
Het land van ‘ik zie ik zie wat jij niet ziet’
REPORTAGE – Deze zomer reisde schrijver Qader Shafiq samen met Arnon Grunberg naar Afghanistan, via de vluchtroute die hij in 1993 in omgekeerde richting naar Nederland had afgelegd. Shafiq bezocht zijn familie en vrienden, en sprak met jongeren over de situatie in zijn vaderland. Hij geeft ons een onthullend inkijkje in het dagelijks leven in Afghanistan en de blinde vlekken van Nederlandse ngo’s.
We reden heel lang langs boomgaarden en katoenvelden aan de noordelijke oever van de Amu Darja-rivier. De rivier die twee werelden van elkaar scheidt. Hier zie je in dorpen en steden veelkleurig geklede vrouwen, lachende meisjes die met jongens flirten, hardwerkende mannen, keurig geasfalteerde wegen, scholen, ziekenhuizen, fabrieken en sportvelden. Daar aan de overkant ruik je de geur van kruit en wordt je getroffen door de afwezigheid van vrouwen, die opgesloten zijn, door huwelijksfeesten van kindbruiden, door verbrande scholen en door uitzichtloze jongeren. Hier regeert een alleenheerser. Daar, aan de overkant, heerst een opgelegde overzeese democratie. Dit terwijl de volkeren van beide oevers de zelfde religieuze en cultuurhistorische waarden delen.
Dit was de tweede lange reis die ik met mijn vriend, schrijver Arnon Grunberg, aflegde. De eerste keer, in januari 2014, reisden wij door Afghanistan om met elkaars ogen de Afghaanse werkelijkheid te zien. Nu reden wij met een oude Volvo helemaal vanuit Nederland naar Afghanistan. Grotendeels via de route die ik 22 jaar geleden, in de omgekeerde richting, als vluchteling had afgelegd. Voor mij een confronterende reis van kosten en baten. Mijn geëngageerde reisgenoot wilde dit deel van de wereld leren kennen.
In een café in de eeuwenoude stad Bukhara, waar je de sfeer van de oude vredige Afghaanse jaren proeft, namen wij het dossier ‘Afghanistan’ door. We spraken over de belangen en verschillen in opvatting van de conflicterende partijen, die als blijvende grondoorzaken van gewelddadige conflicten fungeren. Wat maakte Afghanistan interessant voor de VS en NAVO-bondgenoten die met zoveel man en macht intervenieerden? Ging het echt om moreel-ethische verantwoordelijkheid jegens de Afghanen, zoals geroepen werd: stabilisatie en democratisering van Afghanistan; wederopbouw; verhinderen van de terugkeer van de Taliban aan de macht; en het vernietigen van Al Qaida?
Of ging het om het politiek-economische belang? Het voorkomen van risico van het imploderen van Afghanistan, omwille de controle over de energiebronnen van de Kaspische Zee en Centraal-Azië waar ook China, India, Rusland en Pakistan oog voor hebben? Hoe kan het anders dat twee landen – Saudi-Arabië en Pakistan – van waaruit de wrede ideologie van de politieke islam geëxporteerd wordt, tot de bondgenoten van het Westen behoren? Waarom moesten honderdduizenden goedopgeleide Afghanen vluchten? Wat was het belang van Nederland bij de aanwezigheid van de NAVO-troepen in Afghanistan?
We lieten de ontwikkelingen van de afgelopen veertien jaar de revue passeren. De misleidende beloftes van wederopbouw, democratie, ontwapening van krijgsheren, creëren van veiligheid en herstel van gerechtigheid, bevorderen van vrouwenrechten en zo meer. We zochten naar de verdwenen miljarden van de goedbedoelende westerse belastingbetalers. We lieten ons in deze zoektocht vergezellen van glaasjes Oezbeekse wodka. Maar ook daar, in die mooie oude stad op de grens van twee werelden, vonden we de antwoorden niet.
Deze keer kwam ik alleen Afghanistan binnen. Door de ziekte van mijn reisgenoot hadden we veel tijd verloren. Hij moest naar zijn volgende verplichting in Brazilië…
De hele reportage leest u in de nieuwe Vice Versa. Neem nu een abonnement en krijg de nieuwe Vice Versa nagestuurd!