Noodhulp: een krakende machine

De humanitaire hulpmachine heeft het zwaar. Hoewel er meer geld dan ooit tevoren naar noodhulp gaat, blijft ook de hulpvraag maar stijgen. Niet eerder waren wereldwijd de noden zo hoog. Het humanitaire systeem piept en kraakt. Vandaag het eerste (verkorte) artikel uit een serie uit Vice Versa’s noodhulpspecial die begin dit jaar uitkwam.

In 2016 is er ook in Europa geen ontkomen meer aan. Met de komst van grote aantallen vluchtelingen dringen brandhaarden elders in de wereld zich letterlijk op aan het continent. Geweld in het Midden-Oosten, overbelaste buurlanden, het imploderende Libië, de aanslagen van 13 november in Parijs. Onveiligheid komt plots heel dichtbij.

Nou ja, plots. Dat de wereld al langer in brand staat is voor humanitaire sector geen nieuws. Met 450.000 humanitaire hulpprofessionals op de been en 25 miljard dollar aan hulpgeld draaide de hulpmachine volgens humanitair netwerk ALNAP (Active Learning Network for Accountability and Performance) in 2014 al harder dan ooit tevoren. Maar die bedrijvigheid betaalt zich niet uit in een daling van humanitaire noden. Integendeel. Volgens het Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA), het humanitaire coördinatieorgaan van de Verenigde Naties, is het aantal mensen in nood in de afgelopen tien jaar verdubbeld. Midden 2015 stond de teller op 80 miljoen hulpbehoeftigen. Meer dan ooit.

Chronische crises

‘Dat is de grootste uitdaging van nu. Het probleem zit ’m niet in slechte hulp, maar in de enorme noden. Daar valt gewoon niet tegenop te boksen’, aldus hoogleraar Humanitaire Hulp en Wederopbouw Thea Hilhorst bij het International Institute of Social Studies.

Zijn er meer noodhulpsituaties dan voorheen? Nee. Sterker nog, volgens het jaarlijkse ALNAP-rapport worden het er steeds minder. De hulpmachine kwam vorig jaar 67 keer op gang tegenover 118 keer in 2013.

Dit komt deels doordat regeringen beter en vaker in staat zijn om de nood op te vangen. Als de overheid van het land in crisis tekortschiet en de noden niet kan of wil dragen, start de noodhulpmachine. De desbetreffende regering vraagt dan zelf om hulp, of wanneer deze de humanitaire situatie miskent – zoals in Syrië – kan de internationale hulpgemeenschap toegang tot het noodgebied afdwingen via de VN-Veiligheidsraad. Volgens ALNAP vallen met name tijdens natuurrampen minder ‘hulpgaten’. Hilhorst: ‘Neem de overstroming in Mozambique in 2013. De regering wilde niets te weten van al die ngo’s. De Mozambikanen hadden hun eigen zaken prima op orde. Ze hadden zelfs een eigen Giro 555 opgezet.’

Toch zie je deze vooruitgang niet direct terug in de hulpvraag. Reden voor de toenemende noden? Noodsituaties dalen in aantal, maar ze groeien in omvang. Het aantal hulpbehoevenden per crisis stijgt. Tekende voorbeelden zijn het Syrië-conflict en de ebola-uitbraak in West-Afrika. Tegelijkertijd telt de wereld steeds meer chronische crises. Het gevolg: een opeenstapeling van noden. Voor zo’n 70 procent van de 58 landen die in 2014 noodhulp kregen, was het het tiende jaar op een rij dat het land humanitaire hulp kreeg. Kortom, chronische conflicten doen noden sneller opkomen dan ze verdwijnen. Zie bijvoorbeeld de reportages uit Zuid-Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek uit deze special.

De humanitaire sector beent het met moeite bij. De grootste uitdaging? Financiering vinden.

Meer geld, minder hulp

Momenteel gaat meer geld en mankracht dan ooit tevoren naar de humanitaire sector. Maar het lijkt een druppel op een gloeiende plaat. De VN kwam vorig jaar 7,5 miljard dollar (38 procent) tekort. Ook dit jaar haalden steeds meer VN-financieringsverzoeken voor noodsituaties amper de helft van het benodigde bedrag. Met name voor hulp in chronische crises houden donoren de hand massaal op de knip.

Het financieringstekort is niet zonder gevolgen. Volgens ALNAP moet een hulpbehoevende nu rekenen op een kwart minder hulp vergeleken met 2012. Dat de financiële groei de noodvraag niet dekt, is niet vreemd, zegt Betrand Taithe, professor aan de Manchester University en oprichter van The Humanitarian and Conflict Response Institute: ‘Bedenk dat de wereldwijde yoghurtindustrie ruim drie keer zo groot is als de humanitaire sector. Wat kun je daar nou redelijkerwijs van verwachten?’ Het idee dat humanitaire hulpverleners de huidige problemen kunnen oplossen, is volgens hem onmogelijk. ‘De crises zijn groter dan waar het systeem voor is gemaakt. Zelfs al is er meer geld, dan nog is het de vraag of de sector dat kan absorberen, omdat de capaciteit er niet is.’

De oplossing? Die lijkt niet voorhanden. Al heeft Hilhorst wel een advies voor de humanitaire sector: ‘Trek veel harder aan de bel. Herinner regeringen eraan dat wanneer je landen niet helpt crises te voorkomen of hen erop voor te bereiden, kun je ze vaak ook niet verhelpen.’

Verder lezen? Neem dan nu een abonnement op Vice Versa en krijg deze noodhulpspecial nagestuurd!

Foto: Defense Images

Auteur
Eva Huson

Datum:
02 maart 2016
Categorieën: