan mensen uit Afrika. Nederland is veel te bang dat ze na afloop niet terugkeren. Toch lijkt het me dat het beleid uiteindelijk deze kant op moeten gaan. Dat zou pas dapper zijn.’